Category Archives: kleding en zo

toch een nieuwjaarsboodschap (over schoenen)

Oh, Nieuwjaar. Ik ben dol op dat nieuwe begin, zo fris en schoon. Nou ja, figuurlijk gesproken dan – ik weet best dat het buiten nog steeds allemaal rotjes liggen en dat het concept van een nieuw jaar ook maar is ingebeeld, maar als je ervan profiteert, waarom zou je er dan cynisch over doen?

Ieder jaar heb ik er weer zoveel zin in. Begin dagen van tevoren alweer meer energie te krijgen, het gevoel dat ik alles beter kan en ga doen. Ik moest me dit jaar beheersen om niet alvast mijn kledingkast uit te mesten om me nu écht te ontdoen van al mijn troep, want dat zou het idee van goede voornemens voor in het nieuwe jaar wel verpesten.

Maar als je ergens van profiteert, waarom zou je het dan laten? Die kast was voor het nieuwe jaar al lekker leeg. Allemaal kleren in een zak voor het Leger des Heils, zalig. Niets Marktplaats, niets aan anderen vragen of zij interesse hebben, gewoon WEG voor eens en voor altijd. Wat betreft mijn schoenen was ik iets minder sterk, omdat die toch wat waardevoller zijn. Zo had ik suède overdeknielaarzen met een hak van twaalf centimeter. Ik heb die dingen drie jaar geleden voor 140 euro gekocht. De laatste twee jaar vroeg ik me echter regelmatig af of ik tijdens het kopen soms onder invloed was, want ze zitten superlomp om mijn benen. En ze zijn te groot. Maar toch kon ik ze niet wegdoen, want ze waren, nou ja, duur. En ze op Marktplaats zetten wilde ik niet, want ja, gedoe. Dadelijk kocht iemand ze en zei dan dat ze niet goed genoeg onderhouden waren. Rommelmarkt kon ook, maar ik had verder niets om te verkopen. Ik kon ze nog wel aan het Leger des Heils doneren, maar wie zat daar nou te wachten op schoenen met van die idiote hakken? Kon ik ze aan een ander goed doel geven?

Ondertussen bleven die schoenen maar plaats in mijn kast innemen. Overdeknielaarzen bestaan uit wel veel stof.

Toen werd het ineens 1 januari. En toen gebeurde er, dankzij al mijn ingebeelde gevoelens over een schone lei en het gevoel dat ik beter ben dan in 2013, iets goeds: ik besloot dat ik deze schoenen niet langer in mijn kast tolereerde en dat ik ze lekker wél aan het Leger des Heils ging doneren. Misschien zat daar wel iemand met een grote schoenmaat 38 die behoefte heeft aan een paar flinke hakken. En anders zou ik er nooit achter komen.

Dus ik gooide mijn laarzen, samen met een heleboel andere dingen, in de kledingbak. En dat voelde goeoeoed. Alleen al omdat ik nu NOOIT MEER hoef te bedenken wat ik in godsnaam met die schoenen moet doen, want ik HEB ze gewoon niet meer.

Dus hier een nieuwjaarsboodschap. Gooi dingen weg. Echt. Het is zo zalig. Bovendien zul je blij zijn zodra je gaat verhuizen (niet dat ik dat van plan ben, maar ik heb mezelf de afgelopen jaren maar wat vervloekt om die ongebruikte dingen die ik van nieuw huis naar nieuw huis meenam). Kom op, het is nog maar net 2014, dus je kunt je nog steeds inbeelden dat dit een nieuw begin is. Als ik het kan, kun jij het ook.

Leave a Comment

Filed under kleding en zo

het jassendilemma

Vorige winter bracht ik door in een vuilniszakkenjas. Je weet wel, zo’n glimmend gewatteerd ding dat iedereen altijd schamper uitlacht. Die figuren waar ik mee om ga doen dit tenminste – in het straatbeeld zie ik genoeg mensen die er minder problemen mee hebben (het uggs-effect, zeg maar).
Nu is die van mij niet echt een onvervalste. Oké, hij is grijs en gewatteerd, maar hij glimt niet. En hij heeft een tailleriem. En geen nepbont. Eigenlijk is het best een hippe jas, op een soort vooruitstrevende ik-sta-boven-jullie-haat-manier. Ik had hem twee jaar geleden van mijn moeder gekregen omdat ik bijna doodvroor in mijn prachtige paarse Benetton-jas. Die vuilniszakkenjas was inderdaad best wel heel veel warmer, dus droeg ik hem het jaar daarop.

