Tag Archives: misschien was deze post leuker geweest als ik ‘m in sonnetvorm had geschreven maar daar denk ik nu pas aan

Beste mevrouw D.,

Toen ik had besloten om een semester in Frankrijk te gaan studeren, verwachtten mijn ouders dat ik geen enkel vak zou halen. Zelf geloofde ik er heilig in dat ik voor alles zou slagen. Dat droombeeld viel al snel in duigen, maar ik wist zeker dat ik met een paar goede cijfers thuis zou komen.

En dat ik in ieder geval úw vak zou halen. Want sonnetten analyseren, dat kan ik inmiddels wel. Dat bleek ook uit het eerste deeltentamen: zelden ging een toets zo goed. Omdat ik voor mindere vakken ook allemaal voldoendes heb gehaald, rekende ik op een prachtig cijfer. U gaf me echter een zes. Van de twintig. Toen ik u er na de les op aansprak, zei u dat ik thuis even de taalfouten moest verbeteren, en dat we er later naar zouden kijken.

Volgens mij bent u echt aardig. Dat zie ik aan uw verontschuldigende blik als u weer eens een kwartier te laat bent, aan hoe u nauwelijks uw stem durft te verheffen als u de klas tot stilte wilt manen. Ik geloof daarom ook dat u mij echt wel een goed cijfer gunt, maar het vanwege uw werkethiek gewoon niet kunt geven, omdat u mijn zinnen op één of andere manier echt niet begrijpt (in tegenstelling tot de andere docenten, die op mijn tentamens collectief ‘slecht Frans maar tekst goed begrepen’ schrijven).
(Bij dat ‘slechte Frans’ wil ik wel nog een kanttekening plaatsen. Ik praat de hele fokking dag alleen maar Frans, zonder al te grote problemen. Niet zonder dertig foutieve zinsconstructies per alinea, maar toch.)

Voor de verbeterde versie van het tentamen had ik een zeven. Van de twintig. “Het Frans is te moeilijk.”

Vandaag had ik een mondeling voor uw vak. Mijn tweede mondeling al, want die ik voor de klas deed, heb ik niet gehaald – u noemde het “heel dapper”, maar u doet niet aan troostprijzen. Ik weet eigenlijk niet waarom ik het nog probeerde; de tweede deeltoets was weliswaar weer supergoed gegaan, maar we weten allebei dat onze percepties van ‘goed’ nogal afwijken.

Toen ik al in uw lokaal stond, besloot u dat ik deze mondeling beter bij een andere docent kon doen.
Nadat ik me door het te analyseren sonnet had heengestotterd, merkte de man op dat ik het heel goed had begrepen, en dat ik het goed had uitgelegd. Ik zou ‘une très bonne note’ krijgen.
Une. Très. Bonne. Note.

Dus, mevrouw. S’il vous plaît. Probeert u alstublieft bij het nakijken van dat laatste tentamen mijn ‘slechte Frans’ te begrijpen, zodat ik het vak alsnog haal. Ik heb geen enkele les gemist. Ik heb vrijwillig een mondeling voor de klas gedaan. Ik was er vandaag wéér.
Ik weet dat u het ook wilt.

Bien cordialement,

Die ene hopeloze buitenlander

21 Comments

Filed under studie in buitenland, studie/werk