Category Archives: de ongemakken des levens

de wasserette-blues

Vroeger dacht ik altijd dat een wasserette leuk zou zijn. Een soort hippe ontmoetingsplaats, net zoals in Beugelbekkie (weten jullie dat nog? Die ging er altijd met haar vrienden heen om felgekleurde drankjes te drinken en coole jongeren uit te checken. Voor de vorm stopte ze dan één sok in een wasmachine). Maar jullie voelen ‘m al aankomen: dat was voordat ik ooit in een wasserette geweest was.

Inmiddels kom ik er redelijk vaak en ik verveel me er altijd kapot. Die waar ik heen ga, is klein en ranzig. Er staat maar één bankje, een raar wit plastic ding dat zich direct naast de altijd openstaande deur bevindt.
Toen ik er voor het eerst kwam, had ik hulp nodig van een medewerker. Ik vond haar achterin het gebouw, in een gigantische maar bijna lege kamer, met haar blote voeten op tafel. Zonder iets te vragen, zette ze ‘mijn’ wasmachine om 45 graden en deed het deurtje dicht. Een uur lang (hoewel de wasmachine zelf belooft er maar drie kwartier over te doen) heb ik mijn vingertoppen afgekloven, uit angst dat alles twee keer zo klein en kleurloos zou worden. Toen ik mijn jurkjes en T-shirts voorzichtig uit de wasmachine trok, vielen mijn sokken op de niet al te propere vloer.

Ik weet niet wat er hier in Parijs in de lucht zit, maar het duurde twee dagen voordat de was droog was. Gelukkig bleken mijn kleren (onder het mom: onkruid vergaat niet) een uur lang tropische temperaturen te hebben overleefd. Minder leuk was dat alle haren en stofjes dat ook hadden. Als in: die haren en stofjes waren niet met het afvalwater mee gestroomd, maar bleven lekker aan al mijn truien hangen. Geeft een fris gevoel!

Concluderend kan wel gezegd worden dat ik niets, maar dan ook helemaal niets fijn vind aan deze wasserette. En toch kom ik er telkens weer terug. Niet omdat er geen andere opties zijn, of om een of ander romantisch sloeberig ditisnueenmaalmijnhotspot-gevoel, maar omdat bovenstaand verhaal zo ontmoedigend is dat ik het niet aankan om me opnieuw teleur te laten stellen.

21 Comments

Filed under de ongemakken des levens

creperend schreef zij vlijtig door

Zoals jullie weten, ben ik dol op alles dat te maken heeft met tijdmanagement. Sneller werken. Effectiever werken. To do-lijstjes, meer geavanceerde to do-lijstjes, mega-geavanceerde to do-lijstjes, uitgekiende agenda’s, I love it.
Zoals jullie ook weten, ben ik nogal vaak ziek. Ziek zijn is de roet in het eten van mijn efficiëntie. Nu besef ik me dat ik me gelukkig mag prijzen dat ik geen ‘echte’ ziekte heb waardoor ik regelmatig uren/dagen/weken plat moet; het is ‘slechts’ mijn zwakke weerstand (ook al eet ik nog zo gezond). Leuk is het echter niet.

Op het moment dat ik dit schrijf heb ik net één collegedag en een heleboel god-ik-voel-me-zo-ellendig-uren achter de rug. Vanochtend, toen het nog wel ging, had ik een to do-lijst gemaakt. Een hele knappe. Een paar dingen heb ik, creperend van de pijn, af kunnen strepen. Je moet toch wat! Ik ben niet zo ziek dat mijn hersens niet meer werken, maar genoeg om te wíllen dat ze even niet meer zouden werken.

Inmiddels kijk ik weemoedig terug naar vorige week, toen ik fysiek nog beresterk maar geestelijk gewoon te lamlendig was om iets uit te voeren en daarom maar urenlang op ohnotheydidnt.livejournal.com negatieve energie opsnoof. Rouwig ben ik nu, om al die verspilde uren. Alles wat ik nu had willen doen, had ik toen  makkelijk voor elkaar te krijgen. Maar op dat moment vond ik het kennelijk belangrijker om mezelf te verdoven met Het Internet.

