Category Archives: mensen

als het weer opnieuw waar is

Afgelopen weekend droomde ik over mijn oma. Het was niet echt een bijzondere droom, ze was er gewoon en ze was een beetje bozig om iets, maar waarom werd niet helemaal duidelijk. Ik was die ochtend al wakker geworden maar weer in slaap gevallen en sliep dus niet zo diep. Half in de ene, half in de andere wereld dacht ik: oh ja. Het is niet echt. Ze is niet dood. Het was allemaal maar een droom.

Dit overkomt me best vaak – soms met mijn ene oma, soms met mijn andere, soms met allebei tegelijkertijd. Niet zo heel vreemd, aangezien allebei mijn oma’s deze zomer zijn gestorven.

En ja, ik weet het – ik mag van geluk spreken dat ik ze zo lang bij me heb gehad. Ik ken zoveel mensen die hun eigen ouders minder lang hebben gekend dan ik mijn grootouders, en mensen die jonger waren dan ik en die er al langer niet meer zijn dan mijn oma’s. Afgezien van mezelf ken ik niemand, niemand die op zijn of haar 22ste verjaardag twee complete grootouderparen op bezoek had.

En ja, zeggen we dan, uiteindelijk is er nog steeds veel om dankbaar voor te zijn, voor mijn ene oma omdat ze nu eindelijk geen pijn meer heeft en voor de andere omdat ze die pijn van mijn andere oma niet zal kennen.

Maar het blijft supernaar en ik haat die momenten nadat ik even denk dat het allemaal helemaal niet waar is.

1 Comment

Filed under mensen

dingen die stom zijn aan menselijke interactie

  • Dat als je met een groep mensen iets probeert te plannen via e-mail of whatsapp, en iedereen kan behalve één iemand die “Dan kan ik niet” miept, zonder dan een tegenvoorstel te doen. Dan moet iemand anders weer “Wanneer kun je dan wel?” zeggen. Waarom wacht je die stap af? Zeg het gewoon meteen.
  • Dat het nooit duidelijk is of mensen nou met rust gelaten willen worden of juist niet. Kunnen ze niet gewoon een sticker op hun voorhoofd plakken? Of anders een statusupdate op ieder mogelijk kanaal plaatsen?
  • Dat dilemma of je mensen die je vaag kent nou moet zoenen of een hand moet geven. Ik weet het, uitgekauwde kwestie, maar dat is het niet voor niets. Ik dacht vroeger altijd dat ik er later wel overheen zou groeien en vanzelf zou aanvoelen wat gepast is, maar dat is dus niet zo. Dit probleem gaat NOOIT meer over.
  • Dat ik nog steeds geen complimenten kan geven.
  • Nog een uitgekauwde maar daarom niet minder urgente kwestie: op zich is het al heel irritant om na drie keer “Wat zeg je” te moeten vragen als je iets niet verstaat, “Hahaha” te moeten zeggen omdat je niet toe durft te geven dat je het nóg steeds niet hebt gehoord, in de hoop dat je geen vraag is gesteld. Maar weet je wat NOG erger is? Als jij diegene bent die al drie keer hetzelfde heeft gezegd en dat je dan merkt dat die ander alleen maar doet alsof-ie je heeft verstaan. Dat is namelijk supermakkelijk te merken (of misschien doen mensen het nóg vaker dan dat ik zie, dat kan ook).
  • Awkward miscommunicatie. Alleen al als ik eraan denk word ik al naar.
  • Dat wanneer je in een groep bent, en je staart de hele tijd verschillende mensen aan (dat doe je toch in groepen? Tijdens college kijk ik in ieder geval altijd naar iedereen. Niemand ontsnapt aan mijn haviksogen) en dat één persoon je dan betrapt, en dat je dan snel weg moet kijken. Maar als het eenmaal eens gebeurd is, kijken jullie daarna als vanzelf nóg een keer aan, als je ergens niet naar wilt kijken word je er altijd als een magneet naartoe getrokken, en dat je zo de hele tijd oogcontact hebt met iemand met wie je niet per se oogcontact wil hebben, waardoor het net lijkt alsof je iets van diegene wilt. Daar kan ik echt nachten van wakker liggen.

