Tag Archives: life would be empty without stress

over al die boeken die aan het wegrotten zijn in mijn boekenkast

Mijn favoriete vraag die ik nooit aan iemand stel is: “Hoeveel ongelezen boeken staan er in jouw boekenkast?” Ik vind het maar verwonderlijk dat iedereen altijd superveel boeken heeft die keurig op een rijtje staan te wachten tot ze gelezen worden. Het slaat namelijk nergens op, want als je een boek koopt, dan wil je het toch ook lezen? En als je een boek krijgt, dan wil je dat misschien wel en misschien niet lezen, maar in dat laatste geval lees je het toch gewoon uit beleefdheid? (Tenzij het Ulysses is of zo, maar goed, als iemand je dat boek geeft, dan is het misschien tijd om jullie vriendschap te verbreken.)

Niet dat mijn boekenkast veel beter is. Lang vreesde ik dat de helft van mijn ongeveer 150 romans tellende collectie ongelezen was, maar toen ik het een tijdje terug telde viel het mee: ‘slechts’ een derde van mijn boeken heb ik nooit opengeslagen (of misschien alleen even, om hem gauw weer terug te leggen omdat ik de eerste pagina al niks vond). Dat zijn maar 50 boeken. Ik had destijds bedacht om er een missie van te maken om al die krengen één voor één alsnog uit te lezen, maar om een of andere duistere reden voelde dat na een tijdje toch onprettig, en begon ik maar weer opnieuw in Harry Potter.

En inmiddels staan ze daar maar nog steeds, die boeken. Ik krijg er een onprettig gevoel bij, van al die ongeconsumeerde bladzijden, al die ongeziene woorden, al die onbekende ideeën… toen ik klein was, droomde ik van een bibliotheek à la Belle en het Beest: nu lijkt niets me verschrikkelijker. Al die verhalen waar de auteurs ongetwijfeld zo hard op hebben zitten zwoegen, al die personages waar ze hun hele ziel en zaligheid in gelegd hebben, al die boodschappen die mijn leven op z’n kop hadden moeten zetten, die zijn gewoon voer voor de zilvervisjes. Soms valt er wel eens eentje uit een boek tijdens het opnieuw inrichten van mijn boekenkast.

nope

nope

En ja, ik weet dat het eigenlijk niet écht uitmaakt, want mijn huis is heus (nog) niet volgebouwd met ongelezen boeken en zilvervisjes eten toch niet zo snel, maar al die boeken geven mij toch een enigszins unheimlich gevoel. Dat komt wellicht voor een groot deel doordat ik anderhalf keer dat boek van Marie Kondo heb gelezen (als e-book trouwens, he he). Die zegt altijd: boeken die al jaren ongelezen in je kast staan moet je sowieso weg doen, want die ga je toch niet meer lezen.

Ga ik die boeken niet lezen? Ik weet het niet. Misschien wel. Ik kan niet in de toekomst kijken, toch?

Ik bedoel, waarom zou ik een boek als De Idealisten van Zoë Keller (het schrijnendste voorbeeld uit mijn boekenkast, omdat ik hem altijd klaarleg op mijn nachtkastje zodra ik een andere roman uit heb maar dan tóch weer iets anders pak) nou niet gewoon lezen? The Guardian noemt het “het werk van een auteur op de toppen van haar kunnen” nota bene! Het is van de auteur van Notes on a Scandal! (Niet dat ik die ooit gelezen/gezien heb.) Het gaat over een Joodse New Yorkse familie in de verwarrende tijd na 9/11! Waarom zou ik dit weggooien als ik het nog niet gelezen heb?

Een oplossing voor mijn First World-boekenprobleem zou natuurlijk zijn om toch maar verder te gaan met het afwerken van al die ongelezen romans, ware het niet dat ik tegenwoordig nog maar redelijk weinig lees omdat ik heel dwangmatig een programma over mannen in jurken moet kijken (ben alweer toe aan seizoen 7!). Project Lees-Je-Kast-Uit zou dus een vijfjarenplan worden. Vooral omdat ik (hoewel ik het ergens ook wel zie zitten om het op te kloppen tot een #challenge met een #hashtag en iedere week er een uitgebreid #weekoverzicht over te #schrijven op mijn #blog) eigenlijk al moet huilen bij de gedachte dat ik nog iets ga moeten van mezelf. Ik moet al iedere dag afwassen en minstens één keer per maand stofzuigen, dat kost me al zoveel moeite.