Vier dagen duurt dit nu al. Hopelijk ben ik morgen weer beter: ik heb zoveel zin om met volle aandacht te kunnen studeren en lezen en schrijven en oh, op zich zou ik nog wel wat van Parijs willen zien. Mijn to do-lijstje heb ik al klaar. Als ik het zo bekijk, is er niets dat productiever maakt dan ziek zijn. Lekker hoor. Not.

14 Comments

Filed under de ongemakken des levens, tijdmanagement

nog iets over eerstewereldpijn

Parijs is duur, zeker voor de naïeve uitwisselingsstudent. De drankjes kosten meer, je moet ineens betalen voor het OV en door de taalbarrière slash vermoeidheid maak je ook nog wel eens wat minder voordelige keuzes in de supermarkt – maar dit had ik allemaal van tevoren al ingecalculeerd.

Wat ik echter niet had ingecalculeerd, is het aantal mensen dat per dag op mijn geld aast. In Rotterdam of Amsterdam passeerde ik per maand  drie bedelaars, minder waarschijnlijk, maar hier zit in iedere grote straat, in ieder metrostation iemand met een potje die ‘s’il vous plaît‘ roept.
In mijn arrondissement zie ik dat al, dus ik hoef niet te beginnen over hoe dat gaat bij de toeristische trekpleisters. De meisjes die je afleiden met een verhaal over een doveninstituut, de mannen die snel een armbandje om je pols knopen en daarna willen dat je ervoor betaalt, zoekende fotografen en opdringerige bloemisten, de tassen- en vier-Eiffeltorens-voor-‘n-euro-verkopers; allemaal zijn ze tot op het wanhopige af uit op je geld.

In de categorie snel-een-armbandje-om-je-pols heb je natuurlijk ook de metromuzikanten, die na het sluiten van de metrodeuren je coupé vullen met muziek. Het akelige van de metromuzikanten is dat ze vaak erg getalenteerd zijn, waardoor het niet onplezant is om naar ze te luisteren. Juist daarom heb ik zo’n hekel aan ze: wanneer ze na een paar haltes spelen langsgaan met de hoed, voel ik me gedwongen om ze te belonen met kleingeld, terwijl níemand me heeft gevraagd of ik dit wel wilde! Dan heb ik liever dat een dakloze rechtstreeks aan mij om wat geld vraagt: dat is een veel eerlijkere manier van iemand dwingen.

Na het typen van vorige alinea voel ik me een personage uit ‘FirstWorldPains, the movie’. (Nee, die bestaat niet). Want uiteindelijk ben ik niet echt het slachtoffer van dit verhaal – dat zijn de mensen die op allerlei manieren een stukje van mijn studiefinanciering proberen te krijgen. En dat zijn er veel, hier in Parijs, hier in Frankrijk, hier in West-Europa.

24 Comments

Filed under de ongemakken des levens, studie in buitenland

verslaafd zijn is niet goed, nooit

Toen ik zestien was ging ik een week op uitwisseling naar Tsjechië. Een vriendin klaagde daar dat ze zich niet goed voelde. Het kwam door het gebrek aan fruit, vertelde ze, thuis at ze daar altijd heel veel van, zonder voelde ze zich slap. Ik had nergens last van. Ik at nooit fruit.

Vijf jaar later ben ik veranderd in een heuse vitaminejunkie. Op slechte dagen eet ik drie stuks fruit en tweehonderd gram groente, op betere dagen het dubbele. De naam van mijn blog doe ik weinig eer aan: in plaats van vijfkoffiegraag had-ie beter dertiengroenetheemetcranberrygraag kunnen heten.

Het ging mis toen ik op mezelf ging wonen. Ik ben altijd vaak ziek geweest en ik dacht dat het iets te maken had met de af en toe wat karige hoeveelheid groente die mijn ouders me voerden. Nu ik zelf de regie over mijn voeding kreeg, kon ik transformeren in een soort supermens vol energie – hoopte ik. Helaas vielen de resultaten van mijn nieuwe eetpatroon wat tegen, en toen ik naar de dokter ging was zijn conclusie dat ik minder moest stressen en meer moest sporten.

