Monthly Archives: February 2014

de allergrootste tragiek

Het leven is wreed. We komen alleen op aarde (tenzij je deel van een meerling bent, in dat geval stop met lezen en ga maar iets nuttigs doen), we sterven alleen (en zelfs als je dat niet doet, doe je het toch). Dit zou allemaal nog wel dragelijk zijn als wij in dit leven werkelijk contact konden maken – maar helaas, hoe hard we het ook proberen, hoeveel geheimen we elkaar ook vertellen en hoeveel stompzinnige details over onze jeugd we ook delen, er blijft één gigantisch, cruciaal probleem: niemand is geïnteresseerd in onze dromen. Onze droom-dromen dan, hè. Die rare, onvoorspelbare, onwillekeurige dromen die zich tijdens onze slaap aan ons opdringen.

En dat is dieptriest. Zeker voor iemand die haar dromen iedere nacht onthoudt, is het een drama. Ik heb ‘s ochtends altijd zoveel te vertellen, maar niemand wil het horen. Soms begin ik er wel eens over, maar dan wordt er niet geluisterd, of maar half, zo van haha, echt joh, leuk voor je, behalve als het of extréém eng/bizar is of als diegene aan wie ik het vertel erin voorkomt. Zelden tonen mensen zich zo ijdel als wanneer je over hen droomt. Iedereen vindt het ge-wel-dig, zelfs al waren ze hierin kuikentjes ritueel aan het slachten, ze zijn verrukt als je vertelt dat ze in je droom voorkwamen. “En wat deed ik toen?” vragen ze, aan je lippen hangend, maar als je verder gaat met “Ja toen was je ineens weg en toen…” is hun aandacht net weer zo snel weer verdwenen.

Dit is geen aanklacht tegen de maatschappij, hoor. Ik doe het ook, want andermans dromen vind ik – helaas! – niet zo interessant. Ik weet niet zo goed het komt, maar het is nu eenmaal zo, het is een teleurstellend maar erg waar feit.

Het zal dus maar weinig mensen boeien dat ik vannacht droomde dat het Nieuwjaar was en dat ik samen met James iets aan het vervalsen was in één of ander gigantisch dik boek. Het is ontzettend tragisch dat ik niet meer weet wat we precies aan het vervalsen waren, maar we moesten halverwege stoppen, want we werden hartstikke betrapt. Mochten jullie denken dat James slechte invloed op mij heeft: ik droomde ook een keer dat Dionne mij op een berg achterna zat met een schaar. Ze bedoelde het grappig, maar het was doodeng.

Oeps, nu heb ik het toch over mijn dromen, terwijl ik weet dat niemand (afgezien van James en Dionne) het wil horen . Sorry not sorry. Wij zijn op aarde gekomen om ons eigen bestaan iets minder zwaar te maken, dus als ik jullie mijn dromen door de strot moet duwen in de hoop me iets minder eenzaam te voelen, nou, dan zal ik dat doen ook.

11 Comments

Filed under mensen

in mijn ideale wereld

  • Zouden Amsterdam en Rotterdam niet zo’n takke-eind uit elkaar liggen, zodat het niet zo’n onderneming werd om van de ene naar de andere plek te gaan (jullie hebben mijn toestemming om nu te zeggen: maar Lisa, ik reis iedere dag van Amsterdam naar Den Bosch/van Rotterdam naar Groningen/van New York naar New Orleans, en ik zeik ook niet)
  • Waren er niet zoveel mensen die op een chille plek in Amsterdam wilden wonen, zodat een woning in Amsterdam vinden niet zo’n drama zou zijn
  • Groeide vlees gewoon aan de bomen en mochten kalveren lekker bij hun moeder blijven
  • Gingen boze mensen iets constructiefs doen met hun woede, zoals een gedicht schrijven of hun huis schilderen, in plaats van andere mensen af te knallen
  • Waren er sowieso geen redenen om anderen (of jezelf) af te knallen
  • Was het internet minder verslavend
  • Zou niet iedereen de behoefte voelen om al hun vrienden/volgers op elk mogelijk kanaal te vertellen dat WhatsApp er even uit ligt/een beroemd persoon dood is/het weer weekend is
  • Hoefde je je telefoon nooit op te laden (en bestond er niet zoiets als krasjes op je scherm)
  • Kwamen muggen niet op licht af
  • Bestond er niet zoiets belachelijks als lid moeten worden van een of andere stomme concertzaal om naar een concert in die zaal te mogen
  • Was chocolade gezond (en begin nou niet over raw chocolate of dat één blokje pure chocolade best goed voor je is, ik heb het over dat je kilo’s brownies en repen witte chocolade weg mag werken en dat je dan sterke botten en glanzend haar krijgt oid)
  • Was The Ark nog gewoon lekker bij bij elkaar en kwamen ze vet vaak naar Nederland
  • Lagen de banen voor het oprapen (maar alleen voor leuke mensen, de stomme mensen moeten wel zoeken. Eventjes dan. Zij mogen uiteindelijk ook wel iets leuks vinden, zo ben ik dan ook wel weer).
  • Deed de afwas zichzelf
  • Ging er een hele snelle trein tussen Amsterdam en Parijs (oh wacht, dat is al zo)