Leave a Comment

Filed under mensen

waarom ik nu naar een stel verlopen emo’s luister

De laatste tijd luister ik continu naar Indochine. Daar schaam ik me een beetje voor, omdat ik het een stel dramatische posers met slechte teksten vind (Aujourd’hui je pleure/demain je meurs) maar hun muziek is echt extreem catchy. En bovendien: There’s no guilty, only pleasure, blablabla. Dus ik ga er gewoon voor. Ik HOU van Indochine.

Ik leerde deze band vorig jaar kennen tijdens een college op mijn Parijse universiteit. Vier van mijn vijf vakken volgde ik samen met een ver-schrik-ke-lij-ke jongen. Die gozer was echt niet te doen zo irritant. Hij barstte ongeveer vier keer per college in hysterisch lachen uit omdat de docent kennelijk iets semi-grappigs had gezegd. Bovendien praatte hij continu door de les heen en kwam hij nooit op tijd. Alle leraren leken desondanks massaal verliefd op hem te zijn, want als hij weer eens te laat binnen kwam, begroetten ze hem immer met een zoetgevooisd “Welkom Nathanaël, ga zitten.”

Omdat de meeste Fransen me negeerden en het me niet zo goed idee leek om met die ene die me af en toe een beetje aandacht gaf meteen te gaan roddelen, heb ik nooit gevraagd waarom die vervelende jongen toch zo populair was (want dat was hij, ook mijn F. klasgenoten liepen met hem wég), maar al mijn Duitse vriendinnen waren het roerend met me eens: deze gast was bizar vervelend. Die aandachtszieke manier waarop hij praatte. De manier waarop hij lachte, liep, ademde. Al die niet-verplichte presentaties (sowieso een heel raar concept) die hij deed en dat alle docenten vervolgens weer helemaal in katzwijm vielen want oh wat had hij het weer goed gedaan.

Eén van zijn presentaties deed hij bij een vak over semi-geïmproviseerde podiumkunst (dat vak heb ik niet gehaald, trouwens). De presentatie ging over zijn favoriete band, die volgens hem bij hun concerten een ‘collectieve ervaring’ creëerden.

Toen hij ter illustratie een filmpje aanzetten, kon ik het niet laten om een beetje hardop te lachen. Op het scherm was een stel oude, verlopen emo’s te zien dat voor een enorme mensenmassa stond. De zanger hoefde niet te zingen: hij luisterde naar hoe het publiek zijn teksten opdreunde.
“Wacht even,” zei de jongen, “het komt bijna.”
En toen gebeurde het, het moment waar die jongen kennelijk op wachtte.
De zanger kreeg het te kwaad en begon zowaar te huilen.
De jongen moest toen ook een beetje te huilen.

En daarom luister ik nu dus naar Indochine.

Leave a Comment

Filed under mensen, muziek

klein voor je leeftijd

Eén van mijn vele traumatische jeugdherinneringen is dat ik vroeger altijd veel jonger werd geschat dan dat ik was. Dat vond ik altijd ontzettend beledigend, al was het maar door dat toontje waarop ze het zeiden: “Jij bent ook klein voor je leeftijd!”

Klein voor je leeftijd. Het voelde lang als een synoniem voor “Je bent niet cool genoeg”, huilen, huilen, huilen. Dit ging door tot het einde van mijn tienertijd. Pas nu ik 22 ben, en meestal wel zo oud word geschat als ik ben (hoewel ik eigenlijk nog maar net 22 ben en nog niemand mijn leeftijd heeft proberen te raden sinds mijn laatste verjaardag), vind ik het niet meer zo erg om voor jonger te worden aangezien. Ik bedoel, ik heb huisgenoten die 18 zijn. Dat is jonger dan mijn broertje. En die mogen ook  al een creditcard aanvragen en alcohol kopen en zo. Dus waarom zou ik boos worden?

