Category Archives: internet

nee hoor, ik ben niet verslaafd, dacht ik

Want

Ik kijk er toch heel vaak urenlang niet op?

Tijdens etentjes leg ik hem toch nooit op tafel?

Ik mis toch altijd alle juice en belangrijke levens-updates op Instagram omdat ik mijn feed niet vaak genoeg check?

Ik heb de Facebook- en Twitter-app toch al verwijderd?

En bijna al mijn meldingen al uitgezet?

En ik kijk toch nooit op TikTok terwijl TikTok volgens iedereen echt het allerverslavendste ooit is? (#verlicht)

Ik laat hem als ik naar bed ga toch altijd in de woonkamer liggen?

En neem hem niets eens mee naar de wc?

En mijn gemiddelde schermtijd is maar iets meer dan twee uur per dag, dat valt toch wel mee?

Nou, het valt dus niet mee. Ondanks de goede gewoontes die ik al jarenlang hanteer (notificaties uit, ding ergens leggen waar ik hem niet kan zien, tijdslimiet op Instagram, etc) voelt het alsof ik vaker wel dan niet met mijn telefoon in mijn hand zit. Ik ben verslaafd, jongens, niet normaal.

Vaak lijkt dat niet per se zo. Als ik met vrienden klets, hoef ik heus geen stories van onbekenden te kijken. Als ik in de sportschool ben, heb ik geen handen vrij om te scrollen. Als ik ‘s avonds The Wire kijk, heb ik echt geen tweede scherm met entertainment nodig.

Het zit hem meer in de ‘lege’ momentjes. Als mijn vrienden de deur uit zijn, grijp ik er direct naar, met het gevoel dat het kerstochtend is en ik nu bergen cadeaus mag uitpakken (ik heb immers al úren niet gekeken! Dat hoopt zich op hoor!). Als ik terug uit de sportschool koffie drink, dan ga ik er eens goed voor zitten – een uur later vraag ik me af wat ik eigenlijk gedaan heb. Als de aflevering van The Wire afgelopen is, dan móét eventjes op dat kleine schermpje kijken. Als ik dat niet doe, word ik onrustig, alsof ik een unieke kans laat schieten.

Oh ja, en weet je wanneer ik ook naar mijn telefoon grijp? Als ik een taak moet doen die saai is, of moeilijk. Eventjes een paar Instagram-stories kijken, dan kan ik er weer tegenaan. Hmm, eigenlijk waren deze stories helemaal niet zo boeiend, dus laat ik er nog een paar kijken, ik heb het écht nodig, anders kan ik niet beginnen.

Dit klinkt misschien allemaal niet zo verschrikkelijk dramatisch, en in principe is het het ook niet, ware het niet dat het nooit bij een minuut of 10 blijft, maar dat ik in een waar rabbit hole val, en ik niet meer kan stoppen, zelfs als ik al door mijn kijklijst heen ben en actief moet nadenken of er nog Iets Anders Dat Ik Nog Kan Kijken is.

Dat is trouwens ook het enige wat ik doe tijdens zo’n binge-telefoonbui, ‘kijken’. Ik vergeet vaker wel dan niet om op appjes van vrienden te reageren. Ik post zelf ook niet zo heel veel op Instagram: mijn default-mode is niet creëren, maar consumeren. Bijna alleen maar naar stories en reels van influencers en mediapersoonlijkheden, mensen die hun leven aanbieden als entertainment – lekker makkelijk, want die kennen mij niet, dus ik hoeft me ook niet verplicht te voelen om te reageren. (Asociale media, noemen we dat)

Nog eentje, denk ik dan, daarna ga ik aan het werk/mijn vrienden appen om af te spreken/de was ophangen/een e-mail schrijven/lunch maken. Maar dan heb ik weer een story gekeken, en dan heb ik toch nog behoefte aan nóg een, en nóg een, en het voelt gewoon niet alsof ik iets anders kán doen dan nog eentje kijken, ik zit vast, ik verdrink, ik ben verslaafd.