De enige gedachte die me altijd troost als ik kijk naar mijn boekenkast: als er in de nabije toekomst een natuurramp plaatsvindt, of een sneeuwstorm of zo, of als het water ineens twee meter hoog staat, of als het gewoon heel hard waait, en we kunnen niet naar buiten, en het internet doet het niet, dan heb ik tenminste wat te doen.

18 Comments

Filed under boeken

mijn hoofd, de eerstejaarsstudenten en het hondje

Ik heb last van concentratieproblemen. Altijd al gehad, geloof ik. Op de basisschool wist ik tijdens het gezamenlijk lezen nooit waar we waren, omdat ik in mijn gedachten mijn Rollercoaster Tycoon-imperium aan het uitbreiden was of me zorgen maakte over de verspreiding van mond-en-klauwzeer bij varkens. Toen ik, eenmaal op de middelbare school, aan mijn broertje vroeg hoe hij in vredesnaam nog voldoendes kon halen voor geschiedenis terwijl hij nooit leerde, zei hij dat hij gewoon goed oplette in de les en zo genoeg meekreeg. Ik viel bijna van mijn stoel van verbazing: waren er serieus mensen die konden opletten bij geschiedenis? En waren deze mensen ook nog eens familie van mij?

(Je mag het best ironisch vinden dat ik nu voor de klas sta, hoor. Ik vind het zelf vooral handig: als ik een modelleerling was geweest, zou ik niet zo vaak positief verrast worden door de oplettendheid van leerlingen.)

Ook nu ik supervolwassen ben, zijn mijn gedachten nog altijd overdreven actief. Als ieder hoofd een feestje was, was die van mij er eentje met alleen maar eerstejaarsstudenten die pas sinds een paar maanden legaal mogen drinken en dus alles onderkotsen. (Ziet u het voor u?) Het is nogal chaotisch en vaak vermoeiend, maar in ieder geval niet saai – er is altijd wel iemand om mee te praten, bestaand of niet-bestaand (ik prefereer het laatste, want door die fictieve babbeltjes met bestaande mensen raak ik later wel eens in de war: hebben we dit gesprek nou echt gehad, of heb ik het gewoon verzonnen?).

Natuurlijk ben ik niet de enige ter wereld met deze problemen en hoef ik niet helemaal zelf te verzinnen hoe ik mijn hoofd een beetje rustig moet krijgen. Ik heb dan ook alles uit de handboeken geprobeerd om die bezopen studenten weg te krijgen. Meditatie hielp een tijdje, maar hoe vaker ik het deed, hoe minder effectief het leek. Yoga werkte ook even, en goed ook – ik vond die poses in het begin zo ingewikkeld dat ik niets anders kon dan me volledig concentreren op wat mijn yogaleraar van me verlangde. Na iedere les voelde ik me bijna zweven, zo licht was ik door de afwezigheid van partyruis. Een paar maanden later begon ik dat hele downward facing dog-gebeuren wel een beetje onder de knie te krijgen, waardoor er weer ruimte ontstond voor gedachten. Dat kleine kiertje veranderde al snel in een groot gapend gat waardoor alle weggestuurde studenten lachend terug naar binnen klommen.

Iemand vertelde me dat ik mijn aandacht moet zien als een  jong hondje dat overal op af wil rennen, maar dat moet leren om netjes bij mijn voeten te komen liggen. Ik moest meteen denken aan het hondje van een vriendin van me, dat, toen ik gehurkt zat om haar te aaien (het hondje, niet de vriendin), op mijn schoot kwam zitten. Het was een oncomfortabel maar wonderschoon moment, aangezien honden normaliter een natuurlijke afkeer van me hebben (net als baby’s) (nu was dat hondje zo klein dat hij meer op een konijn leek, maar toch.) Ik wilde het, toen het onderwerp ‘honden’ werd aangesneden, direct liever hebben over wat voor overwinning het was dat ik gewoon geconnect heb met een hond, maar goed, dat is een beetje ongepast als iemand je probeert te helpen met je concentratieproblemen, dus vertelde ik dit hem maar alleen in mijn gedachten.

Op een dag gaat het me lukken, op een dag ben ik de studenten en het hondje de baas en zal er wat rust in de tent komen (doet dit jullie ook zo denken aan Villa Volta???). Echt, heus, sowieso. Maar het gaat nog wel even duren, ben ik bang. Tot die tijd blijft het lekker druk, lekker vermoeiend, maar in ieder geval niet eenzaam, want ik kan er altijd met iemand over praten – al is het maar in mijn hoofd.

