Tag Archives: mijn slechte eigenschappen

over complimentjes en mijn flapuit-skills

Ik ken een meisje dat heel goed is in complimenten geven. Als ik met haar samen ben, heeft ze er binnen de kortste keren uitgeflapt hoe goed je haar zit, én dat je een leuke tas hebt, én dat die nieuwe rok je bijzonder goed staat. Alles wat ze zegt, is oprecht. Het is heel leuk om met zo iemand om te gaan, maar tegelijkertijd ook wat moeilijk, want het geeft constant het gevoel dat je iets aardigs terug moet zeggen. (First world problems, ik weet het)

En daar ben ik niet zo goed in. Dat ligt niet aan dit meisje; ze is hartstikke knap en haar outfits zijn meestal wel drie afzonderlijke pluimen waard, maar het lukt mij gewoon niet om die aardige woorden over mijn lippen te krijgen zonder ze al te gekunsteld te laten klinken. Omdat ik er bij voorbaat vanuit ga dat het er zo raar uitkomt dat niemand het gelooft (in de trant van: “Wat zie jij er apart uit”). En op die manier komt het er ook raar uit.

Zo zat ik met hetzelfde meisje crêpes te eten. “Ik hoop dat mijn lippenstift er nog een beetje op zit,” zei ik, niet vissend naar complimentjes, maar oprecht bezorgd over rozerode vlekken die willekeurig tussen mijn bovenlip en kin verspreid zouden kunnen zijn.
“Hij zit er nog goed op hoor,” antwoordde ze, “het is trouwens echt een mooie kleur! Waar heb je die vandaan?”
Ik  deed uitgebreid verslag over hoe deze lippenstift in mijn bezit was gekomen.
“Ik draag eigenlijk nooit make-up,” zei ze.
In mijn hoofd zei ik: echt niet? En er dan nog zo goed uitzien! Ik wou dat ik dan kon! (Ja, ik ben jaloers op mensen die geen make-up hoeven te dragen omdat ze, nou ja, het nooit dragen, en dus niet niet meer op henzelf lijken zodra ze eens geen smeersel op hun gezicht hebben, en dat hun moeders dan geschokt vragen wat er in godsnaam mis met ze is).
Maar ik zei niets. Of nouja, ik zei wel iets, maar het was geen compliment.
Het goede nieuws is dat ze nu niet denkt dat ik vind dat ze make-up moet gaan dragen omdat ik haar make-uploos kopje apart vind.
Ik moet echt werken aan mijn flapuit-skills.

14 Comments

Filed under de ongemakken des levens, mensen

hoe ik, ondanks mijn onassertieve gedrag, toch aan redelijk lekkere macarons kwam

Dit is de laatste week dat ik in Parijs woon. Dat vind ik een goed excuus om allerlei decadente dingen te doen, zoals twee dagen achter elkaar hetzelfde museum te bezoeken, te betalen voor de relikwieënafdeling van de Notre-Dame (tip: niet doen) of naar dure patisserieën te gaan.  Ik heb altijd een zwak gehad voor mooi vormgegeven, zoete troep, vooral als je ze per stuk mag uitkiezen en ze in een leuk zakje gaan. Daarom dacht ik: laat ik eens macarons gaan kopen bij Ladurée. Normaal gesproken eet ik die krengen alleen bij de McDonald’s, 90 cent per stuk, maar zoals ik al zei, ik wilde iets decadents en Parijsachtigs doen. Alles voor de ervaring, toch?

En de winkel zag er zo leuk uit. Zo pastel, zo zoet, zoveel verschillende kleuren macarons. Op de balie stonden verschillende doosjes met allemaal een eigen prijs, die niet per se afhing van de hoeveelheid macarons die erin kon. Voordat ik begreep waarom dit zo was, vroeg de man achter de balie of hij me kan helpen.
“Eh, doe maar een doosje van Les Incroyables,” zei ik, want die waren het goedkoopst, veertien euro voor acht stuks. Duur, maar je gaat er niet failliet aan. Ik hoopte dat er vooral smaken als vanille en pistache bij zouden zitten, want fruitmacarons vind ik niet te vreten.
De man leidde me naar een uithoek van het macarongebied. Oké, kennelijk mocht ik zelf kiezen wat erin ging. Hij wees verschillende macarons aan, zei dingen, iets met marshmallowsmaak, maar ik snapte er helemaal niets van. “Moet ik het in het Engels zeggen?” vroeg hij, en ik zei ja, maar het bleef verwarrend. Oké, ik had dus een bijzonder smalle keuze uit vier verschillende soorten macarons. Ik moest ongeveer vijf keer opnieuw vragen welke smaken het nou precies waren, want het waren ontzettend ingewikkelde combinaties. Na de zoveelste keer vragen begreep ik alleen dat ik niet de kauwgomsmaak wilde.
“Doe maar wat van die,” zei ik uiteindelijk, “Die groene.” Er waren twee kleuren groen. Hij begon er een aantal in het doosje te doen.
“En wat van die roze,” zei ik. Er waren twee kleuren roze.
“Deze?” vroeg hij. Ik bedoelde eigenlijk die andere, maar ik knikte.

