Monthly Archives: April 2016

zaterdagavond, amsterdam centrum

Het is half zeven en ik fiets over de Prinsengracht, op weg naar het restaurant waar ik heb afgesproken met mijn vriendinnen. Het is warm, het is licht, het is achterlijk mooi. Om de haverklap moet ik vaart minderen omdat er toeristen op het midden van de weg lopen. Normaal fiets ik nooit door de grachtengordel maar nu was het de snelste weg, vanaf de Amstel helemaal met de Prinsengracht mee tot nummer 60-62. Ik krijg ineens een oud gevoel van spanning, van nieuwigheid, net alsof ik weer voor het eerst in Amsterdam kom wonen, alsof mijn hele toekomst nog open ligt en er ieder moment van alles kan gebeuren.

De vriendinnen met wie ik heb afgesproken, heb ik ontmoet toen ik Nederlands ging studeren, 5,5 jaar geleden. Destijds leek die grachtengordel nog heel Amsterdam. Inmiddels weet ik wel beter, of nog sterker gezegd: ik was totaal vergeten dat dit deel van de binnenstad zo groot was. Ik parkeer gehaast mijn fiets en ren nog net niet het restaurant binnen, waar ik twintig minuten moet wachten, want de ene vriendin is haar telefoon vergeten en de andere kan het restaurant niet vinden. Daarom lees ik nog maar wat blogs, zet ik een foto op Instagram en verstuur ik even een berichtje in de groepsapp, waar natuurlijk alleen de ene vriendin die toch al niet zou komen op reageert.

Uiteindelijk komen ze toch (uiteindelijk komen ze altijd) en we hebben het veel over werk en onze vriendjes en onze familie (want we zijn nu volwassenen) en over de leuke dingen die we hebben meegemaakt, maar vooral over de stomme dingen (want dat zijn vaak toch betere verhalen). De ene vriendin is afgestudeerd en werkt, de andere vriendin is nog niet afgestudeerd en werkt, en ik ben wel afgestudeerd maar ook nog niet, aangezien bij het halen van mijn onderwijsbevoegdheid weer extra uren op de universiteit horen. Onze vierde vriendin is er niet: zoals echte millennials betaamt, zit een kwart van ons ‘eventjes’ in Azië. Twee derde van de overgebleven groep is heel jaloers (ik zal in het midden laten wie dat zijn). Aan onze tafel staat een lege stoel, toevallig, maar wij maken er een foto van om te laten zien dat we aan de afwezige denken.

Het zijn de enige echte vriendinnen die ik heb overgehouden aan mijn studie – nu zijn er nog veel andere (voormalige) studiegenoten die ik wel eens ‘mijn vrienden’ noem, en als ik ze zie is het natuurlijk reuzeleuk, maar dit zijn de enigen met wie ik afspreek, altijd up to date hou over belangrijke levensgebeurtenissen en push om snel kinderen te krijgen zodat ik ook dingen kan doen met een baby zonder er meteen verantwoordelijk voor te hoeven zijn.

We eten heerlijk en we praten snel we en wachten veel te lang op het toetje (en als ik het heb, hoef ik het eigenlijk al niet meer) en na het eten gaan we nog één drankje drinken bij een whiskeybar verderop, en de werkende vriendin is teleurgesteld omdat we niet uitgaan – maar de studerende vriendin en ik hebben geen tijd, omdat we in ons hoofd alweer de to do-list van de volgende dag aan het afwerken zijn.

Als ik terug naar huis fiets voel ik weer die spanning en de nostalgie van de grachtengordel, bitterzoet – een clichéterm, maar misschien wel het meest ware cliché dat er is, en ik vraag me af welk eten nou eigenlijk echt bitterzoet is. Ik ken de smaak niet, alleen het gevoel. Ik bedenk hoe anders het allemaal is dan ik had gedacht dat het zou zijn, 5,5 jaar geleden – al weet ik niet precies hoe ik mijn toekomst destijds voor me zag. Ik zag vooral huizen, vooral decor, en ik snap niet zo goed waarom ik van binnen het gevoel heb dat er toch iets niet helemaal klopt, want als er iets is dat deze avond niet ontbrak, is een decor.

