Toen ik een jaar of zestien was, kocht ik een boekje genaamd Coach jezelf naar succes. Ik was niet van plan geweest om een zelfhulpboek aan te schaffen, maar het lag in de Donner nogal opzichtig bijna niets te kosten, dus ik kon niets anders doen dan het meenemen. Van het boek is me weinig bijgebleven, behalve dan dat de auteur vroeger hoopte dat ze werd aangereden door een bus zodat ze een paar maanden op bed kon liggen, en dat je, als je een simpeler leven wilt, moet stoppen met het lakken van je nagels.
Dit idee vond ik direct heel intrigerend. Nagellak is namelijk inderdaad behoorlijk zonde van je tijd: eerst moet je het heel netjes en voorzichtig aanbrengen, daarna mag je minutenlang niks aanraken (doe je dat wel, dan zit het spul overal behalve op je nagels), en na één dag ziet het er sowieso al niet meer uit. Moet je alles er weer af gaan halen met van die stinkende nagellakremover. Aangezien ik niet bepaald ben gezegend met een vaste hand, zat mijn nagellak trouwens ook altijd over mijn gehele vingers verspreid, lekker charmant.
Toch bleef ik nog jarenlang nagellak gebruiken (het liefst in subtiele kleuren als knalpaars en zeegroen). Iedere keer als ik dat spul ‘s avonds voor het slapengaan van mijn vingertoppen aan het krabben was, moest ik weer denken aan hoeveel simpeler mijn leven zou zijn als ik er gewoon mee zou kappen.
Want ja, dit onderwerp leefde toch al bij me toen ik tiener was, zelfs al woonde ik nog bij mijn ouders en hoefde ik niets behalve naar school gaan (ik weet ook niet hoe ik mijn leven ingewikkeld kon vinden, maar ik vond het wel) (krijgen jullie nu ook allemaal dit nummer in je hoofd?). En het is nog steeds wel een themaatje, net als bij iedereen tegenwoordig, een ‘te ingewikkeld’ leven is echt iets van deze tijd: we hebben allemaal wel onze projectjes hier en daar, werkmail die ook in het weekend gewoon aankomt, belastingzaken, studeren naast je baan, verre vrienden die je altijd nog wel even kunt mailen… ik ben heus niet de enige die na een dag druk bezig zijn ineens beseft dat ik nog eigenlijk allemaal andere dingen had moeten doen. En als je het net een beetje voor elkaar denkt te hebben, wordt er iemand in je omgeving ziek, krijg je ineens een nieuwe buurman die je ‘s nachts wakker houdt met zijn harde muziek of moet je weer opnieuw beginnen met fysiotherapie vanwege een knieprobleem waarvan je net dacht dat je er voorgoed vanaf was.
We willen allemaal maar minder (waarom denk je anders dat Marie Kondo zo verschrikkelijk populair is?), maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Voor ieder afscheid van een prul of een activiteit lijken er drie nieuwe voor in de plaats te komen, als een soort Hydra van Lerna. Het is tegenwoordig ook zo makkelijk om iets te vinden wat je kan doen, een klusje, een hobby, een vrijwilligersfunctie. Een hele nieuwe levensinvulling is maar een paar muisklikken weg. De overvloed is leuk, maar probeert desondanks onze hoofden eraf te bijten.
(Lekker dramatisch gezegd, zo erg is het natuurlijk niet, we zijn allemaal heel druk, druk maar o zo gelukkig, laat daar geen misverstanden over bestaan!)
Dit resulteert in verplicht mediteren en overwerkyoga (zoals beschreven in dit goede, iets te herkenbare artikel). Als iemand nog zwaardvechttips heeft, hoort ik het dan ook graag. Maar goed, op drukke momenten kan ik tenminste dankbaar zijn dat ik tegenwoordig geen rekening hoef te houden met hoe mijn vingers eruit zien: met nagellakken ben ik na al die jaren nu eindelijk gestopt. Het was de beste beslissing OOIT.