En dan klinkt 2+ uur per dag misschien niet veel, maar dat is het wel als je bedenkt dat zeker 1,5 uur ervan niet plezierig maar dwangmatig is.

Ik weet wel hoe het komt, en wellicht weten jullie het ook al. Maar ik ga het toch herhalen: het probleem is dopamine. Elke keer als je iets nieuws ziet op je telefoon – een appje, een like, een story van een boeiend persoon – krijg je een shot dopamine. Dat voelt goed, en je wilt meer, meer, meer.

Natuurlijk is dopamine op zich goed en natuurlijk hebben smartphones de dopamine niet uitgevonden. Maar wij mensen zijn simpele wezens: ten eerste zijn we, evolutionair bepaald, gewoon gek op nieuws. En álles op je smartphone is een nieuwtje: nieuwssites kun je tot in het oneindige verversen, maar ook appjes zijn een nieuwtje, en instagramposts zijn uiteindelijk ook gewoon nieuwtjes. Bovendien: we drukken graag op knopjes. Druk je op deze story, dopamine. Druk je op een link, dopamine. Open je weer een andere app, dopamine. Ik merk het weleens als ik mijn leuke apps even blokker: dan ga ik mijn mobiel bankieren-app openen. Alles voor die shot.

Maar goed, leuk dat ik een beetje wetenschappelijk ga lopen doen, als je een betere uitleg wilt kun je het lezen in Digital minimalism van Cal Newport, dat ik jaren geleden las, of How to break up with your phone van Catharine Price, dat ik nu lees. Hierin staat bijna niks wat ik nog niet wist, maar herhaling werkt. (Bovendien vind ik dit boek iets ‘leuker’, want m’n vriend Cal is zo’n type dat nooit social media gehad heeft, dus hij ~begrijpt het~ toch net een tikje minder dan m’n ex-verslaafde vriendin Cath)

Eigenlijk begon ik in dit boek om mezelf te motiveren omdat ik zo baalde van hoeveel tijd ik kwijt ben aan mijn telefoon, maar door het lezen realiseerde ik me dat ‘tijd kwijt’ niet eens het schadelijkste gedeelte van mijn verslaving is. Ineens besefte ik haarfijn waarom ik steeds mijn telefoon pak: om ieder kort moment van een soort van leegte/verveling en alle kleine ergernissen te smeuren in dopaminekicks. Ik kijk niet meer om me heen. Ik zet niet door als een taak even moeilijk wordt. De jacht naar dopamine maakt me dommer en ongeduldiger: op mijn 16e las ik klassieke literatuur. Op mijn 32e snap ik echt niet hoe ik dat deed, ik vind een boek van 400 pagina’s al te lang. Wat zeg ik – captions bij een Instagram-foto lezen vind ik vaak al te veel moeite*.

Voorheen dacht ik toch nog: jaha, mijn telefoonverslaving is erg, ik moet echt minderen, ga ik echt doen hoor, maar ik wil gewoon echt graag weten wat influencer XYZ mee bezig is, ik ben nu al invested in zijn/haar/diens leven!

Maar nu denk ik: waarom?

Pas nu besef ik dat ik niet écht geïnteresseerd ben in deze mensen, maar geeft een nieuwtje over hun leven me gewoon weer die felbegeerde dopamineshot. (Sowieso zou ik nog een hele blog kunnen schrijven over hoe geniepig parasociale relaties met ‘beroemdheden’ eigenlijk zijn………. dat ga ik nog wel doen)

Ik weet niet wat het is – de jarenlange opbouw aan ergernis omtrent dit thema, de kracht van herhaling, of hoe m’n vriendin Cath het heeft opgeschreven – maar ineens voel ik dat ik écht iets aan deze verslaving moet doen. Ja, ik weet dat ik het wel vaker heb gedacht en geprobeerd, maar dit keer voelt het anders. Urgenter. Dit betekent overigens niet dat ik helemaal van insta ga of mijn smartphone ga inruilen voor een ouderwets exemplaar. Hoewel ik Instagram dus voornamelijk erg asociaal gebruik door vooral stories en reels te kijken van mensen die mij toch niet kennen, helpt het me tegelijkertijd ook om met mensen in contact te blijven. Maar daar zal ik later over uitweiden, want ik heb hier zoveel over te schrijven. Ik ga jullie meenemen in mijn ((~*~journey~*~))

