Afgelopen weekend droomde ik over mijn oma. Het was niet echt een bijzondere droom, ze was er gewoon en ze was een beetje bozig om iets, maar waarom werd niet helemaal duidelijk. Ik was die ochtend al wakker geworden maar weer in slaap gevallen en sliep dus niet zo diep. Half in de ene, half in de andere wereld dacht ik: oh ja. Het is niet echt. Ze is niet dood. Het was allemaal maar een droom.
Dit overkomt me best vaak – soms met mijn ene oma, soms met mijn andere, soms met allebei tegelijkertijd. Niet zo heel vreemd, aangezien allebei mijn oma’s deze zomer zijn gestorven.
En ja, ik weet het – ik mag van geluk spreken dat ik ze zo lang bij me heb gehad. Ik ken zoveel mensen die hun eigen ouders minder lang hebben gekend dan ik mijn grootouders, en mensen die jonger waren dan ik en die er al langer niet meer zijn dan mijn oma’s. Afgezien van mezelf ken ik niemand, niemand die op zijn of haar 22ste verjaardag twee complete grootouderparen op bezoek had.
En ja, zeggen we dan, uiteindelijk is er nog steeds veel om dankbaar voor te zijn, voor mijn ene oma omdat ze nu eindelijk geen pijn meer heeft en voor de andere omdat ze die pijn van mijn andere oma niet zal kennen.
Maar het blijft supernaar en ik haat die momenten nadat ik even denk dat het allemaal helemaal niet waar is.
Pingback: wat ik heb geleerd van 10 jaar bloggen | vijf koffie graag