Nu kijk ik vol angst/interesse uit naar het moment wanneer ik ouder word geschat dan dat ik ben en dat me net zo zou beledigen als vroeger toen ik voor jonkie werd aangezien. Hoewel ik inmiddels ook wel zie dat ik de ideeën van anderen niet serieus hoef te nemen:  toen ik op een paar dagen af zeventien was, kwam de moeder van een vriendinnetje van m’n zeven jaar jongere zusje haar dochter bij ons ophalen. Ze bleef een beetje kletsen met mijn moeder, mijn zusje (destijds negen) en mijn broertje (destijds veertien). Toen wendde ze zich tot mij.
“Hoe oud ben jij ook alweer?” vroeg ze. “Elf, bijna twaalf toch?”

Ik was furieus, dat begrijp je – ben je eindelijk bijna van die verdomde middelbare school af, word je als basisscholiere aangezien.
Al denk ik dat ik het over twintig jaar wel leuk zou vinden als ze me maar twee jaar ouder dan mijn kleine zusje schatten.

29 Comments

Filed under mensen

over complimentjes en mijn flapuit-skills

Ik ken een meisje dat heel goed is in complimenten geven. Als ik met haar samen ben, heeft ze er binnen de kortste keren uitgeflapt hoe goed je haar zit, én dat je een leuke tas hebt, én dat die nieuwe rok je bijzonder goed staat. Alles wat ze zegt, is oprecht. Het is heel leuk om met zo iemand om te gaan, maar tegelijkertijd ook wat moeilijk, want het geeft constant het gevoel dat je iets aardigs terug moet zeggen. (First world problems, ik weet het)

En daar ben ik niet zo goed in. Dat ligt niet aan dit meisje; ze is hartstikke knap en haar outfits zijn meestal wel drie afzonderlijke pluimen waard, maar het lukt mij gewoon niet om die aardige woorden over mijn lippen te krijgen zonder ze al te gekunsteld te laten klinken. Omdat ik er bij voorbaat vanuit ga dat het er zo raar uitkomt dat niemand het gelooft (in de trant van: “Wat zie jij er apart uit”). En op die manier komt het er ook raar uit.

Zo zat ik met hetzelfde meisje crêpes te eten. “Ik hoop dat mijn lippenstift er nog een beetje op zit,” zei ik, niet vissend naar complimentjes, maar oprecht bezorgd over rozerode vlekken die willekeurig tussen mijn bovenlip en kin verspreid zouden kunnen zijn.
“Hij zit er nog goed op hoor,” antwoordde ze, “het is trouwens echt een mooie kleur! Waar heb je die vandaan?”
Ik  deed uitgebreid verslag over hoe deze lippenstift in mijn bezit was gekomen.
“Ik draag eigenlijk nooit make-up,” zei ze.
In mijn hoofd zei ik: echt niet? En er dan nog zo goed uitzien! Ik wou dat ik dan kon! (Ja, ik ben jaloers op mensen die geen make-up hoeven te dragen omdat ze, nou ja, het nooit dragen, en dus niet niet meer op henzelf lijken zodra ze eens geen smeersel op hun gezicht hebben, en dat hun moeders dan geschokt vragen wat er in godsnaam mis met ze is).
Maar ik zei niets. Of nouja, ik zei wel iets, maar het was geen compliment.
Het goede nieuws is dat ze nu niet denkt dat ik vind dat ze make-up moet gaan dragen omdat ik haar make-uploos kopje apart vind.
Ik moet echt werken aan mijn flapuit-skills.

14 Comments

Filed under de ongemakken des levens, mensen