Het heeft altijd iets kansloos’, op je blog aankondigen dat je je leven gaat beteren (hoewel… weet je wat pas echt kansloos is? Op je blog aankondigen dat je gaat bloggen! Iedereen weet altijd hoe dat afloopt)

Ook de mensen aan wie ik IRL over mijn plannen heb verteld, keken me een beetje meewarig aan, alsof ze nu al weten dat ik over twee weken toch weer ga terugvallen in mijn oude patronen van scrollen tot je scheel ziet. En dat snap ik. De vorige keren gebeurde dat immers ook!

Maar goed. Door hier te delen dat ik mijn focus, doorzettingsvermogen & intelligentie nog verder sloop als ik nog langer mijn telefoon gebruik als fopspeen, houd ik mezelf accountable**. En dat is een strategie*** die ik nog niet eerder geprobeerd heb.

Bovendien: minder passief consumeren maakt het ook meteen makkelijker om actief te zijn.

Ik bedoel, dat ik deze blog nu schrijf, komt ook alleen maar doordat ik tijdens de koffie niet op mijn telefoon mocht.

* Mochten jullie je afvragen hoe ik boeken kan schrijven met zo’n doorzettingsvermogen van niks: schrijven (boeken, maar ook bijvoorbeeld deze blog) is de enige manier om mij in een soort flow te krijgen waarbij ik alleen maar door en door wil gaan, net zo lang tot ik vierkante ogen heb en bijna van mijn stokje ga van de honger. Ook niet altijd hoor. Maar vaak wel. Godzijdank.

** Nu ik deze blog lees, denk ik: damn, ik klink echt als een crackjunk, ik hoop niet mensen zich nu zorgen gaan maken. Maar het enge is: telefoonverslaving is zo normaal dat ik zeker weet dat het bij veel lezers nog veel erger is. Zoals ik aan het begin van deze blog al zei: met mij valt het reuze mee! Dat is pas iets om je zorgen over te maken.

*** Overigens heb ik wel meer strategieën dan alleen ergernis & wilskracht hoor, maar die bewaar ik voor een andere blog – deze is al veel te lang voor aandachtspanne van de gemiddelde internetgebruiker!

4 Comments

Filed under internet

hoe we de 10 year-challenge winnen

Mijn Instagram- en Facebookfeeds staan vol met foto’s van de 10 year-challenge. Hierbij plaats je twee foto’s van jezelf: een lelijke van 10 jaar terug, en een mooie van nu. Het doel is namelijk om iedereen te laten zien hoeveel knapper je wel niet geworden bent.

Dat is vrij makkelijk, want 10 jaar geleden had iedereen nog van die zielige kapotgeplukte wenkbrauwtjes. Bovendien hebben we inmiddels 10 jaar meer ervaring in het vinden van de juiste hoek voor selfies, en we hebben filters die onze vroeger-puisterige-en-nu-rimpelige huidjes gladmaken.

Niet dat ik die gebruik (mijn selfielens is van zichzelf al zo wazig dat het lijkt alsof ik geen neus heb) maar het schijnt dat ‘we’ dat anno 2019 massaal doen. Naast aan de filters zitten we ook allemaal aan de fillers, en de botox, en de avocado (of is dat inmiddels alweer passé?). Wel veel gedoe (vooral die avocado) maar dan heb je ook wat.

10 jaar geleden hadden we nog niet eens Instagram. Toen plaatsten we nog gewoon dansende bananen op elkaars Hyves. Het was een onschuldigere tijd, laten we maar zeggen.