Eigenlijk had ik al mijn vertrouwen in mooie jassen al lang verloren. Een roddelwebsite wist mij van mijn illusies te beroven: toen ik een keer op zoek was naar leuke achter-de-schermen-plaatjes van Gossip Girl (ja, dat kijk ik. Omdat ze zulke leuke kleren dragen. Jassen, voornamelijk), vond ik allerlei wanstaltige foto’s van de acteurs tussen de opnames door. Ze waren aan het filmen in winters New York. In de serie dragen de actrices prachtige pumps en jassen, maar tussen de takes door… kijk, dat ze hun hakken verruilen voor uggs, oké, daar kan ik nog inkomen. Maar dat ze hun mooie gekleurde wollen jassen verruilen voor een vuilnisbakexemplaar? Allemaal? Kennelijk lag het niet aan mijn ene Benetton-jas: mooie jassen houden je gewoon niet warm.

Desondanks vond ik mezelf gisteren toch weer voor de spiegel van een niet nader te noemen afdeling van de V&D. Met een lange groene wollen jas aan. Te twijfelen of het het waard was om gewoon iedere dag thermo-ondergoed te dragen om warm te blijven. Me af te vragen of ik niet gewoon beter in mijn avant-gardistische vuilnisbakkenexemplaar kon blijven rondlopen. En of die kleur groen me wel stond (dat soort dingen zie ik niet. Net zoals vet haar, ik weet ook nooit of ik mijn haar nou alweer moet wassen. Heel gek. Ik kan over het algemeen aardig met uiterlijke zaken overweg, maar dát). Te hopen dat deze jas gewoon wél warm genoeg was. Toen ik al een kwartier of wat stond te dralen, werd ik ineens toegesproken door een vrouw. Dat het een hele leuke jas was. En dat die kleur me goed stond. Voor het geval dat ik nog mocht twijfelen. Want zoiets is moeilijk hè, zo in je eentje.

Het was geen stem van God, ook niet van Blair Waldorf of van mijn onbewuste, het was een winkelende leeftijdsgenoot die aan de andere kant van het kledingrek stond. En heel vriendelijk lachte.

Dus bedankt ik haar vriendelijk lachend voor haar goede raad. En rekende ik de jas af. Gevoelig voor sociale druk, laten we maar zeggen.

Eenmaal buiten bedacht ik me met een schok dat ik misschien een maat groter had moeten nemen zodat ik er een heleboel truien onder kon dragen. Maar ja, te laat. Gekocht is gekocht. Ik kan mijn vuilniszakkenjas nog altijd dragen dagen dat het heel koud is (of ik me heel avant-gardistisch voel, Gossip Girl is immers ook al zó 2008).

 

P.S. Dit is ‘m

Leave a Comment

Filed under kleding en zo

van alto’s naar hipsters en weer terug

Vroeger wilde ik heel graag alto worden. Dit wilde echter niet zo goed lukken, omdat ik niet wist waar ik Overzeas-broeken kon kopen. Bovendien keken diegenen die deze kennis wél hadden me heel vies aan toen ik een blauwe maandag in een Avril Lavigne-shirt (oh, hoe naïef) naar school ging. Daarom verruilde ik de eyeliner onder mijn ogen maar snel voor eyeliner boven mijn ogen en luisterde ik maar weer gewoon naar Atomic Kitten. Je mot toch wat.

