Monthly Archives: October 2013

waarom ik nu naar een stel verlopen emo’s luister

De laatste tijd luister ik continu naar Indochine. Daar schaam ik me een beetje voor, omdat ik het een stel dramatische posers met slechte teksten vind (Aujourd’hui je pleure/demain je meurs) maar hun muziek is echt extreem catchy. En bovendien: There’s no guilty, only pleasure, blablabla. Dus ik ga er gewoon voor. Ik HOU van Indochine.

Ik leerde deze band vorig jaar kennen tijdens een college op mijn Parijse universiteit. Vier van mijn vijf vakken volgde ik samen met een ver-schrik-ke-lij-ke jongen. Die gozer was echt niet te doen zo irritant. Hij barstte ongeveer vier keer per college in hysterisch lachen uit omdat de docent kennelijk iets semi-grappigs had gezegd. Bovendien praatte hij continu door de les heen en kwam hij nooit op tijd. Alle leraren leken desondanks massaal verliefd op hem te zijn, want als hij weer eens te laat binnen kwam, begroetten ze hem immer met een zoetgevooisd “Welkom Nathanaël, ga zitten.”

Omdat de meeste Fransen me negeerden en het me niet zo goed idee leek om met die ene die me af en toe een beetje aandacht gaf meteen te gaan roddelen, heb ik nooit gevraagd waarom die vervelende jongen toch zo populair was (want dat was hij, ook mijn F. klasgenoten liepen met hem wég), maar al mijn Duitse vriendinnen waren het roerend met me eens: deze gast was bizar vervelend. Die aandachtszieke manier waarop hij praatte. De manier waarop hij lachte, liep, ademde. Al die niet-verplichte presentaties (sowieso een heel raar concept) die hij deed en dat alle docenten vervolgens weer helemaal in katzwijm vielen want oh wat had hij het weer goed gedaan.

Eén van zijn presentaties deed hij bij een vak over semi-geïmproviseerde podiumkunst (dat vak heb ik niet gehaald, trouwens). De presentatie ging over zijn favoriete band, die volgens hem bij hun concerten een ‘collectieve ervaring’ creëerden.

Toen hij ter illustratie een filmpje aanzetten, kon ik het niet laten om een beetje hardop te lachen. Op het scherm was een stel oude, verlopen emo’s te zien dat voor een enorme mensenmassa stond. De zanger hoefde niet te zingen: hij luisterde naar hoe het publiek zijn teksten opdreunde.
“Wacht even,” zei de jongen, “het komt bijna.”
En toen gebeurde het, het moment waar die jongen kennelijk op wachtte.
De zanger kreeg het te kwaad en begon zowaar te huilen.
De jongen moest toen ook een beetje te huilen.

En daarom luister ik nu dus naar Indochine.

Leave a Comment

Filed under mensen, muziek

stel dat een douchegel je leven kan veranderen

Laatst kocht ik een nieuwe douchegel. Dat doe ik wel vaker. Dit keer ging ik voor ‘Ayurituel joyous’ van Palmolive, omdat hij relatief goedkoop was en de geur me deed denken aan vakanties in Frankrijk. (En omdat ik niet zo veel zin had er verder over na te denken – het was koud in de Jumbo en mijn boodschappenmandje was al zwaar genoeg.)

Onder de douche bestudeerde ik het tekstje op de achterkant. Hierop werd aardig wat beloofd: Herontdek je welzijn en innerlijke harmonie met de douchegel Palmolive Ayurituel Joyous, geïnspireerd door de wereld van de oude Indiase Ayurvedische tradities. De unieke formule, met Indiase Moerbei & Lotusbloem-extracten, zal je verwennen met een nieuwe zintuiglijke ervaring!

Hier moest ik wel een beetje om lachen. “Welzijn en innerlijke harmonie”? “Nieuwe zintuiglijke ervaring”? Hoe dan? Ik bedoel, dit spul ruikt best lekker, maar het is nog steeds een massaproduct met duizend chemische bestandsdelen. En naast al die geweldige ervaringen die ik bij het gebruiken zou moeten hebben maar niet heb, weet ik nog steeds niets over “oude Indiase Ayurvedische tradities”. Als ik het inmiddels niet had gegoogeld, had ik nog steeds gedacht dat het verzonnen was. Maar Wikipedia zegt dat het een hindoeïstische gezondheidsleer is, dus dan zal dat wel zo zijn. Maar eh, voor mijn welzijn doet het nog steeds niets. Doe ik iets mis? Smeer ik het soms verkeerd op? Knijp ik te hard in de tube?

Natuurlijk weet ik wel dat de tekst op deze verpakking niet zo raar is. Verzorgingsproducten beloven je altijd van alles dat niet direct met het product te maken heeft – Venusscheermesjes bezorgen je geen gladde benen, maar maken je een godin (hoe dan???) en bodylotions hydrateren niet, maar zorgen voor een goede start van de dag. Dit soort overdreven beloftes zie ik meestal niet eens meer, omdat ik er zo aan ben gewend. Best jammer. Als je erop let zijn ze namelijk erg amusant.