Volgende keer spreken we af buiten de grachtengordel, in Nieuw-West of zo. Daar kleven toch wat minder herinneringen aan.

de bolhoed

Zeg maar vaarwel tegen je onbezonnen jeugd (foto genomen in De Bolhoed, waar we dus ook – superlekker – hebben gegeten, supersymbolische lamp dit)

13 Comments

Filed under leven

wat ik niet meer heb

 

uitzicht amsterdam noord

Dit uitzicht bijvoorbeeld

Mijn kamer ziet eruit alsof er een tornado heeft huisgehouden. Dat is best jammerlijk, want de enige die hier heeft huisgehouden, ben ik, en dat heb ik niet erg efficiënt gedaan, want het is een enorme teringzooi. Ik kan zeggen dat het probleem ligt bij mijn drukke agenda en dat ik tevens gewoon geen plek heb voor al dat papier dat (lees: al die nagekeken toetsen die) ik verzamel sinds ik docent ben, maar eerlijk is eerlijk: de belangrijkste reden waarom mijn woning er niet uitziet, is omdat deze woning ‘normaal’ voor me geworden is. Waar ik eerst moest huilen van geluk omdat ik nu eindelijk een eigen keuken had, moet ik nu eerder huilen omdat ik geen zin heb om die keuken schoon te maken.

Na tien maanden is het nieuwe er volledig af, ik ben aan mijn woning gewend. Heel slecht, aangezien ik hier zoveel heb dat ik vroeger niet had, of beter gezegd: hier zoveel niet heb dat ik vroeger wel had. Om mezelf maar weer te herinneren aan hoe #dankbaar ik mag zijn, een lijstje met dingen die ik in deze woning moet missen (en ja, dat is allemaal positief):

  • Om maar te beginnen met het allerfijnste: waar ik nu woon, gooien mensen geen afval uit het raam! Je zou denken dat dat normaal is, maar voor mij was het heel lang heel normaal om te zien hoe de grond aan de achterkant van de flat bezaaid lag met vuilniszakken, lege bierblikken en volle zakken sla (?).
  • Iets dat hier wellicht mee samenhangt, is dat ik nooit meer dode ratten bij de vuilnisbakken zie. Zo jammer!
  • Ook vind je in mijn woning geen muizen (dood en/of levend). Dat er muizen waren, was trouwens niet echt de schuld van de schaamteloze vervuilers van mijn flat, want muizen in oude huizen zijn op zich best wel normaal. Dat ik nu nergens een muis zie is een cadeautje, laten we maar zeggen.
  • Nu heb ik weinig tot geen geluidsoverlast. In Noord wist ik precies wat iedereen de hele dag zei, deed of luisterde. Hier zijn de muren wat beter, want ik heb zelden last van andere mensen (ook wel lichtelijk verontrustend, in mijn vorige woning had ik wel altijd het gevoel dat er op me gelet werd, mocht ik van een krukje vallen o.i.d.).
  • Mijn huidige keuken mist vooral smerigheid. Godogod, wat was die keuken in mijn vorige flat toch een potje. Ik deelde hem met twaalf anderen, vandaar. Nu is mijn eigen keuken ook niet echt een toonbeeld van hoe het moet, maar zoals ik al zei in mijn blog over waarom het leuk is om alleen te wonen: andermans ranzigheid is altijd net wat ranziger dan je eigen ranzigheid. Bovendien kan het nooit zo erg worden als daar. Zo was er die ene keer dat de afvoer van een van de wasbakken in de keuken DAGENLANG vol met water stond omdat de afvoer verstopt was. Ik was doodsbang dat we allemaal besmet zouden raken met de legionellabacterie, of zo. Ik weet nog wel dat ik me uiteindelijk over mijn walging heb heengezet en heb geprobeerd om de afvoer te ontstoppen, en dat het toen exact 0,0% effect had. Had ik voor niets mijn gezondheid op het spel gezet! Uiteindelijk is er een loodgieter gekomen om de boel weer lopend te krijgen. Best gênant.
  • Ik heb trouwens ook geen huisgenoten meer met wie ik kan roddelen over wie de afvoer heeft laten verstoppen. Dat is wel jammer. (Ter compensatie zit ik nog steeds in de whatsappgroep van mijn voormalige huis. Nee, grapje, dat is voor het geval ik nog post krijg. En oké, ook omdat ik niet zo goed ben in afscheid nemen.)
  • En ik heb al helemaal geen snoezige 18-jarige huisgenoten meer die voor het eerst op zichzelf gaan wonen en vinden dat ze gekookt hebben als ze een diepvriesmaaltijd opwarmen in een pan. (Dat mis ik ook wel, want daardoor voelde ik me altijd Vet Volwassen & Verantwoordelijk. Nu moet ik mijn gevoel van eigenwaarde ergens anders vandaan halen. Uit mijn talenten enzo.)
  • Hiero geen doodenge liften die om de haverklap vastlopen (m.a.w. ik hoef ook nooit meer met de trap naar de vijftiende verdieping). Vind ik óók wel jammer, want het maakte het leven spannend en iedere keer dat de lift het wel deed was een heus dankbaarheidsmomentje.
  • Ook blijven vreemde mensen die over de gang lopen me bespaard. In mijn vorige flat waren de deuren continu kapot, en dan kwam er weer zo’n rare snuiter binnen (en oh ja, af en toe nam die dan ook iets mee, het laatste jaar werd er continu ingebroken). In mijn nieuwe flat is het wat lastiger binnen komen. Oké, gisteren was de voordeur ook wel kapot, maar toen ging hij van buitenaf niet open in plaats van niet dicht. Niet echt handig, maar wel veel veiliger, toch?

