Category Archives: studie in buitenland

maar die táál

Inmiddels zit ik alweer dik drie maanden in Parijs, dus ik dacht, misschien moet ik maar weer eens vertellen hoe het met me gaat. Dus bij dezen: goed hoor.

Ik ben alleen een beetje moe. Niet letterlijk moe, maar Frans-moe. Franse taal-moe, vooral. Ik ben echt dringend toe aan een pauze want ik kan die langue niet meer áánhoren. Misschien komt het door het onverdiend lage cijfer dat ik kreeg (mijn eerst onvoldoende hier, huilie huilie), misschien komt het doordat serveersters in het Engels terugpraten zodra ik één lullig lelijk uitgesproken woordje van hun kant niet direct begrijp, misschien komt het doordat ik al maandenlang met een beperkt vocabulaire door het leven ga: mag ik even iets anders? Gelukkig heb ik de afgelopen week Nederlands gezelschap gehad van Nora en komt Babet maandag alweer (en die blijft tot de dag dat ik voor kerst naar huis ga), dus ik heb Nederlands antigif. Alleen nog een paar colleges uitzitten.

(En daarna kom ik overigens fris & fruitig en met envie de parler français weer terug, hoor. Ik vond Frans praten tot vorige week nog steeds leuk en spannend. Alleen nu even niet.)

Vorige week realiseerde ik me trouwens dat ik al drie maanden Parijs niet uit ben geweest. Drie! Maanden! Zolang heb ik nog nooit in één stad doorgebracht! Waar diverse uitwisselingsvrienden al een bezoekje (of meer dan één…) aan hun thuisland hebben gebracht, waar mijn Turkse vriendin praktisch ieder weekend een nieuwe Europese stad ontdekt, ben ik niet veel verder gekomen dan Bois de Vincennes. Op de fiets. Of misschien La Défense. En dat terwijl ik toch zoveel, maar niet genoeg, gezien heb. Maar goed, het is dan ook Parijs – waarom zou je die stad verlaten als het eigenlijk niet hoeft?

25 Comments

Filed under leven, studie in buitenland

dingen die leuk zijn aan wonen in parijs

1. Dat je tijdens de lunch kunt besluiten om dezelfde middag nog naar de Notre-Dame te gaan. Lopend.
2. Dat je meerdere malen (per dag) naar de Notre-Dame kunt gaan. In je eentje. Oké, in principe kun je altijd wel in je eentje naar de Notre-Dame, maar dat doe je toch niet zo snel. Gisteren heb ik de kathedraal eens goed bestudeerd. Wisten jullie dat er gezichtjes onder de ramen aan de zijkant van de kerk zitten? En die engelen op het dak waren me echt nog nooit opgevallen. En al die andere beelden, al die details… die waren me in gezelschap nog nooit opgevallen.
3. Het maakt niet uit dat er een megalange rij staat voor Musée d’Orsay. Je kunt namelijk een andere keer terugkomen.
4. Ja, eigenlijk vooral dat het heel vaak niet zoveel uitmaakt wat je doet. Als je twee dagen gaat, kan het zonde van je tijd zijn om ergens heen te gaan waar het niet zo leuk blijkt te zijn, maar als je er woont, is het gewoon weer een stukje gewonnen terrein.
5. En toch steeds weer nieuwe plekken ontdekken.
6. Je verblijft in dezelfde stad als de gebeenten van Oscar Wilde, en als je wilt, kun je zelfs bij hem op visite.
7. Die leuke uitklapwinkels (ben de naam kwijt, o o) waar ze tijdschriften verkopen. En als je in Parijs woont, spreek je meestal wel een soort van Frans, dus daar kun je je te buiten gaan aan goedkope tijdschriften.
8. Je hebt het gevoel alsof je in een heel belangrijke stad woont, omdat er continu films en parfumreclames worden opgenomen.
9. Dat je Patrick Wolf Paris kunt horen spelen in Paris. Er bestaat niets passenders dan dat.
10. Dat je langs al die bekende gebouwen loopt, drukke straten vol toeristen en je het gevoel hebt dat je in een cliché bent beland, maar dat maakt niet uit, want al is het een cliché, het wel echt.

26 Comments

Filed under studie in buitenland

hoe het nu gaat enzo

Inmiddels zit ik hier nu twee maanden en ik kan niet zeggen of de tijd snel of juist langzaam is gegaan. Allebei, denk ik, of juist allebei niet. Misschien gaat de tijd wel voor het eerst ‘normaal’; in Nederland ging het áltijd te snel, ten opzichte daarvan ben ik nu beter af. Wel grappig, want je zou denken dat de tijd in alle drukte voorbij zou razen… maar misschien juist ook wel niet: door al die nieuwe ervaringen onthou je beter wat je hebt gedaan, en daardoor is er geen tijd ‘weg’. Dus: veel nieuwe dingen blijven doen, jongens!