In college kregen we pas een mooie voorgeschoteld:

reclame

Links staat “Kerouac wore khakis”. Dit is dus Jack Kerouac en hij droeg kennelijk die broeken. Oké, hier staat niet “jij wordt revolutionair als je deze broek koopt” maar eh… dat wordt duidelijk wel geïmpliceerd. Wat natuurlijk uiterst ongeloofwaardig is, maar tegelijkertijd een prachtige droom. Stel dat je echt de wereld ineens kunt veranderen, alleen omdat je een GAP-broek koopt? Dat je ineens beter gaat schrijven, of een plots anarchist wordt? Stel nou dat ik al dat welzijn en innerlijke harmonie die ik ben verloren in deze goddeloze westerse maatschappij terug kan vinden door me in te smeren met de juiste douchegel, en dat ik van Venus-scheermesjes plotseling godin wordt en zo lekker de mensheid kan treiteren? (Lekker positieve invalshoek weer, Lisa)

Stel nou dat je je leven echt vorm kunt geven met verzorgingsproducten die je bij de Jumbo koopt? Dat zou best vet zijn. En heel raar. Misschien moet ik wat meer mijn best doen. Wat meer openstaan voor nieuwe zintuiglijke ervaringen, een beetje harder proberen die innerlijke harmonie te voelen als ik onder de douche sta. Misschien werkt het wel. Ik laat het jullie weten.

Leave a Comment

Filed under dit past echt nergens in

vijf slechte gewoontes die zo erg nog niet zijn

1. Nagelbijten. Nagelbijten is iets waarmee de nagelbijter altijd ‘moet’ stoppen, maar ik heb nooit zo begrepen waarom. Omdat het lelijk is? Onhygiënisch? Mijn nagels zien er best oké uit en volgens mij is het gewoon hartstikke goed voor je weerstand. Vorig jaar ben ik er voor het eerst in mijn leven even mee gestopt, gewoon, omdat het kon, en omdat ik dacht dat het misschien zin had. Dat bleek dus niet zo te zijn. Na een maand ben ik maar weer begonnen. Ik kon geen redenen verzinnen om het niet te doen.

2. Het uitstellen van opruimen/afwassen/etc. Aan het einde van de dag zit je wel met een enorme berg troep, maar als je er dan in één keer doorheen gaat, ben je uiteindelijk minder tijd kwijt dan wanneer je zeven keer opnieuw je prullenbak open moet doen/moet wachten tot het water warm is/überhaupt uit je stoel moet opstaan. Als je er gewoon in één keer doorheen raast, duurt het wel even lang, maar uiteindelijk bespaar je tijd.

3. Overal aan twijfelen. Oké, soms is het vervelend. Het kost tijd en uiteindelijk zijn wij twijfelaars nooit tevreden met hun uiteindelijke keuze. Maar: je hebt alle opties wel uitgebreid onderzocht. Je zult nooit zomaar iets doen en neemt niets voor waar aan. Dat is nog eens een goede eigenschap.

4. Verdwalen in de donkere krochten van het internet. Dit kan ook vervelend zijn. Maar, als ik niet zoveel tijd op internet had doorgebracht, dan had ik ook een heleboel supervette muziek nooit gekend en een heleboel supertoffe mensen nooit ontmoet. En dan had ik ook nooit geweten dat één van mijn top vijf wensen (een reprise van Notre-Dame de Paris bijwonen, ja sorry) zou kunnen uitkomen. Laat staan het beste gifje ooit gevonden.

5. Te lang douchen. Hiermee bedoel ik overigens niet: een half uur per dag onder de douche staan. Dat is oprecht een hele slechte gewoonte. DENK AAN HET MILIEU. Ik heb het nu over de ene minuut teveel, die ene minuut die eigenlijk niet meer nodig is, maar die je dan toch pakt omdat je er niet uit kunt wilt komen, die ene minuut die je achteraf gezien óók had kunnen gebruiken om je bed op te maken voor je de deur uitging. Maar van die ene minuut extra laadt een mens zich weer op. Als je met die ene extra minuut douchen het leven weer beter aankunt, kan het nooit een verspilde minuut zijn.

Leave a Comment

Filed under tijdmanagement

dingen die vorig jaar normaal waren

IMGP8984Foto: Muh Vadur

Voor college, als het buiten nog donker is, naar Bastille rennen, en terwijl de zon opkomt weer terug. Op zondagochtend hardlopen langs de Seine, wanneer het zelfs voor de Notre-Dame nog helemaal stil en leeg is, en dan de laatste brug nemen die nog over Île de la cité gaat (Pont Neuf), en via de andere kant van de rivier terug.

Frans spreken met Engelsen en Engels spreken met Fransen. De “beste chocolademousse van de stad” eten. De “crèpes zoals de Fransen dat doen” eten. Mensen die je allerlei plaatsen laten zien die je vervolgens niet onthoudt. Bijna een hekel krijgen aan Montmartre, omdat je er zo vaak heen bent geweest.

Een goed excuus hebben om naar de biologische supermarkt te gaan; de weinige vleesvervangers die ze in normale supermarkten verkopen, smaken naar karton. Bij de Monoprix een pakket groenten voor een stoofschotel kopen voor twee euro, en daardoor voor een week lang aan spagettigroenten hebben.