Zo, en nu ben ik wel klaar met dit lijstje, ik ga mijn lieve fijne keuken maar eens de schoonmaakbeurt geven die hij verdient.

11 Comments

Filed under leven

iedere keer weer diezelfde cirkel rond

lente tijdschriften

Pas nu ik best wel oud ben, zie ik hoeveel ieder jaar op het vorige lijkt. Ik heb het nu niet alleen over het telkens weer opnieuw terugkeren van lentebloesem, de zomertijd en lammetjes in de wei, maar vooral over dat gezever van ons over lentebloesem, de zomertijd en lammetjes in de wei.

En jongens, ik wil niet moeilijk doen, maar dat is dus best wel vermoeiend, ieder jaar weer dezelfde instagramfoto’s moeten zien van bloembollen en dezelfde tweets moeten lezen over #lekkergenieten in je #tuintje. Tegelijkertijd heb ik ieder jaar weer de drang om net zo hard mee te doen. Met het gevaar om voor basic lentebitch te worden uitgemaakt (= mijn grootste angst, naast terechtkomen in een ingestorte tunnel): I love love loooove het zien van veranderingen in de natuur. Nog meer dan van de zon hou ik van dat de zon voor het eerst sinds zo lang zo hard straalt, nog meer van de geuren hou ik van dat het gisteren nog heel anders rook, nog meer van het licht hou ik van dat het morgen nog weer wat lichter zal zijn dan vandaag.

Nu zal ik er maar meteen bij vermelden dat ik wat jaargetijden betreft niet eenkennig ben, ik hou van alle seizoenen,  of beter gezegd, van alle veranderingen. Geloof het op niet, maar ik sta ieder najaar weer te juichen als het ineens weer donker is als ik wakker word. Herfstbladeren zijn mijn favoriete bladeren. Kerstvoorpret in oktober gaat nooit vervelen.

Nee, van seizoenswisselingen word ik nooit moe. Dit brengt mij op het punt wat ik met deze blog wil maken (en ja, u raadt het al: dit gaat dus over dat ene waar ik wél moe van word), en dat is wat er ieder jaar weer over de seizoenen gezeverd wordt, weer die verdomde blotebenenfoto’s en terrasstress, maar vooral over wat er in de media over de jaargetijden geschreven wordt, in tijdschriften en op websites en blogs (is hier tegenwoordig nog een verschil tussen?). Of nou ja, moe, moe is niet echt het juiste woord, ik moet zeggen: het verbaast me steeds weer, telkens meer.

Die media schrijven namelijke elk jaar nagenoeg hetzelfde (vooral de media die op vrouwen gericht zijn, wat zegt dat eigenlijk?). Iedere lente beloven ze wederom: dit jaar wordt je écht zomerslank met een methode die echt (maar nu echt) gaat werken. Iedere zomer staan er revolutionaire tips in om je relaxte vakantiegevoel ook in het najaar vast te houden (niemand weet wat er met de tips van vorig jaar is gebeurd) en zo rond november wordt ons verteld wat we tijdens de feestdagen moeten doen om a) onze irritante schoonfamilie te overleven maar b) ons niet kotsmisselijk vreten. En oh ja, in januari krijg je een stappenplan om dit jaar nu echt echt echt werkelijk de beste versie van jezelf te worden (nogmaals: WAT IS ER GEBEURD MET DE TIPS VAN VORIG JAAR?! ZIJN DIE NU AL ACHTERHAALD?!?). En ja, voor je het weet is het alweer lente, tijd om het te hebben over die bikinibody die je vorig jaar niet had (toen had je kennelijk een omslagdoekbody) maar dit jaar wel zult krijgen. Heus.

Waarom heeft het Grote Publiek inmiddels niet door dat er iets niet klopt? Als we iedere keer hetzelfde cirkeltje rondgaan, is het toch logisch dat alle tips ieder jaar niet werken – vooral als je bedenkt dat de meeste tijdschriften/sites/blogs een redelijk stabiel publiek hebben, dus dat iedereen dezelfde shit vorig jaar ook al gelezen heeft. Fascinerend. Krijgen wij lezers dan ook nooit genoeg van goede raad waarvan we bij voorbaat al weten dat het niet werkt? Of behoort het lezen van levensverbeteringstips die passen bij de tijd van het jaar, en die dan niet opvolgen, inmiddels net zo tot ons natuurlijke ritme als lentebloesem, langer licht en lammetjes in de wei?

7 Comments

Filed under rare wereld