De laatste weken heb ik het een stuk beter naar me zin gehad dan in de weken voor mijn blogpost van een tijdje geleden. Nog steeds breng ik te veel tijd door boven studieboeken die ik niet snap en te weinig bovenop de Eiffeltoren, maar de balans is weer te vinden. De afgelopen maand heb ik Park Monceau en de buurt  eromheen verkend, ben ik naar en door Bois des Vincennes gefietst en heb ik een biertje gedronken op verdieping 56 van Montparnasse (10 euro! Toen ik daar achter kwam, deed ik maar gewoon net alsof ik het heel normaal vond). Ook zijn, zoals eerder vermeld, mijn ouders, zusje en haar beste vriendin langsgekomen, wat veel te gezellig was. (Mijn favoriete momenten: de pijnlijk stevige knuffels die ik steeds van mijn zusje kreeg en de terugkerende discussies tussen mijn moeder en de vriendin van mijn zusje over waar ze betere koffie serveren: Starbucks of McCafé.)

Gemaakt vanuit de bar in Montparnasse. Ik voelde me ontzettend kosmopolitisch, zo tegen de Eiffeltoren aankijkend en tussen allerlei mensen die overduidelijk te veel geld hadden.

Daarnaast heb ik aardig wat gewandeld, heb ik mijn eerste tentamen gemaakt (ik wil er niet over praten), is mijn Frans aanzienlijk vooruit gegaan (dat had ik eigenlijk pas deze week door. Bleek ik ineens hele verhalen te kunnen houden, terwijl ik voorheen altijd dacht ‘laat maar’.) en voel ik me in mijn dagelijks leven allesbehalve mwah.

En nu ga ik stoppen met schrijven want hoe erg het hier inmiddels ook regent, ik wil de stad in. Na een ochtend zwoegen op Maupassant mag dat ook wel. It’s all about balance, hè?

25 Comments

Filed under leven, studie in buitenland

een maand en een week in parijs

Ik moet jullie eerlijk bekennen: de laatste weken zat ik wat in een dip. Ik woonde nu al een tijdje in Parijs, maar ik had niet echt het gevoel dat mijn Frans met sprongen vooruit ging. Tijdens colleges kon ik met alle beste wil van de wereld maar de helft verstaan en wat ik ervan begreep stond me niet bijzonder aan. Hoewel ik al een flinke groep uitwisselingsstudenten kende en de Franse klasgenoten allemaal aardig en behulpzaam waren, was het geen goede vervanging voor mijn vrienden en familie. Mijn voorgemeubileerde kamer begon me de keel uit te hangen. Ik was nog steeds niet klaar met bureaucratisch geregel. Ik was continu ziek, zwak en misselijk en vooral: moe. Het ‘yes-ik-ben-in-Parijs’-gevoel van de eerste weken begon weg te ebben nu mijn arrondissement me net zo vertrouwd voorkwam als Amsterdam-Noord.

Dit bovenstaande klinkt allemaal deprimerender dan dat het is; écht rot voelde ik me hier namelijk niet door. Ik wilde niet per direct naar huis, ik lag niet in mijn bed te huilen en me af te vragen waar ik in godsnaam aan begonnen was. Nee, ik voelde me gewoon mwah. Mwah. Mwah. Maar mwah is nooit goed, en zeker niet als je iets aan het doen bent wat megaspannend en onvergetelijk gaaf zou moeten zijn. Nu heb ik gehoord dat het wel bij meerdere mensen even duurde voordat ze gesetteld waren in hun uitwisselingsstad, maar leuk is het niet.

En eigenlijk ben ik na die weken ook wel klaar met dat mwah-gevoel. Daarom besloot ik een paar dagen geleden dat het anders gaat worden. Vanaf nu wordt mijn verblijf hier gewoon supermegavetawesome. Ik ga harder werken (want ja, mijn motivatie om beter Frans te spreken was al zo gedaald dat mijn skills zich ook niet echt kónden verbeteren). Mijn vitamine-inname, bewegingsfrequentie en slaapuren worden verhoogd, net zoals de hoeveelheid tijd die ik op nieuwe plaatsen door ga brengen.
Dit weekend was een goede start. Mijn vader kwam langs en samen bezochten we, naast de alom bekende toeristische attracties, het prachtige Parc des Buttes-Chaumont in het verrassend leuke 19e arrondissement. Dit soort dingen ga ik vaker doen, in plaats van me te verstoppen in mijn Twitterfeed en Bloglovin’, zoals ik de laatste weken heb gedaan. Het wordt weer leuk interessant vetcool.

Dat heb ik besloten.

26 Comments

Filed under studie in buitenland, voornemens

deze fietstocht was behoorlijk bar

Vorige zaterdag verveelde ik me te pletter. Na een week ziek te zijn geweest was ik eindelijk uitgerust en topfit, maar geen van mijn uitwisselingsvrienden had tijd voor me en ik had ook geen zin om in mijn eentje doelloos toeristisch te doen. Tot aan het einde van de middag, toen ik uit wanhoop der verveling maar een stukje ging fietsen. Eenmaal dwalend door de stad besloot ik dat ik best wel even naar de Eiffeltoren kon rijden. Langs de Seine, en weer terug. Kon ik ook niet verdwalen.

