waarom de opzij niet overbodig is

The problem isn’t that I see sexism everywhere, the problem is that you don’t, hoorde ik laatst ergens. Deze uitspraak is pijnlijk treffend. Vaak worden opmerkingen over seksisme weggeschoven onder het mom ‘je bent overgevoelig’, ‘je wilt gewoon een probleem zien’ of ‘de emancipatie is al lang voltrokken hoor’. Vroeger dacht ik er ook zo over. Sinds kort realiseer ik me echter dat dit niet zo is. Sexism is everywhere, baby. Een ‘leuk’ voorbeeld is de representatie van ‘karakters’ van de M&M’s, je weet wel, die grappige mannetjes die je altijd in hun reclames ziet.

Er zijn vijf personages: vier mannen en één vrouw. Op zich al een kromme verdeling als je bedenkt dat de helft de wereldbevolking van het vrouwelijk geslacht is – maar goed, in M&M’s-land is dat kennelijk anders. Er is iets vreemders aan de hand. Alle M&M’s hebben een eigen karakter: Rood is opvliegend, Geel is onhandig, Blauw is cool, Oranje is zenuwachtig en de officiële eigenschap van Groen is flirterig. Flirterig. Met andere woorden: het enige wat haar onderscheidt van de rest is haar vrouw-zijn.

En dan nog, kun je denken, de genderpolitiek van een chocolademerk heeft toch geen invloed op mijn gedachten over man-vrouwverhoudingen?
Dat wil ik ook niet beweren. Deze karakters zijn een afspiegeling van de maatschappij, niet andersom. Dat je het normaal vindt dat de norm 80% man is en de enige vrouw niets kan behalve verleidelijk kijken is niet de schuld van de M&M’s-fabrikant zelf. Zouden, laten we zeggen, drie van de vijf poppetjes een vrouw zijn, dan zouden M&M’s waarschijnlijk al weggezet worden als ‘vrouwensnoep’. De norm voor wat een ‘normaal mens’ is is kennelijk nog steeds ‘mannelijk’. God schiep Eva tenslotte uit Adam rib.

7 Comments

Filed under rare wereld

it’s the sigh of wild electricity

Volgens mij ben ik hiervoor geboren, dacht ik enigszins melodramatisch tijdens mijn vierde Patrick Wolf-optreden in twee jaar. Ik zat vooraan, in het midden, in mijn eentje tussen alle andere liefhebbers, een beetje content te zijn met Patrick en met mezelf. Hiervoor was ik om half zes van huis vertrokken, om vervolgens pas om half vier ‘s ochtends thuis te komen, om deze man één uur te zien performen op Crossing Border. Je bent fan, of je bent het niet.

Twee uur daarvoor was er een meet-and-greet-momentje bij de merchandise-tafel. Zodoende kan ik zeggen dat ik mijn grootste muzikale held heb ontmoet. Drie maanden geleden heb ik nog met de leden The Ark heb gedanst, dus ik dacht dat ik nu cool genoeg was om een ontspannen praatje met Patrick te maken. Niet dus. Nog net niet stotterend hield ik mijn bedankt-voor-je-muziek-verhaal.

Omdat ik in mijn eentje was, heb ik meerdere vreemden moeten lastigvallen met mijn zenuwen omtrent het naderende handtekeningenmomentje, en daarna, met mijn euforie. Wat voor muziek is het? vroegen ze allemaal. Mensen vergelijken het met Sufjan Stevens, antwoordde ik dan, hoewel ik die hele Sufjan Stevens niet ken en dus niet weet of die vergelijking ergens op slaat.

Op een website las ik dat Patrick Wolf een doet denken aan een kruising tussen een relnicht en een herdersjongen. Hoewel ik ‘relnicht’ een lullige term vind, zit er wel iets van in. Patrick Wolf is half elektro, half ukelele, half glitterkoning, half verscholen boshuis. Ik denk dat daar mijn fascinatie voor zijn muziek vandaan komt – er zit een wereld in verscholen waar ik mijn vinger niet helemaal op kan leggen, iets met eenhoorns met pentagrammen, kermisattracties, elektriciteit en vuurtorens, lycantropie, vioolmuziek in het bos, een overvloed aan levenslust, comfort in een gouden catsuit.

En live is hij zo zelfverzekerd dat je ter plekke besluit nooit meer ergens aan te zullen twijfelen. Maar zodra hij begint te praten, is het weer een boomlang, verlegen jongetje. Concert nummer vijf, laat alsjeblieft niet lang op je wachten.

De eerste foto is zaterdag gemaakt, de laatste foto is gemaakt tijdens de eerste keer dat ik hem live zag. En ja, ik ben een van de vele blondines die oncharmant op deze foto staan…

9 Comments

Filed under geniale mensen, muziek

al mijn gebeden zijn verhoord

Het is algemeen bekend dat ik niets liever doe dan klagen over hoe mobiel internet mijn leven verpest. Facebookverslaving? Check. Continue angst voor de lege batterij? Aanwezig. Vrienden die liever naar hun telefoon kijken dan naar mij? Don’t get me started…

Ik zal dat meisje eens een lesje leren, dacht het universum en zorgde ervoor dat mijn mobiele telefoon gestolen werd. Weg mijn mooie, lieve, schattige HTC Desire, mijn steun en toeverlaat. Weg het eerste dat ik zag bij het ontwaken en het laatste voor ik in slaap viel.
Toch vond ik het in de eerste instantie niet eens zó erg. Het was een mooie kans om af te kicken van Twitter en 9292ov en van het continu bereikbaar zijn. Nu de straling uit mijn leven was verdwenen, was er plaats voor sport, op tijd naar bed en mindfullness. Of zo.

