Tag Archives: velvet goldmine

mijn lievelingsfilms, van nul tot nu

Ik ben gek op favorietenlijstjes. Het is een manier om orde aan te brengen in onze chaotische wereld, denk ik.

Door de jaren heen heb ik veel verschillende lievelingsfilms gehad. Vandaag heb ik een lijstje gemaakt met de films die ooit de wisselbeker ‘Belangrijkste Film In Lisa’s Leven’ in bezit hebben gehad: van toen ik nul was, tot nu. Oké, niet echt al vanaf ik nul was, maar ‘van vijf tot nu’ bekt niet echt lekker (en misschien werkt deze titel als clickbait omdat jullie dan denken dat ik een wonderbaby was of zo, al weet ik nog niet helemaal wat ik daaraan op lange termijn zou hebben).

5 – Belle en het Beest

Net als bijna alle kleutermeisjes was ik helemaal gek van Disneyfilms. Van iedere Disneyfilm eigenlijk, maar mijn voorkeur ging toch altijd wel uit naar verhalen met een Sterke Vrouwelijke Hoofdrol (voor mannen en dieren leerde ik pas op latere leeftijd sympathie op te brengen). Mijn lievelings was Belle en het Beest. Vermoedelijk vooral omdat Belle net zo gek was op boeken als ik. (Niet dat ik op mijn vijfde al kon lezen – maar dat mocht de pret niet drukken.) Bovendien vond ik die hele verhaallijn met dat opgesloten zitten in het kasteel en vervolgens een Stockholm-syndroom ontwikkelen erg interessant. Jawel, als kind wist ik wat plezier maken was.

En nu? Mwah, ik zou hem op zich nog wel een keer willen zien, maar ook weer niet zo graag dat ik de moeite neem om hem op te zetten. Ik heb de versie met Emma Watson ook niet gekeken trouwens. Beetje hetzelfde verhaal als met de animatieversie.

7 – De klokkenluider van de Notre-Dame

Toen ik een iets ouder kind was, was ik nogal fan van De klokkenluider van de Notre-Dame. En met ‘fan van De klokkenluider van de Notre-Dame’ bedoel ik vooral … fan van Esmeralda. Ik was echt totaal geobsedeerd door dat mens. Ze was zo cool en vrijgevochten en zelfverzekerd en knap, en ze kon ook nog eens handlezen! Ik had van alles van haar, van barbie tot witte afzakschouderblouse tot een tamboerijn  die mijn moeder had gemaakt van een soort bijtring van m’n zusje (geen idee of mijn zusje dat ding ooit gebruikt had trouwens, zal wel niet).

En nu? De gelijknamige roman van Victor Hugo, waar de film op gebaseerd is, is tegenwoordig een van mijn lievelingsboeken. Niet vanwege Esmeralda (die was in het boek veel minder stoer dan in de Disneyfilm), maar omdat het heel goed (grappig, zelfs) geschreven is en ik altijd ontzettend meeleef met alle personages (zelfs met de mannen). En ik ben ook erg fan van de musicalversie. De Disneyfilm kijk ik nooit meer in z’n geheel, maar soms luister ik voor de grap naar dit intens disturbing nummer en begrijp ik niet hoe het kan dat ik mijn jeugd relatief ongeschonden uitgekomen ben.

13 – The hot chick

HOT CHICK, Anna Faris, Rachel McAdams, Alexandra Holden, Maritza Murray, 2002, (c) Walt Disney

Eeeuh ja. Ik schaam me een beetje om toe te geven dat ik ooit intens fan was van een film met ROB SCHNEIDER in de hoofdrol, maar het was wel zo. Korte samenvatting: Jessica (Rachel McAdams a.k.a. Regina George!) wordt op een dag wakker in het lichaam van een man (Rob Scheider dus). Een betovering, zo blijkt. Die kan opgeheven worden, maar dan moet ze wel eerst de man vinden die nu in haar prachtige jonge lichaam rondloopt. Ik weet eigenlijk niet meer zo goed waarom ik dit zo’n leuke film vond dat hij jarenlang mijn allerfavorietste favoriet was – waarschijnlijk vond ik hem gewoon erg grappig?