Dit betekent niet dat ik de alternatieve mode uit het oog ben verloren. Ik heb ze zien evolueren, die alto’s. Anno 2003 droegen ze allemaal gekleurde balletjeskettingen en teensokken, een paar jaar later was dit not done, toen droegen ze massaal identiteitsplaatjes om hun nek. Op dat moment werd het ook allemaal wat minder ‘klassiek’ alto: de jongere generatie alternatievelingen droeg skinnyjeans en boksbeugelkettingen en T-shirts van ijsjes die ‘rawrrr’ zeiden. Tsja. Het kan verkeren. Alternativiteit gaat ook met de mode mee. Daarom raakte ik een beetje in de war door de column ‘De dood van de alto’ op de Metro-site, waarin wordt beschreven hoe alto’s vroeger muziekfestivals als Lowlands domineerden met hun mislukte kapsels, slecht gekozen outfits en de wil om nergens bij te horen. Tegenwoordig is iedereen daar hipster en dat verpest de diversiteit. Maar als je met z’n allen lekker eigenwijs in de modder gaat banjeren, dan is toch niemand meer eigenwijs? Al die alto’s stonden toch ook lekker samen hetzelfde te zijn?

Nu ben ik het er wel mee eens dat mensen er op festivals irritant hetzelfde uitzien. En dat doet me weer denken aan dit stuk, ‘Sorry dat je zo veranderd bent Amsterdam’ op de site van HP/De Tijd, over dat Amsterdam verpest zou zijn door ‘verhipstering’. ‘Typisch Amsterdamse’ horeca- en uitgaansgelegenheden gaan dicht, om over te worden genomen door hippe koffiebars waarvan er in Amsterdam al veel te veel zijn. Tsja. Ik begrijp de ergernis, maar het verdriet niet. Kennelijk kwam er geen hond meer in die ‘typisch’ Amsterdamse zaken, anders hadden ze kunnen blijven bestaan. Als de stad hippekoffiebar-verzadigd raak, zullen die tenten ook wel weer sluiten.

En kennelijk wil dus ook niemand meer alto zijn. Ik denk niet dat het per se te maken heeft met het zogenaamd allesoverheersende hipsterdom – volgens mij is alternatief zijn gewoon niet meer zo in de mode. Heel rouwig kan ik hier niet om worden. Maar dat komt misschien ook omdat ik nog steeds een beetje jaloers ben.

Leave a Comment

Filed under kleding en zo, vroegah

een hypothetisch winkelverhaaltje

Winkelen is zoiets waarvan ik steeds vergeet hoe stom ik het vind. Het is niet dat ik niet van kleren hou, het is niet dat ik niet van nieuwe kleren hou, maar ik hou gewoon niet zo van het zóeken naar nieuwe kleren. Ik ben best wel kieskeurig en vind altijd alles lelijk, van slechte kwaliteit of gewoon meh.

Omdat ik steeds vergeet dat winkelen niet. leuk. is., krijg ik eens in de zoveel tijd toch weer De Geest en besluit ik een paar uur door te brengen in muffe confectieholen. Omdat een mens altijd wel iets nodig heeft, maak ik van tevoren een lijstje, laten we zeggen:
– dichte zomerschoenen die geen allstars zijn (de grootste schoenencrime die er bestaat, want dichte zomerschoenen zijn altijd lelijk)
– een bikini die blijft zitten als je vanaf drie meter hoog het water in springt
– desinfecterende handgel

In het begin is het altijd wel even leuk, ik ga vol goede moed de eerste winkels in. Ik pak duizend verschillende dingen van de rekken van de, laten we zeggen, Mango (oh nee, niet Mango, hebben we niets geleerd van het journaal?) (oké ik geef het toe het was Mango) en ga ermee in een pashokje staan (overigens zijn die dingen geen schoenen of bikini’s, maar drie jurken, een vest, een jumpsuit en een spijkerjasje (???)), om tot de conclusie te komen dat niets echt stom is, maar alles een beetje meh. ‘Meh’ is het grootste probleem bij winkelen. Als je eenmaal in zo’n hokje staat, ben je er toch wel vanuit gegaan dat je met íets leuks naar huis zult gaan, en tegen iets weerzinwekkends durf je nog wel nee te zeggen, maar het mehe ben je nog wel geneigd mee te nemen. Of nouja, ik dan, laat ik het niet te veel veralgemeniseren.
Uiteindelijk verlaat ik dan toch de winkel (met of zonder mehe dingen, dat ligt helemaal aan hoe sterk ik me die dag voel) en dan is de toon al gezet. Vervolgens besluit is dat ik maar actief op zoek moet gaan naar de dingen die ik nodig heb. Maar alle schoenen zijn net zo lelijk als ik dacht, en de weinige bikini’s die niet uit elkaar vallen als ik er naar kijk zijn saai en duur. En eigenlijk heb ik honger. Ik kan niet winkelen als ik honger heb! Het is al moeilijk genoeg! Maar dan zie ik een winkel die wel oké is, en dan ga ik toch maar even een jurk passen, want dat is altijd leuker dan dingen die je nodig hebt, maar eigenlijk zie ik helemaal geen leuke jurk, dus pas ik maar een stomme. En dan is het ineens al bijna sluitingstijd.