Facebook bestond wel, maar daar had ik maar drie vrienden op. En van WhatsApp had ik nog nooit gehoord (weet nog wel dat ik toen ik een smartphone kreeg, 9 jaar geleden, ervan overtuigd was dat dit ontzettend illegaal moest zijn. Gratis sms’en? Alsof ze je een gratis studentenkamer in de grachtengordel aanbieden!)

Natuurlijk is Facetune niet de enige reden waarom we de laatste 10 jaar allemaal stukken knapper zijn geworden. Dankzij al die beautyvideo’s op YouTube zijn we ook een stuk beter geworden in make-up.

(De juiste skills hebben maakt echt uit. Tot een paar jaar terug knalde ik namelijk dagelijks een half flesje eyeliner op mijn gezicht. Niet erg als dat de look is waar je voor gaat, maar ik was iedere dag weer van plan om een ‘dun streepje eyeliner’ te zetten. En dan schoot ik weer uit, en dan werd hij weer dikker, en dan moest ik die op ‘n andere oog ook dikker maken, maar dan was die weer dikker dan de eerste, enzovoorts enzoverder, waardoor ik er uiteindelijk uitzag als een derderangsversie van Amy Winehouse)

Het is wel veel werk, make-uppen anno 2019 – alleen voor je huid heb je al primer, concealer, foundation, rouge, bronzer, hightlighter en weet ik wat niet nodig. Maar als je eenmaal hebt geleerd wat je ermee kan, en je het combineert met wat filters, fillers en een avocado op z’n tijd, is je #glowup wel meteen verwezenlijkt.

Dus met al die tools die we tegenwoordig in handen hebben, wordt het vrij makkelijk om de 10 years-challenge van jezelf te winnen.

Maar het is fijn dat er in deze tijd gewoon eens íets een keertje simpel is.

(Jullie denken nu dat ik de rechterhelft van deze foto expres tot in de vergetelheid gefilterd heb maar dat is dus ECHT niet zo? Het is gewoon mijn lens – of er stond een geest voor mijn haar???)

(Heb wel een beetje valsgespeeld want die linkerfoto van toen ik nog niet rechtop kon zitten was eigenlijk uit 2010 maar ik moest iets van Facebook plukken omdat ik mijn twee harde schijven weer eens kwijt ben)

7 Comments

Filed under internet

waarom mijn leven totaal niet instagramwaardig is

Het leven gaat misschien niet altijd over rozen, maar het instagramleven wel, en als het niet over rozen gaat, dan gaat het waarschijnlijk over een prachtige bos tulpen. Inmiddels zijn we allemaal oud en mediawijs genoeg om te weten dat naast die bloemenweelde misschien een gierput openstaat, je migraine opspeelt of ruzie wordt gemaakt door de doodenge buren, maar dat vergeten we vaak. Daarom vond ik het ook zo heerlijk om Anne-Fleurs blog over ‘Het perfecte leven‘ (wat dus niet bestaat) te lezen (die blog is ook nog eens heel grappig, dus zelfs al heb je geen complexen waarbij je denkt dat iedereen gelukkiger is dan jij, dan moet je ‘m alsnog lezen).

Deze blogpost inspireerde me bijna tot het delen van al mijn eigen issues (ja, ZELFS IK heb die), maar toch weer net niet, want ik ben nu eenmaal niet zo openhartig als Anne-Fleur. Maar het bracht me wel op het idee om een blog te schrijven over waarom mijn leven niet geschikt is voor Instagram. Goed, uiteindelijk is het dus een TOTAAL andere blog geworden dan die van haar, in plaats van een Serieus En Openhartig Verhaal is dit meer een Lollig En Licht Lijstje, maar hé, lollige lijstjes moeten er ook zijn, en misschien ga je je hier ook wel een beetje beter over jezelf door voelen. Dus bij dezen, tien redenen waarom mijn leven niet instagramwaardig is:

  1. Laten we maar beginnen met het belangrijkste in het leven van een echte instagrammer: mijn huis is niet insta-worthy. Dit komt voornamelijk doordat er een flat pal naast de mijne staat, waardoor zowel het uitzicht als de zon voor een groot deel geblokkeerd wordt. Het is daarom ook altijd een beetje donker in mijn kamer. Had ik natuurlijk rekening mee moeten houden toen ik wilde verhuizen, maar goed, we laten allemaal wel eens een steekje vallen.
  2. Tevens heb ik geen tuin en of balkon, waardoor ik ook buiten geen leuke zonnige foto van mijn kopje koffie kan maken. Ik heb dan wel een Coffeecompany in de buurt, maar daar mag ik nooit heen van mezelf, want als ik even een pauze neem van mijn werk/studie ga ik per ongeluk altijd eerst een half uur op Facebook, en als dat half uur dan voorbij is, vind ik dat ik te veel tijd heb verspild om er nu nog op uit te mogen.
  3. Over dingen niet mogen gesproken: ik mag ook nog steeds niet hardlopen, waardoor ik a) geen hardloopselfie kan nemen, b) niemand jaloers kan maken met mijn hardlooprecords en c) geen mooie plaatjes kan schieten van de stad/het park/het bos/het strand. (Met andere woorden: ik zit altijd maar binnen in mijn donkere kamer.)
  4. Ik ga dan weer wel naar de sportschool, maar ik kan daar ook geen sportschoolselfie maken, want jullie weten allemaal hoeveel ik trainen HAAT dus opbeurende foto’s waarop hoe ik intens gelukkig met een kettlebell loop te zwaaien plus een onderschrift waarin ik schrijf hoe #fijn het is dat ik genoeg #motivatie heb om mijn bed uit te komen, zouden een beetje ongeloofwaardig overkomen.
  5. Mijn eten kan ik ook niet fotograferen, want uit milieutechnische overwegingen luiheid gebruik ik het bord van de lunch ook vaak voor het diner. Dat ziet er best wel nasty uit (maar je proeft er niks van, hoor).
  6. Ook erg: eigenlijk ben ik te awkward om foto’s te maken. Ik ben altijd bang dat mensen me uitlachen omdat ik zo’n wannabe-instagrammer lijk. Soms maak ik daarom stiekem foto’s, maar voor het maken van foto’s geldt heel erg go big or go home: die stiekeme foto’s worden vaak zo lelijk dat ik achteraf wenste dat ik toch maar gewoon op een stoel was gaan staan en iedereen had gevraagd om op te rotten zodat ik die ene goede foto van een de supertoffe vloerschildering in een pasgeopende concept store had kunnen schieten (o.i.d.).
  7. Helaas kan ik dat niet niet over mijn hart verkrijgen, maar kan ik ook niet berusten in het feit dat ik dat niet kan, waardoor ik gevangen zit in een verdrietige cirkel van ontevredenheid, en we weten allemaal dat ontevredenheid een mens lelijk maakt, en lelijk staat al helemaal niet leuk op je selfie.
  8. Ik heb trouwens ook geen goede Instagram husband (even serieus kijk dit filmpje is hilarisch). Ik heb wel een geweldig knappe geliefde, maar hij heeft het niet zo op foto’s. Ooit liepen we door het Amsterdamse Bos, en er hing een prachtige nevel, en ik wilde net een supergoed en origineel kiekje schieten van koeien in de wei toen hij zei: “Sommige mensen moeten ook overal foto’s van maken hè.” Volgens mij doelde hij op een man vlakbij die een haast professionele photoshoot aan het houden was met de koeien (groot gelijk, want het was een prachtig beeld) maar mijn vriend zou ook gewoon door kunnen hebben wat ik van plan was. Tsja. Aangezien hij zelf nooit ook nooit op de foto wil, ga ik hem al helemaal niet vragen om foto’s van mij te maken. (Oké, dat heb ik één keer gedaan, MAAR TOEN HAD IK OOK WEL EEN HELE LEUKE OUTFIT AAN KIJK MAAR.) (M’n hoofd staat echt op standje ongemakkelijk maar ik durfde niet om een herkansing te vragen.)
  9. Maar goed, als ik mezelf in tweeën kon splitsen zodat er altijd iemand was om foto’s van mij te maken, zouden het alsnog niet zulke goede foto’s zijn, want ik heb niet echt een vaste hand. Mijn spiegelfoto’s zien er altijd uit alsof ik ze dansend heb gemaakt, terwijl ik heel erg mijn best deed om stil te staan. Mijn spiegelfoto’s zien er trouwens sowieso niet uit, want de spiegel staat in de keuken, en ik heb niet echt een pinterestwaardige keuken, ik heb gewoon zo’n vaste goedkope studentenwoningkeuken die al uit elkaar valt als je ernaar kijkt, en ohja die foto’s zijn dus ook nog eens heel donker (zie punt 1)
  10. Wat ik ook niet heb: een huisdier. Geen hond, geen kat, geen konijn en zelfs geen hamster om likes mee te scoren. Mijn zusje heeft wel een konijn, maar dat konijn is chronisch verkouden dus hij zit regelmatig onder het snot (aangezien konijnen zichzelf de hele tijd wassen. Wat gebruiken ze hiervoor? Hun eigen speeksel. Dit konijn wast zich dus met snot). Is ook niet echt insta-smaakvol. (Verder is het ondanks al die antibioticakuren trouwens een heel energiek en gelukkig konijn hoor, no worries).