11 Comments

Filed under de ongemakken des levens, tijdmanagement

de verstopkampioen

Over het algemeen zie ik mezelf als een redelijk intelligent persoon, maar dat betekent niet dat ik geen gebreken heb. Zo dreig ik nog wel eens iets te vergeten waarvan ik van tevoren stellig wist: Lisa, dit kán niet uit je geheugen gewist worden. En dat is dan niet zoiets triviaals als een leuke anekdote die ik aan een vriendin wilde vertellen of de complete tekst van dit fantastische nummer, maar nee, Belangrijke Dingen, zoals een onderwerp voor een blogpost of waar ik mijn harde schijf precies verstopt heb.

Dat laatste behoeft wellicht wat uitleg.
Net als ieder weldenkend mens met veel herinneringen in de vorm van foto’s en verhaaltjes, stal ik deze onmisbare documenten het liefst op meer dan één plaats. Laptops zijn immers tijdbommen die je ieder moment kunnen laten stikken. Een harde schijf is daarom meer dan noodzakelijk.

Alleen behalve weldenkend en redelijk intelligent ben ik misschien ook nog eens eh, een beetje paranoïde. Als ik langer dan één nacht van huis ben, weet ik altijd zeker dat én mijn laptop én mijn harde schijf gejat wordt. Aangezien de marktwaarde van mijn harde schijf vandaag de dag hoger moet liggen dan die van mijn (bejaarde) computertje, is dit geen geheel onrealistische gedachte.

Vorig jaar besloot ik mijn harde schijf dan ook te verstoppen toen ik op vakantie ging. Dat was allemaal leuk een aardig, totdat ik hem een paar maanden na mijn thuiskomst weer nodig had. Toen was-ie namelijk onvindbaar.

Ik wist alleen nog dat ik hem héél goed had verstopt, op een plek waar niemand hem ooit zou kunnen vinden.

Maar waar dit was – ergens in mijn eigen kamer in Amsterdam, op een plek waar ik zelf niet bij kon? Bij mijn ouders in Rotterdam? Hoog? Laag? Bedolven onder kleding? – wist ik echt niet meer. Dus keek ik maar op alle plekken, en vond hem nergens.

Toen ik bijna weer op vakantie ging, besloot ik maar een nieuwe te kopen. Rib uit mijn lijf, maar ja, wat moest ik anders? Ik had overal immers al gezocht. Dus ik weer naar de Mediamarkt, precies dezelfde kopen, de dag voordat ik wegga alles erop kopiëren (en dat duurde lang! Lang!), en dat ding vervolgens weer verstoppen, samen met wat andere spullen die eigenlijk niet zo superveel waard zijn maar die ik ook niet gestolen wil hebben. Ik heb lang nagedacht over de juiste verstopplekken – iedere plaats op ooghoogte leek te voor de hand liggend, ik wilde hem niet op de grond leggen in verband met eventuele muizen (geen idee wat muizen met een harde schijf moeten, maar je weet maar nooit). Uiteindelijk wist ik overal een – apart – plekje voor te vinden.

Na mijn vakantie vond ik bijna al mijn spullen weer terug, maar raad eens wie er nu alweer een nieuwe harde schijf nodig heeft?

koos konijn verstoppen

Koos verstopt liever zichzelf. (Sorry voor de oncharmante sok btw)

20 Comments

Filed under de ongemakken des levens

schone lucht

De laatste tijd merk ik dat ik wat moeilijker adem, vooral zodra ik mijn eigen kamer binnenkom. Dit kan drie redenen hebben:

1. Het ventilatierooster is niet meer wat het ooit geweest is
2. Mijn longen vinden het niet oké dat ik al drie maanden niet meer hardloop
3. Ik heb zoveel aan mijn hoofd dat ik geen adem meer over heb

Zelf ga ik voor optie twee, omdat ik nummer één nogal onwaarschijnlijk vind en nummer drie wat melodramatisch. Al zou dit dan wel direct betrekking hebben op punt twee. Ik heb een paar keer enorme alinea’s getikt waarom alles nu zo veel en druk is, maar iedere keer klonk ik als een enorm zeikwijf en echt interessant was het ook niet, dus laat maar zitten; jullie moeten me maar gewoon geloven.