In dit hypothetische geval kom ik thuis zonder bikini, maar met de allstars waarvan ik al jaren zeg dat ik die nóóit meer ga kopen, een Mango-vest (laatste keer) en twee vetcoole mega-afgeprijsde dingen van Supertrash (waarvan in een zogenaamd met de hand moet wassen, maar dat is toch niet echt waar? Iemand? Dat zeggen ze toch alleen maar?).

Oh ja, en zonder desinfecterende handgel, want de rij voor Kruidvat was te lang.

PS1. Voor iedereen die zich zorgen maakt of ik nu wel kan gaan zwemmen: ik heb nog wel een goede in de kast hoor. Na zeven jaar was ik wel klaar met dat printje, maar hij zit nog uitstekend in elkaar.
PS2. Als het soepel loopt, vind ik het trouwens wél leuk. ‘Soepel’ betekent meestal dat ik allemaal dingen in de eerste drie winkels koop en dan klaar ben. Gebeurt ongeveer twee keer per jaar.
PS3. En dan heb ik het nog niet eens gehad over hoe zenuwachtig ik word van al die rommelige uitverkooprekken.

 

 

Deze post ging 20 augustus 2013 online, maar verdween toen mijn blog crashte. Op 10 oktober 2014 heb ik hem ergens in de krochten van het web gevonden en opnieuw online gezet.

Leave a Comment

Filed under de ongemakken des levens, kleding en zo

zeven rode jaren

schoenenrood

Ik kocht ze toen ik vijftien was. Ik was toen net een paar maanden gestopt met vlees eten en wilde eigenlijk ook geen dode dieren meer aan mijn voeten. Mijn moeder vond het geen goed idee dat ik dag in dag uit op knellend plastic zou lopen en stond erop dat ik zwarte leren laarzen kocht, maar goed, een extra kunststof paar van mijn eigen geld kon ze me moeilijk verbieden.

Ze waren maar vijftig euro en ze waren perfect. Precies de goede kleur rood, precies de goede vorm en precies de goede lengte. En hoewel je het misschien niet zou verwachten, stonden ze bijna overal bij (hoewel dit natuurlijk uit de mond komt van een meisje dat de hele winter met een groene tas en oranje sjaal heeft gelopen). De hak was hoog genoeg om een hak te mogen heten en laag genoeg om er de hele dag op door de stad te kunnen lopen.

Maar ja, plastic hè, dat ga je toch merken. Toen het verflaagje begon te rafelen, heb ik de beige stof die eronder vandaan kwam eerst ingekleurd met rode pen. Jammer alleen dat ik tijdens het inkleuren de laagjes er nog verder afduwde.
En ja, heel lekker zaten ze niet altijd. Als ik ze uit had gedaan en een half uur later weer aan wilde trekken, waren ze nog steeds warm. Wat wel comfortabel was, maar ook een beetje viezig.

(En ze waren spekglad – ik ben vandaag in de keuken nog bijna op mijn bek gegaan – maar dat heeft niets te maken met het feit dat ze van plastic zijn.)

Gisteren concludeerde ik dat het er wel heel zielig uit begon te zien. Voorkant kapot, bovenkant kapot, van binnen helemaal stuk – ze waren één grote ravage, en dan niet eens een ravage die nog wel iets had, het was alleen maar zielig. Zielig voor alle betrokken partijen.
Vandaag mochten ze nog één keer mee naar college.
Het waren zeven goeie jaren.

21 Comments

Filed under kleding en zo