27 Comments

Filed under rare wereld

waarom ik gedoemd ben (om op 13m² te wonen)

Zal ik jullie een geheim verklappen? Ik ben bang in het donker. Of nou ja, eigenlijk ben ik ook wel bang als het gewoon licht is. Maar in het donker is het altijd nog net wat erger.

Waar ik bang voor ben? Om dingen te zien. Geesten, voornamelijk. Geesten van vrouwen met enge gezichten. Ik ben bang dat ze ineens naast mijn bed staan, bang om ze in de spiegel te ontdekken. Om ineens een koude hand op mijn schouder te voelen, bang ze voor mijn raam te zien – en dat terwijl ik op de vijftiende verdieping woon.

En ja, ik ben ook bang voor mannen, maar dan voor mannen van vlees en bloed met messen en bivakmutsen. Mijn angst komt in clichés, dat kan ik ook niet helpen. Dat krijg je hè, als je als kind teveel griezelboeken leest. Toen sliep ik ook al met knoflook voor mijn raam.  En kennen jullie dat verhaal uit de Griezelbus 3 nog, waarin dat meisje na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandde, met die enge zuster die ‘s nachts bloed dronk? Daar kan ik nog steeds wakker van liggen. Toen ook al, trouwens, maar mínder. Er is ergens iets misgegaan, al heb ik geen idee wat.

Ik prijs mezelf gelukkig met het feit dat ik momenteel op dertien vierkante meter woon en dat er dus bijna geen verstopplekjes voor enge mensen in mijn kamer zijn. Mijn angst-in-het-donker is op zich best wel een reden om niet te verhuizen naar een woning voor mij alleen, een woning met een aparte slaapkamer en een eigen keuken. Hoe graag ik dit overdag nog wil, ‘s avonds denk ik daar heel anders over.

Misschien denk je nu: god Lisa, hier groei je heus wel overheen, als je groot bent, maar jongens, ik ben al 23, en ik weet zeker dat het niet overgaat als ik het gewoon probeer. Het bewijs vond ik zojuist in een vergeten blogpost van drie jaar terug, toen ik dus wel een huis voor me alleen had en alleen maar bang was. Als iemand een tip heeft om toch wat stoerder te worden, hoor ik het graag. En kom niet met knoflook voor mijn raam, want vampiers zijn hartstikke onrealistisch, daar geloof ik echt niet meer in. Duuuh.

Griezelbus 3 - het ziekenhuis (Camila Fialkowski)

Het engste verhaal uit de Griezelbus OOIT

24 Comments

Filed under de ongemakken des levens

de bloglozen groeten u

Als je dit leest, staat mijn blog weer online. Als je dit niet leest, is mijn blog dus helemaal naar de gallemiezen is (of ben je op dit moment gewoon met iets anders bezig, dat kan natuurlijk ook). Strak verhaal, tot nu toe.

Die zinnen hierboven horen bij een stukje dat ik vrijdag schreef, toen ik wel had gehoord dat mijn blog gemaakt zou worden maar ik het eigenlijk nog niet durfde te geloven. Inmiddels is het alweer maandag en wist ik al lang zeker dat mijn blog praktisch heelhuids terug zou keren, dus dit zielige, angstige verhaaltje dat ik had geschreven om online te gooien zodra het kon (nu dus) leest nu nogal… lullig.

Op het moment dat ik het schreef, was mijn blog al anderhalve dag kapot, zoals ze dat noemen. Donderdag kreeg ik te horen dat er iets was misgegaan met de server en dat ik ‘mogelijk’ ‘veel’ kwijt zou zijn. Mijn eerste reactie was dat ik de afspraak die ik die avond had DIRECT af moest zeggen om mijn avond te besteden aan het kopiëren van al mijn blogsposts uit het cachegeheugen van Google. (Want nee, ik had zelf geen back-up gemaakt. En nee, ik schreef ook nooit iets in Word. Vrijdag wel. Vrijdag kon ik niet anders.)