liftselfie

En maak ik eens een selfie in de lift (wel lekker veel licht), zit zowel mijn jas als mijn tas (!) raar

En, voelen jullie je al wat beter over jezelf?

19 Comments

Filed under internet

ik schrijf ook wel eens een verhaaltje

Vroeger las ik nooit beautyblogs. Het interesseerde me niks, al dat gebazel over de hoeveelheid pigment in een of andere te dure foundation. Had die informatie ook helemaal niet nodig. Ik rockte mijn uniform van onzorgvuldig aangebrachte grijze glittereyeliner al bijna een decennium en vond het wel prima zo.

Maar ja, hoe verder ik afdwaal in de donkere krochten van het internet, hoe meer blogs ik lees waarvan ik voorheen nooit wist dat ze me interesseerden. Zoals beautyblogs, dus. De blogs zelf vind ik nog steeds niet echt leuk, maar de personen erachter vind ik mateloos fascinerend. Vooral die meisjes die een écht grote blog runnen, die gewoon hun huur betalen door make-up uit te proberen, te schrijven over bodylotion en hun dagelijks leven op YouTube te zetten. Dat laatste vind ik nog wel het allerinteressantst. Hoe kun je de hele dag met een camera in je hand lopen zonder compleet door te draaien? Ik bedoel, ik krijg het niet eens voor elkaar om iedere dag een Instagramfoto te plaatsen.

Ook heel boeiend: de devotie van de beautybloglezers. Volgens mij bestaan er geen trouwere fans dan de fans van meisjes die vooral uitblinken in het netjes opdoen van oogschaduw. En ja, ik schaar mezelf ook onder deze door liefde verblinde lezers – als iemand van jullie het waagt om iets onaardigs te zeggen over Essie Button, zullen er fietsbanden lek worden gestoken.

Enige tijd geleden besloot ik mijn fascinatie voor beautybloggers om te zetten in een verhaal voor Killer Magazine. Killer is een (nog steeds redelijk) nieuw tijdschrift waar alles in staat dat je in andere bladen miste. In het nieuwste nummer vind je bijvoorbeeld artikelen over de rare dingen die lesbiennes te horen krijgen van (hopelijk) goed bedoelende hetero’s, wat er gebeurt als je 24 uur lang  op Schiphol probeert te verblijven en een fotoserie met afgedankte matrassen. Klinkt goed, toch? Oh ja, en er staat dus ook een of ander raar verhaal over een beautyblogger in.

Je kunt Killer gratis meegrissen op verschillende plekken in Amsterdam (voor exacte locaties moet je de Killer-Instagram in de gaten houden) maar je kunt het laatste nummer ook gewoon hier online lezen. Kun je die awesome tekening die Kim bij mijn verhaal maakte meteen in kleur bekijken.