Zo bedacht, zo gedaan. En oh boy, WAT EEN RAMP, WAT EEN RAMP. Parijs heeft naast de bijnaam ‘lichtstad’ ook de bijnaam ‘autostad’; op zo’n beetje iedere vierkante meter rijdt er wel eentje. (Daarom zijn alle uitwisselingsstudenten allemaal zo snotterig, ze zijn niet gewend aan al die uitlaatgassen.) De gemeente heeft hier de laatste jaren verandering in proberen te brengen door het fietsen eindeloos te propaganderen en door overal fietspaden aan te leggen. Dit laatste is niet overal even goed gelukt; die magere strookjes die eerst een stuk autoweg waren zijn al eng genoeg, maar soms houden ze ook nog eens zomaar op. Of je dan door moet rijden of over het voetgangerspad moet (wat ik meestal deed), is onduidelijk. Soms moest je ook een heel stuk een andere kant op omdat er dan ineens ergens een ‘echt’ fietspad was en nou, die afslag heb ik vaker wel dan niet gemist. Crosste ik daar als een of andere Roekeloze Robijntje over iets dat voelde als de Duitse Autobähn. (Oké, toegeven: ik ben echt een verkeersloser. Lopend oversteken is voor mij al eng genoeg. Kun je nagaan.)

Om de fietstocht een beetje te overleven, had ik twee vuistregels voor mezelf bedacht:
1) Bij twijfel ben ik een voetganger
2) Als een fietser me inhaalt, race ik er keihard achteraan en blijf zo dicht mogelijk bij dat persoon zodat die alle verkeersbeslissingen voor me kan maken

Tot de Notre-Dame viel het trouwens nog wel mee, het was daar niet megadruk en er waren genoeg duidelijke fietspaden. Eenmaal vlakbij de kerk besloot ik dit heroïsche moment vast te leggen en besloot hetzelfde te doen als ik onder de Eiffeltoren stond.

Ik weet het, de Notre-Dame staat er mooi op. Dat krijg je als je én jezelf én je fiets én een bezieningswaardigheid probeert te fotograferen. Normaal gesproken zou ik ‘m overdoen, maar foto’s van jezelf maken is in het openbaar nu eenmaal een beetje awkward.

 

Na de Notre-Dame werd het minder leuk. Ik had onderschat hoe groot Parijs is en hoe fucking veel bruggen (lees: kruispunten) je langs moet voordat je aan de andere kant bent. Het was ook duidelijk dat ze at this very moment nog bezig waren met het aanleggen van fietsstroken, want iedere vijftig meter was de weg opengebroken, waardoor het stukje dat overbleef nog fijn enger werd.

Tot de Eiffeltoren heb ik het niet gered; toen ik dat ding in het vizier kreeg ben ik meteen omgekeerd. Ik had het inmiddels zo gehad met deze hele onderneming dat ik dacht: laat die foto maar zitten. Maar een ander deel van mij had al besloten deze blog te schrijven, dus toen heb ik er toch maar eentje twee gemaakt.

Ja, de toren komt nog beter uit de verf dan de Notre-Dame op die andere foto. En ja, ik voelde me net zo ongelukkig als ik er uitzie.

 

Daarna heb ik geprobeerd om de engheid van het verkeer vast te leggen maar ik ben duidelijk geen getalenteerd fotograaf.

 

Ironisch genoeg is de enige botsing die ik heb gehad met een fietser, toen ik na mijn foto- en adempauze weer de weg op wilde. De schade leek onbestaand; ze kon direct doorracen, en ik ging er meteen achteraan. Lang duurde dit fietsbandkleven echter niet, want ze ging zo achterlijk snel dat ik moest opgeven en nog zieliger dan dat ik al was, achterbleef.

Toen ik niet meer zo hard fietste, merkte ik dat mijn voorwiel scheef stond. En als ik scherpe bochten maakte, remde ik automatisch. Maar ik ging dapper door – aangezien ik al anderhalf uur onderweg was, wilde ik er niet aan denken hoe lang het nog zou duren als ik verder moest lopen.

Na nog een half uur angstig achter andere mensen aanfietsen, stoppen voor het voetgangerszebrapad en vooral voorzichtig de bocht omgaan, was ik er bijna thuis. En toen zat mijn trapper ineens vast in mijn remkabel. Kon ik alsnog gaan lopen. Maar goed, ben ik even dankbaar dat het 50 meter voor mijn huis gebeurde.

Als deze foto één ding laat zien, is het niet hoe kapot mijn fiets wel niet is, maar hoe lang ik over de tocht heb gedaan. Want toen had ik mijn trapper inmiddels al bevrijd ja.

 

Dankbaar ben ik ook voor het feit dat ik mijn saaie zaterdag flink wat opgepimpt had.

32 Comments

Filed under fotopost, op stap, studie in buitenland