Vervolgens vijf euro betalen voor een cappuccino.

De metro ingaan en op lijnen richting heerlijk klinkende eindbestemmingen stappen (Ivry-Villejuif, Porte Dauphine, La Courneuve). Dat die eindbestemmingen meestal zelf niets voorstellen – als in: dat de eindhalte in een stadsdeel ligt waar je nog niet dood gevonden wilt worden – doet er niet toe. En maar overstappen, weer een nieuwe metro in. De metrokaart uit je hoofd kennen en direct weten hoe je van A naar B komt, blindelings de weg vinden in grote overstapstations. Überhaupt de metro nemen: in Amsterdam gaat hij toch alleen naar plaatsen waar je niet heen wilt.

De metro nemen – of nog beter: fietsen – naar Hôtel de Ville, om naar dat grote winkelcentrum te gaan waar ik niets kon betalen, maar waar de wc wel gratis was. Iets dat uiteindelijk altijd een beetje frustrerend was, maar ergens heen gaan met een semi-doel is soms gewoon nodig.
Hetzelfde geldt voor Opéra en de grote winkelcentra daar omheen, alleen betaal je daar een euro voor de wc.

Fietsen langs de Seine en het na verloop van tijd niet meer eng vinden. Met de fiets aan de hand naar een fietsenmaker vlakbij Jardin du Luxembourg lopen.

Naar college gaan en dan de hele dag geen bekenden tegenkomen en met niemand een woord wisselen. Tijdens de lunch een voorgerecht, hoofdgerecht én een toetje eten. Leren bij Pret a manger. Nieuwe Franse boeken kopen voor maar een paar euro bij Gilbert et Joseph. Tijdens een leerpauze wandelen in Jardin des plantes. Overal wandelen want overal is het leuk. Zo vaak naar het Louvre als ik zou willen, want het is toch gratis. Altijd Centre Pompidou passeren, in de veronderstelling dat je een andere keer wel eens een tentoonstelling bezoekt.

Leave a Comment

Filed under leven

van alto’s naar hipsters en weer terug

Vroeger wilde ik heel graag alto worden. Dit wilde echter niet zo goed lukken, omdat ik niet wist waar ik Overzeas-broeken kon kopen. Bovendien keken diegenen die deze kennis wél hadden me heel vies aan toen ik een blauwe maandag in een Avril Lavigne-shirt (oh, hoe naïef) naar school ging. Daarom verruilde ik de eyeliner onder mijn ogen maar snel voor eyeliner boven mijn ogen en luisterde ik maar weer gewoon naar Atomic Kitten. Je mot toch wat.

Dit betekent niet dat ik de alternatieve mode uit het oog ben verloren. Ik heb ze zien evolueren, die alto’s. Anno 2003 droegen ze allemaal gekleurde balletjeskettingen en teensokken, een paar jaar later was dit not done, toen droegen ze massaal identiteitsplaatjes om hun nek. Op dat moment werd het ook allemaal wat minder ‘klassiek’ alto: de jongere generatie alternatievelingen droeg skinnyjeans en boksbeugelkettingen en T-shirts van ijsjes die ‘rawrrr’ zeiden. Tsja. Het kan verkeren. Alternativiteit gaat ook met de mode mee. Daarom raakte ik een beetje in de war door de column ‘De dood van de alto’ op de Metro-site, waarin wordt beschreven hoe alto’s vroeger muziekfestivals als Lowlands domineerden met hun mislukte kapsels, slecht gekozen outfits en de wil om nergens bij te horen. Tegenwoordig is iedereen daar hipster en dat verpest de diversiteit. Maar als je met z’n allen lekker eigenwijs in de modder gaat banjeren, dan is toch niemand meer eigenwijs? Al die alto’s stonden toch ook lekker samen hetzelfde te zijn?

Nu ben ik het er wel mee eens dat mensen er op festivals irritant hetzelfde uitzien. En dat doet me weer denken aan dit stuk, ‘Sorry dat je zo veranderd bent Amsterdam’ op de site van HP/De Tijd, over dat Amsterdam verpest zou zijn door ‘verhipstering’. ‘Typisch Amsterdamse’ horeca- en uitgaansgelegenheden gaan dicht, om over te worden genomen door hippe koffiebars waarvan er in Amsterdam al veel te veel zijn. Tsja. Ik begrijp de ergernis, maar het verdriet niet. Kennelijk kwam er geen hond meer in die ‘typisch’ Amsterdamse zaken, anders hadden ze kunnen blijven bestaan. Als de stad hippekoffiebar-verzadigd raak, zullen die tenten ook wel weer sluiten.

En kennelijk wil dus ook niemand meer alto zijn. Ik denk niet dat het per se te maken heeft met het zogenaamd allesoverheersende hipsterdom – volgens mij is alternatief zijn gewoon niet meer zo in de mode. Heel rouwig kan ik hier niet om worden. Maar dat komt misschien ook omdat ik nog steeds een beetje jaloers ben.

Leave a Comment

Filed under kleding en zo, vroegah