Het universum was het met me eens dat dit een beproeving van niks was en zorgde ervoor dat mijn internet ook niet meer werkte en voorlopig ook niet meer zal werken. Be careful what you wish for, jajaja, dat snap ik nu ook wel. Nu wel. Want hoe graag ik ook van mijn internetverslaving af wil, zonder kan ik niet.

Stiekem zou ik willen proberen om alleen maar internet te gebruiken op de uni, zodat ik de duivel niet opnieuw in huis hoef te halen. Uiteraard is dit niet haalbaar, al is het maar dat ik dan nog inflexibeler zou zijn dan ik nu al ben. Maar goed, misschien is er toch nog een manier om van de nood een deugd te maken, het zou zo zonde zijn om deze kans onbenut te laten…

6 Comments

Filed under de ongemakken des levens, internet, studie/werk

een leescollege over mandarijnen

Trots op het behalen van mijn middelbare-schooldiploma ben ik niet, evenmin op het feit dat ik mijn propedeuse in één keer binnen heb of niet boos word als het meisje van de OV-chipkaartlijn me bevend opbiecht dat ze mijn pasje naar het verkeerde adres heeft gestuurd. Dat soort dingen doe je gewoon.

Nee, in mijn ogen is de meest superieure daad die ik ooit heb verricht het leren eten van mandarijnen. Tot minder dan een jaar geleden ging ik al half over mijn nek als iemand in college zo’n oranje onding opende. Die walgelijke, allesdoordringende stank heeft me regelmatig van opletten verhinderd.

Maar (en dit is het punt waarbij jullie moeten gaan opletten) op een dag had ik er genoeg van. Ik zag dat mijn angst voor mandarijnen was veranderd in een obsessie. Deze vijand moest worden verslagen. Door ze op te eten. Door ze op te eten en ze nog lekker te vinden ook.

De eerste mandarijnen at ik boven de gootsteen, voor het geval dat ik moest kotsen (dat had ik namelijk een paar maanden eerder geleerd, maar dat verhaal bewaren we voor de volgende keer). Ik deed een half uur over één stuk. Ieder partje werd eerst in miniscule stukjes verdeeld alvorens zonder te kauwen te worden doorgeslikt. Ik kokhalsde non-stop. Maar ik at. Steeds vaker. En vooral: steeds sneller.

Yes, mandarijnen! dacht ik de laatste keer dat ik bij de Lidl was en kocht meteen een heel netje. Pas toen ik me bijna verslikte omdat ik  vier partjes in één keer in mijn mond had gepropt, herinnerde ik me weer hoe onze relatie tien maanden geleden was. En ik was trots. Vet trots.

Tentamenvraag: welke conclusie kun je uit deze blogpost trekken?
a) je mag alleen trots zijn op zaken die niet vanzelfsprekend zijn
b) wat is die Lisa een aansteller
c) maar mandarijnen moest je dan toch ook leren eten omdat je anders niet kan functioneren in deze samenleving JE REDERNERING IS KROM
d) je kan alles, als je het maar wil

14 Comments

Filed under voornemens

lisa en het dubieuze doktersadvies

Zelden was ik zo teleurgesteld als toen de huisarts me de uitslagen van mijn bloedonderzoek vertelde. “Je waarden zijn perfect,” zei hij en keek erbij alsof hij nog nooit in zijn leven iemand had ontmoet die zo gezond was. Hij vertelde me dat mijn continue vermoeidheid en bijna chronische verkoudheid kwamen door te veel stress en te weinig slaap. Meer rust en meer sport, was zijn advies.

Niet dat ik had gewild dat ik een ernstige ziekte had, maar stiekem hoopte ik  op een onschuldig maar aantoonbaar tekort aan vitamine B, of een ander probleem dat verholpen kon worden door pilletjes van de HEMA en misschien wat honingthee. ‘Meer slapen’ en ‘meer sporten’ en ‘minder stress’ zijn abstracte begrippen die al sinds de basisschool feitelijk onmogelijk zijn.

Het is nu bijna twee maanden geleden dat ik gezond ben verklaard. Het leven volgens doktersadvies gaat nog niet helemaal vlekkeloos. Én slapen én sporten én ook nog eens mijn huiswerk afkrijgen? Onmogelijk. Desalniettemin doe ik hard mijn best. Eigenlijk krijg ik  van dit streven alleen maar nog meer last van slapeloze nachten door niet gehaalde doelen (want: veel te laat naar bed omdat ik per se wilde hardlopen terwijl ik nog taalbomen moest tekenen), maar vreemd genoeg ben ik sinds het bezoek bij de huisarts niet meer ziek geweest.

Ach. Zo lang ik gezond niet verkouden ben vind ik het prima.

20 Comments

Filed under de ongemakken des levens, tijdmanagement