Ben erg benieuwd wat jullie van het verhaal vinden! Indien dit iets negatiefs is, mag je het ook zeggen. Ik beloof dat ik je fietsbanden met rust zal laten.

21 Comments

Filed under internet

lisa vs instagram

Inmiddels ben ik weer gekapt met die 100happydays-onzin. Het voelde al vrij snel belachelijk (alleen die hashtag al!) en ik werd er een beetje chagrijnig van. Iedere dag een ‘leuke’ foto maken vereist constante alertheid. Vooral op de dagen waarop ik bij Tim (mon amour) was. Die dagen wilde ik eigenlijk allemaal close-upfoto’s van zijn prachtige gezicht maken en die voorzien van meerdere slijmerige hashtags, maar ik wist dat hij daar geen toestemming voor zou geven. Bovendien kan ik hem zelden betrappen op het maken van een foto, dus zelfs het fotograferen van zijn overheerlijke pasta puttanesca (vegaversie, uiteraard) voelde al een beetje gênant.

(Ik heb wel een keer stiekem een foto gemaakt van een zojuist bezorgde pizza toen hij net de kamer uit was. Helaas vergat ik mijn telefoon op stil te zetten, waardoor het ‘stiekeme’ effect enigszins weg was. Toen ik die foto online gooide, publiceerde hij trouwens meteen een oerlelijke foto van mij op Instagram (wat ik wel lef vind, want ik mag niet eens de allermooiste foto’s van hem online zetten. Oké, ik had toestemming gegeven – althans, hij zei “Zal ik dit online zetten” en ik zei: “Je doet maar”. Maar toch!))

Anyway, terug naar die 100 happy days. Mijn cue om ermee te kappen kwam van mijn nichtje. Toen we vorige week in de Efteling waren, merkte die op dat het “best wel jammerlijk” van me was dat ik meedeed aan die 100happydays-ongein. Volgens haar plaatst iedereen hierbij toch alleen maar stomme dingen waarbij de hashtag volledig misplaatst is. Ik deed net alsof ik verontwaardigd was, maar uiteraard was ik het met haar eens. Dus plaatste ik nog één blije foto (van de Efteling natuurlijk) en hield het daarna voor gezien.

Eigenlijk was ik sowieso wel klaar met dat hele Instagram. Behalve het feit dat het speuren naar fotomomenten mijn leven BEHEERSTE, had ik nog een probleem: ik moest hiervoor mijn oude telefoon gebruiken. De oplaadfunctie van mijn nieuwe had namelijk het loodje gelegd. Dat was verschrikkelijk, want mijn oude telefoon is zo sloom als de pest en maakt alleen al het openen van WhatsApp een heuse klus. Tevens lukte het me niet om de laatste versie van Instagram te downloaden (waardoor ik allemaal leuke foefjes moest missen) en deed mijn mobiel internet het niet, waardoor ik zonder wifi geen leven had.

Toch wachtte ik nog behoorlijk lang met  het laten repareren van mijn nieuwe telefoon, gewoon, omdat er zoveel gedoe bij kwam kijken, en omdat ik een beetje bang was dat ze zouden zeggen dat ik mijn telefoon zodanig had mishandeld dat ik geen recht meer had op garantie. Toen ik hem eenmaal had verstuurd, sliep ik bovendien niet meer uit angst dat hij onderweg kwijt zou raken. Gelukkig zijn ze vet goed bij dat reparatiebureau, want exact een week nadat ik hem mee had gegeven, kreeg ik mijn telefoon terug. Er stond ook nog eens een vet schattige tekst op de envelop:

telefoon kapot gerepareerd teruggestuurd

Ik was er zo blij mee dat ik toch gewoon een foto van Tims prachtige ontbijt heb gemaakt en die ook nog eens online heb gezet. Bewerkt met die leuke foefjes van de laatste Instagram-versie, zonder de 100 happy days-tag. Jullie moeten er maar gewoon van uitgaan dat ik een leuk leven heb.

23 Comments

Filed under de ongemakken des levens, internet