Dat is ook de reden waarom ik tweeënhalve week geleden abrupt stopte met bloggen. Het was niet zo dat ik geen inspiratie had (ik heb nooit inspiratie, maar om één of andere reden verschijnt er toch altijd wel iets, heel raar is dat), maar het idee dat ik óók nog eens meerdere keren per week een blog uit een hoge hoed moet toveren, trok ik even niet meer.

Sorry, hebben jullie al genoeg van de emo-Lisa? Gelukkig vertrek ik woensdagavond naar mijn vriendin Nora in Londen, zodat jullie even geen last meer hebben van al dat lawaai dat mijn hersenen maken. In Londen hebben ze er toch minder last van, want daar wonen zoveel mensen dat het niet opvalt.

Ik vlieg trouwens met British Airlines. Naar Heathrow. Dat is echt fantastisch, want meestal als ik naar Londen ga, moet ik naar een of ander aftands vliegveld waarna een of andere aftandse bus me naar een of ander random punt in Londen brengt, maar nu kan ik gewoon de metro pakken vanaf Heathrow. En British Airways staat me ook nog eens toe om achterlijk veel bagage mee te nemen. Een cabin bag én een personal bag, die gewoon 23 kilo per stuk mogen wegen. In totaal mag ik dus vier keer zoveel meenemen als normaal, terwijl ik aan normaal altijd al ruim genoeg had. Kan ik net zo goed mijn hardloopschoenen meenemen. En mijn laptop, zodat ik dat bloggen een beetje kan inhalen.

Hahaha grapje. Dat laat ik lekker liggen tot volgende week. Misschien plan ik morgen of overmorgen  nog een berichtje voor in de toekomst, maar… ik denk het niet.

Eerst maar de schone (…) lucht van Londen inademen.

12 Comments

Filed under hardloopavonturen, metablog

ik ben veel te oud voor dit soort ongein

Ik heb een blogprobleem. Een verschrikkelijk onorigineel blogprobleem trouwens, ik weet zeker dat alle bloggers onder mijn lezers dit wel zullen herkennen. Het heet: al je waanzinnig fantastische ideeën vergeten.

Vroeger trapte ik hier heel vaak in. Dan lag ik in bed, al bijna in slaap, en dan kreeg ik ineens een geweldig idee voor een blog. Zó geweldig dat ik er spontaan weer klaarwakker door was. Dat idee had dan ook nog eens een clou en een leuk woordgrapje in de titel. Omdat ik het al helemaal uitgedacht had, hoefde ik het ook niet op te schrijven. Want zo’n goed idee onthoud je wel, toch?

Nou, niet dus. Maar dan ook écht niet. Als je in een gesprek iets belangrijks wilt zeggen, maar het je ineens ontglipt, schiet het je later vanzelf wel weer te binnen – zeker als het echt belangrijk was. Maar die ideeën voor mijn blog? Nee. Die zijn gewoon echt voor altijd heel erg weg.

Daarom ben ik na jarenlang bloggen maar overgegaan op het opschrijven van mijn blogideeën in mijn telefoon. Dit hoef ik niet heel uitgebreid te doen – meestal is één woord wel genoeg om mijn hele in mijn hoofd geschreven blogpost, inclusief woordspelingen, terug te krijgen. En soms schrijf ik alleen maar een heel dubbelzinnige zin op, omdat die toevallig in die blog in kwestie voor zou komen, en omdat het opschrijven van een rare zin in plaats van het onderwerp voelt als een inside joke met mezelf. Ik hoef alleen maar die regel te lezen, en alles komt meteen weer terug.

Nou ja – meestal dan. Want op dit moment staat er een zin in mijn lijstje die me totaal niets zegt. Ik ben veel te oud voor dit soort ongein. Ja, dat is die zin. Niet dat ik te oud ben om na te denken over waar ik in godsnaam een blog over moet schrijven, zó oud ben ik nou ook weer niet. Ik vind mezelf dus ergens anders te oud voor. Maar waarvoor, in godsnaam? Om nog maar weer eens door te studeren? Te luisteren naar de Griezelbus-musical? Instagramfoto’s van knappe mensen te bekijken in de hoop dat ik er zelf net zo knap door word? Weekenden bij mijn ouders doorbrengen (even serieus ja, ik vraag me dus af wanneer het echt niet meer kan? Weet iemand dat)?

Ik heb dus geen idee waar ik mezelf te oud voor zou moeten vinden. Als iemand anders meer inzicht heeft in de kinderachtige dingen die ik allemaal doe, dan hoor ik het graag. Misschien heb ik dan weer mteen een leuk nieuw blogonderwerp.

15 Comments

Filed under metablog