Dat van die stress is niet echt gelukt en sporten deed ik al genoeg, maar mijn gezondheid lijkt zich na een jaar toch te hebben verbeterd. Misschien doet het ouderdom me goed, misschien had mijn lichaam gewoon wat langer nodig om te begrijpen dat vitamines je weerstand verhogen – ik weet het niet. Ik weet wel dat ik niet meer zonder Gezond Voedsel durf. Doodsbang ben ik om op de eerste de beste dag dat ik geen appel heb gegeten te bezwijken aan de vogelgriep, als ik ergens bij iemand anders eet kijk ik altijd sip naar de scheve koolhydraten/groenteverhouding.

Dit lijkt niet misschien niet zo’n ernstig probleem, zolang ik hieraan toe blijf geven is er immers er niets aan de hand. Toch is er een ding dat me dwars zit: de afhankelijkheid. Verslaafd zijn is afhankelijk zijn. En dat wil ik niet. Inmiddels ben ik weer in Tsjechië geweest en ik heb daar genoeg fruit gekregen, maar stel dat ik ooit met een groep mensen op een bootje midden in de Atlantische Oceaan verzeild raak, of dat er anarchie uitbreekt dankzij een heftige een zombie-epidemie, dan ben ik de eerste die het loodje legt. Lekker is dat, goede gewoontes.

24 Comments

Filed under de ongemakken des levens

ik voel me rot als in een franse mcdonald’s ben, nee eigenlijk sowieso als ik in een mcdonald’s ben

We stonden in de verkeerde rij.
Dat zegt iedereen altijd, maar wij stonden écht in de verkeerde rij.

Volgens mij zijn alle McDonald’s-en langs snelwegen in Noord-Frankrijk immer gevuld met Nederlanders. Dit is gênant, heel gênant,  al weet ik niet precies waarom. Misschien omdat Nederlanders gewoon gênant zijn.

Het kleine meisje van onze kassa was al een hele tijd weg. Patat scheppen. Ik overwoog om in een andere rij te gaan staan, maar aangezien we hier al zo lang stonden, vond ik het zonde om te wisselen. Achteraan de rij naast ons stond een man die eruitzag als een zwerver. Hij had een bonnetje in z’n hand.

Voor me stond een blonde vrouw in een roze polo. Ze gebaarde naar het patatvulmeisje dat ze hierheen moest komen, en dat terwijl zij zelf nog lang niet aan de beurt was. Ze deed het met een air alsof het haar dagelijks werk was.

Achter me zei een man tegen zijn dochtertje: “Nee lieverd, we rijden door Duitsland. Je weet dat papa een pesthekel heeft aan België.”

In de rij naast me stond en weldoorvoede man met krullen en een trui van kasjmier. Zijn zoontje van vier had lang haar, een kekke streepjespolo en heette Florian.

Allerlei mensen rondom ons begonnen lacherig te zeiken over de medewerkers van de macdo. Ondertussen gingen deze onderbezette kinderen gewoon door met zich uit de naad werken.

Toen de blonde vrouw tien minuten later aan de beurt was, bestelde ze in het Engels. Het kleine meisje aan de kassa vroeg iets in het Frans. Ze herhaalde het drie keer, maar de vrouw begreep haar niet. Het meisje wist echter niet hoe je het in het Engels moest zeggen en wendde zich tot een hamburgerbakker. Zijn Engels was gelukkig beter, maar de boodschap beviel de vrouw niet.

De man die op een zwerver leek was uiteindelijk eerder aan de beurt dan wij. Hij reikte de caissière een bonnetje aan. Ze keek nogal moeilijk en maakte een afwijzend gebaar; de man reageerde hier niet op.

We hebben 35 minuten in de rij gestaan. En daarna was er maar één wc want de andere was tijdelijk buiten gebruik.

34 Comments

Filed under de ongemakken des levens