En nu? Nou, nadat mijn zusje en ik bijna een decennium lang hebben geroepen dat we hem nog eens wilden zien, voegden we enkele weken terug eindelijk daad bij woord. Ik denk dat het zo lang duurde omdat ik bang was dat hij nu ontzettend tegen zou vallen. Maar eh … ik heb vaker hardop gelachen dat verantwoordelijk is om toe te geven. Al moet de Politiek Correcte Versie van mijzelf even zeggen: er zaten wel dat grappen in dit ECHT. NIET. KUNNEN. Bij die grappen heb ik uit protest heel chagrijnig gekeken. En daarna maar weer keihard lachen. Ik heb nooit gezegd dat ik niet kinderachtig was.

15 – Interview with the vampire

Als ik in een melodramatische bui ben, zeg ik altijd dat mijn leven pas écht begon toen ik Interview with the vampire keek.  (Als ik in een minder melodramatische bui ben, zeg ik pas dat mijn leven pas écht begon toen we thuis ADSL-verbinding kregen). Ik was 15, het was zomer, het was laat. IWTV wilde ik al jaren zien, maar bij de videotheek hadden ze ‘m niet, en dit was in een tijd waarin het kopen van een dvd nog een enorme hap uit mijn budget was. Dus toen ik in de VARA-gids had gezien dat dit (toen inmiddels al 10 jaar oude) meesterwerkje op tv zou komen, zat ik ruim van tevoren klaar met een bak popcorn en cola.

Weet je wat het is: als kind was ik gek op vampiers, maar toen ik ouder werd, groeiden m’n vampierboeken niet bepaald met me mee. Alle boeken en films die gericht waren op (semi-)volwassenen waren zo flauw, zo saai, zo ongeloofwaardig. IWTV moest anders zijn, had ik vernomen. En dat was hij. Korte samenvatting: Louis (Brad Pitt) is best wel klaar met het leven. Daarom maakt Lestat (Tom Cruise) hem maar on-dood. En als Louis dan nog steeds een beetje down is, schenkt Lestat hem een dochter (Kirsten Dunst). Alleen eh … dochterlief vindt het eigenlijk helemaal niet leuk om voor eeuwig kind te moeten zijn.

Die zomeravond in 2006 was ik direct verkocht. Ik had nog nooit een film gezien die zo sfeervol, tragisch en romantisch was als deze. Alles aan deze film vond ik zo adembenemend mooi, van de beelden tot de muziek tot het kapsel van Brad Pitt. Ik heb hem in de jaren erna dan ook nog regelmatig gekeken. En tussen de kijkbeurten door zette ik regelmatig eventjes de trailer op. Of ik luisterde de soundtrack. (Ja, die had ik serieus.) Het is dat die vampiers allemaal doodongelukkig waren, anders had ik denk ik een enkeltje New Orleans geboekt en sindsdien geleefd op mensenbloed (wat best ironisch is, aangezien ik ongeveer tegelijkertijd met het zien van deze film stopte met het eten van vlees omdat ik dat barbaars vond).

En nu? De laatste keer dat ik hem heb gekeken, is denk ik alweer vier jaar geleden. Ik kan er tegenwoordig minder van genieten omdat ik hem té goed ken. Maar nu ik dit schrijf, voel ik alweer een bloeddorstig verlangen om hem te zien, dus misschien ga ik dat binnenkort toch wel weer eens doen.