Later kalmeerde ik en besloot ik om even af te wachten of de boel toch niet gered kon worden, zodat ik niet voor niets tweehonderd blogposts zou moeten knippenplakken. Ondertussen maakte ik offline de balans van drie jaar bloggen op en concludeerde ik dat ik écht veel kwijt zou zijn. Al mijn Parijs-verhalen. Mijn huilie-ik-ben-terug-uit-Parijs-verhalen. Al die Ongemakken des levens, Jesus take the wheel’s. Mijn geslaagde verhalen en iets minder geslaagde verhalen, omdat ik er in mijn hele blogcarrière slechts één keer iets af heb gegooid. Soms las ik wel eens een draak van een blogpost terug, maar dan liet ik ‘m toch staan. Omdat ik het, hoe slecht dan ook, nog steeds wel leuk vond om terug te zien.

Best grappig, want als ik iets schrijf dat ergens anders verschijnt, durf ik het na de publicatie juist nooit meer te lezen. Stel dat er een fout in staat! Of een stom grapje! Dan kan ik het nooit meer aanpassen. Met mijn blog heb ik dat probleem niet – misschien juist omdat ik het zou kunnen veranderen, eventueel, in theorie. Dat doe ik zelden, maar de gedachte is genoeg.

Daarom vind ik bloggen zo leuk. Omdat ik zoveel kan. En zoveel mag. Ik zou niet zeggen dat ik ‘puur van mezelf’ schrijf – als ik dat echt zou doen, dan zouden het ontzettend vreemde, ellenlange verhalen worden. Ik doe heus wel concessies. Maar als ik daar geen zin in heb, doe ik er wat minder. Het is mijn eigen blog. Ik mag mijn eigen regels overtreden. Wat een feest.

Daarom ben ik ook zo blij dat jullie dit kunnen lezen, want dat betekent dat alles – op een paar verdwenen comments na, ach – gewoon weer goed gekomen is. Dankzij mijn arme host (of hoe noem je zo iemand?) die alles vanaf juli handmatig terug heeft moeten zetten. Duizendmaal dank voor Paul en zijn terugtoverskills dus.

20 Comments

Filed under metablog

maar wat denk je nou écht?

Als kind kom je er vrij snel achter dat je ouders ook niet alles weten. Geen idee hoe het met jullie zit, maar ik trok dat niet zo goed. Mijn wereld zat al vol vragen, en níemand die het antwoord had? (Want als je ouders het niet weten, dan weet natuurlijk niemand het.)

Bovendien is het gewoon heel erg vervelend om afgescheept te worden met de ontzettend irritante mededeling “Dat weet ik niet.” Daarom bedacht ik op een gegeven moment de nog veel irritantere vraag:

“Maar wat denk je nou écht?”

Dat was vooral leuk als mijn ouders hadden gezegd dat ze niet wisten hoe lang iets ging duren, of iets zou lukken of toch net niet. Maar wat nou als je een antwoord móest geven? Oké, je hebt geen idee hoe lang het nog rijden is naar de camping, maar als je nou héél diep in jezelf kijkt, wat verwacht je dan toch stiekem? Je weet niet meer of het links of rechts was, maar als je nou zonder verdere informatie een kant op moest gaan, WAT ZOU JE DAN KIEZEN?

Inderdaad irritant, want meestal liep het dan toch uit op een wilde gok en aan een wilde gok heb je niets. Daarom weigerden mijn ouders ook zo vaak antwoord te geven, denk ik.

Tegenwoordig stel ik deze vraag graag aan mezelf, bij voorkeur voordat ik iets ga doen dat een soort van spannend is. Een mailtje openen waar een cijfer instaat, bijvoorbeeld. Voordat ik het aanklik, bedenk ik hoe hoog ik dit getal verwacht. En of ik het zo laag inschat omdat ik bang ben om teleurgesteld te worden, of juist zo hoog omdat ik dat zo graag wil. En wat ik nou echt echt echt echt denk dat het is, als ik even heel erg eerlijk tegen mezelf ben. Zelfs al is het een beetje een gok. Maar toch.

Het is best wel een interessant experiment, jezelf doorvragen naar wat je nou écht denkt. Iets dat je ook toe kunt passen op minder willekeurige facetten van het leven: denk/wil/doe ik iets nu omdat ik dit écht denk/wil/doe, of zit er een andere beweegreden achter? Dat is soms moeilijk. En pijnlijk. En bloedirritant. Maar vervelend zijn is soms gewoon nodig.

De kaarten des levens liggen soms zomaar op de grond

1 Comment

Filed under tips en tricks