18 – Velvet Goldmine

Dit was ook zo’n film die ik Heel Graag Wilde Zien, maar in dit geval had ik het heft in eigen hand genomen en hem maar gewoon zelf gekocht (op m’n 18e had ik toch wat meer geld hè). Ik zag hem in mijn eindexamenjaar, in de tijd dat ik nogal geobsedeerd was door glam rock (denk: Ziggy Stardust, zilveren broeken en Brian Ferry met een oogontsteking door al die glitter make-up*). En hij was net zo goed en geweldig en allesoverheersend als ik had gehoopt. In Velvet Goldmine lopen twee, of eigenlijk drie verhaallijnen door elkaar: die van de opkomst en ondergang van superster Brian Slade (Jonathan Rhys Meyers), hoe tiener Arthur (Christian Bale) dit beleeft, en hoe volwassen Arthur uitzoekt waar Brian Slade nu gebleven is.

Deze film moet je niet kijken met het idee dat je hem in één keer gaat begrijpen. Op zich zijn de grootste verhaallijnen wel duidelijk, maar heden, verleden en fantasie lopen zo door elkaar dat er veel lagen tussen zitten die je mist, en die ik soms na tien keer kijken pas begreep. Maar dat maakt hem alleen maar beter. Velvet Goldmine heeft alles wat ik zoek in een film: geweldige muziek uit de jaren ’70, hysterische kleding, random Oscar Wilde-verwijzingen, een Placebo-cameo, ontzettend veel glittermake-up en een tragisch verhaal over imago versus identiteit, en over en iets vinden wat van jou is. En dan de acteurs! JRM is natuurlijk geweldig, maar de jonge Arthur en zijn liefde voor glam rock breekt meerdere keren mijn hart, en ook de transformatie die Mandy (Toni Collette) ondergaat is zó goed gedaan dat ik haar dolgraag een medaille en een bos bloemen wil geven.

En nu: misschien hebben jullie het al geraden aan bovenstaand lyrisch stukje, maar Velvet Goldmine is nog steeds mijn lievelingsfilm. Hij is zo erg mijn lievelingsfilm dat ik hem niet eens belachelijk kan maken als ik het zou willen. GA HEM TOCH KIJKEN JONGENS.

* Volgens mij had Bri een ooglapje op omdat hij een tennisbal in z’n oog had gekregen of zo, maar ik vind mijn eigen theorie leuker.

2 Comments

Filed under film en teevee

over bijna-waargebeurde verhalen (meer specifiek: over into the wild)

Vijf jaar geleden kreeg ik er een nieuwe favoriete film bij: Into the wild. Het was liefde bij de eerste kijkbeurt. Ik schreef er een blog over, waarna een medeblogger (Jaap, lees je nog mee?) me het boek stuurde waar de film op was gebaseerd.

Het boek vond ik net zo fantastisch – of misschien nog wel iets fantastischer. Ik las het continu. Op Lowlands. In de metro. In de lunchpauze op mijn werk. En dat zegt wat, aangezien ik het altijd heel vervelend vind om kleine stukjes te lezen, ik heb normaal altijd tijd nodig om erin te komen – maar niet bij dit boek, hierbij wilde ik ieder flintertje pakken dat ik maar kon pakken. Jon Krakauer vertelt niet alleen het tragische – waargebeurde – verhaal over hoe Christopher McCandless buiten de samenleving wilde leven, maar ook over anderen die zich afzonderden en de wildernis inliepen, en over waarom zij hier hun heil zoeken, en ik vond het zo, zo interessant.

Wat mij zo aantrekt in zowel de film als het boek, is het idee van een vrijheid waarvan je altijd vergeet dat die bestaat. Ik wil ongeveer dezelfde dingen als alle andere mensen die ik ken: werken, een huis kopen, mijn familie gelukkig maken. McCandless trok zich niets van dit aan. Hij ging gewoon de samenleving uit. De natuur in. Weg van het ‘moeten’. Want ja, waarom ook niet? Je hebt maar één leven en het staat niet in de sterren geschreven dat je een hypotheek nodig hebt. Hypotheken zijn ook maar gewoon door iemand verzonnen.

Nu zou ik zelf nooit de wildernis intrekken. Zoals ik al zei: ik wil werken en een huis en leuke dingen doen in de stad met mijn vrienden en familie. Als ik in m’n eentje in Alaska zou zitten, zou ik me best wel vervelen.

(Bovendien: zien jullie mij al op elanden jagen?)

Toch trekt het me, het idee dat je ook gewoon vrij kunt zijn. Dus daarom kijk ik maar weer de film, lees ik maar weer het boek. Heb ik toch weer ff mijn portie wildernis gehad, ben ik toch even in de buurt geweest van iemand die dit wel echt heeft meegemaakt – in mijn hoofd dan. Kan ik meteen weer verder met m’n belastingaangifte e.d.

into-the-wild

De laatste keer dat ik het boek las, vond ik het echter ineens toch wat minder goed. Wat het precies was, daar kon ik mijn vinger niet op leggen – het verhaal greep me minder (omdat ik het al zo vaak gelezen had?), ik ergerde me aan de auteur. Krakauer beschrijft veelvuldig hoe hij zelf levensgevaarlijke bergbeklimpraktijken uithaalde, hij vergeleek zijn eigen motieven om te willen vluchten met die van McCandless, hij wist allemaal zo goed wat die jongen voelde en dacht – het zat me niet helemaal lekker. Ik vond het een beetje smakeloos, al dat gepraat over jezelf in vergelijking tot iemand die dood ging toen hij half zo oud was als jij.

(Wel ironisch dat ik me hier zo aan ergerde – ik ben immers een blogger. Met andere woorden, ik ben EXTREEM NARCISTISCH.)

Na het lezen ging ik wat googelen, en met dat gegoogle kwam ik er ook achter dat er wel meer kritiek is op deze auteur: zo zou hij bij het reconstrueren van het verhaal wel erg creatief geweest zijn met het uitleggen van dagboekfragmenten van McCandless en met het interpreteren van de precieze gebeurtenissen die hebben geleid tot diens dood. Met andere woorden: dit waargebeurde verhaal was toch niet zo waargebeurd als ik dacht.

velvet-goldmine

Dit doet me trouwens denken aan mijn allerlievelingsfilm aller tijden, Velvet Goldmine. Velvet Goldmine is een totaal andere film dan Into the wild. Waar Into the wild een redelijk ‘normale’ film is die een soort van chronologisch verloopt, is Velvet Goldmine veel verwarrender. Werkelijkheid en fantasie lopen door elkaar op zo’n manier dat het allemaal niet meer toe doet wat waar is (quote uit de film: “It doesn’t really matter much what a man does in his life, what matters is the legend that grows up around him“). Het is een heerlijke postmoderne film waarin de samenleving juist herschapen wordt in plaats van afgezworen, en er zijn weinig bomen te zien, maar vooral glitter.

Dat werkelijkheid en fantasie zo door elkaar lopen, maakt Velvet Goldmine alleen maar beter, alleen maar interessanter. Natuurlijk, Velvet Goldmine is verzonnen, geen journalistiek werk (hoewel er hierin ook veel parallellen te trekken zijn met het leven van David Bowie). Er is geen pretentie van waarheid, dus we kunnen niet teleurgesteld worden.

De misplaatste pretentie van waarheid doet bij Into the wild toch een beetje pijn (hoewel minder dan wanneer ik het boek nog steeds maar alleen fantastisch had gevonden). Ondanks mijn voorliefde voor verhalen hecht ik toch wel veel waarde aan de waarheid als die mij beloofd is. Eigenlijk best wel gek, want wat heb ik eraan om te weten hoe iemand van een ander continent is gestorven op het moment dat ik nog gewoon lekker bij mijn ouders in de box lag (1992)? Wat maakt het voor ons, anno 2016, voor verschil? (Ervan uitgaande dat wij niet zelf in de bosjes in Alaska willen wonen en dus geen tips&tricks nodig hebben om te overleven.)

En vooral: waarom krijg ik zo’n vies gevoel bij het besef dat ik wél de waarheid wil weten en niet gewoon genoegen kan nemen met de helft ervan?

6 Comments

Filed under rare wereld