Toen ik in mijn hoofd een reconstructie maakte van alle smaken die hij had opgenoemd, bedacht ik me ineens dat ik alleen maar uit fruitsmaken had kunnen kiezen. Ik had zojuist veertien euro uitgegeven aan iets waarvan ik al in de winkel had kunnen zeggen dat ik het niet lustte.

Thuis haalde ik het doosje uit het chique tasje, haalde de deksel eraf en maakte voorzichtig en verzegelde papiertje los. Het is in ieder geval een beleving, dacht ik, en stopte op hoop van zegen de roze aardbeienmacaron in mijn mond. Hij was eigenlijk best nog wel lekker. Heb dus toch niet alleen voor het merk betaald.

Deze illustratie was strikt noodzakelijk.

(Daarna heb ik trouwens de groene gegeten. En wat denk je? Geen fruitsmaak te bekennen. Het is gewoon pistache, mijn favoriete smaak der favoriete smaken. Er zit alleen een wat rare marshmallowvulling tussen.)

 

27 Comments

Filed under de ongemakken des levens

sinds oudjaar 2001 ben ik maar weinig veranderd

De eerste keer dat ik goede voornemens maakte, was ik 10 jaar en ik schreef ze met gekleurde gelpennen in mijn barbiedagboek. Voornemen nummer uno luidde: ’25 goede voornemens verzinnen’. Daarna volgden voornemens als ‘beter voor konijn zorgen’, ‘beter haar kammen’ en ‘minder huilen’. Inmiddels ben ik meer dan twee keer zo oud, maar mijn zelfverbeteringsillusies heb ik nog lang niet verloren. Omdat mijn gekleurde gelpennen leeg zijn, hierbij mijn goede voornemens voor 2013:

1. Vaker haarmaskers gebruiken, zodat kappers niet meer zo zeuren over dat ik dat moet gaan doen.
2. Een boek per week lezen. (Om me een beetje meer neerlandicus te voelen)
3. Heel veel juicen. Voor de normale mens: kilo’s en kilo’s groente en fruit in een apparaat gooien, zodat je het piepkleine beetje sap dat eruit komt, kunt drinken. Dit voornemen is Heel Belangrijk, al was het maar omdat mijn nieuwe sapcentrifuge mijn halve kamer in beslag neemt.
4. Minder vaak over One Direction praten.
5. Een hele fijne laatste maand in Parijs hebben.
6. Eens een keer 10 kilometer hardlopen. Dat kan ik best, maar ik heb er nooit zin in, omdat dat zoveel tijd kost. Maar goed, ik wil kunnen zeggen dat ik ‘wel eens 10 kilometer loop’, en aangezien ik niet kan liegen moet ik dat dan maar eens gaan doen.
7. Leren liegen.
8. Blogposts vooruit typen die ik in geval van nood en tijdstress online kan gooien (wat een grap, nu komen we dus aan bij bizarre voornemens)
9. Afleren om aan het tweede chocolaatje te denken voordat ik de eerste op heb.
10. Mijn broccoli niet meer laten beschimmelen, en als het toch beschimmelt, gaat er één euro in een speciale broccolispaarvarken, en van dat geld ga ik aan het eind van de maand extra broccoli kopen (bovenop de broccoli die ik sowieso iedere week al koop), waardoor ik nog meer broccoli heb die kan beschimmelen, wat rampzalig zou zijn; dus ik moet het gewoon opeten.
11. Minder huilen.

34 Comments

Filed under voornemens

la maladie de l’écriture

Onlangs las ik een interview met de Franse schrijfster Amélie Nothomb. Nothomb schrijft wel drie boeken per jaar, waarvan ze er vervolgens eentje laat publiceren. Dat lukt alleen maar omdat ze gek is. Zo staat ze iedere dag om vier uur op, zet een pot belachelijk sterke zwarte thee en gaat urenlang zitten schrijven voordat ze eindelijk iets mag eten. Pas om één uur ‘s nachts gaat ze weer slapen. De korte nachten breken haar, geeft ze toe, maar het moet wel: op geen ander tijdstip dan vier uur ‘s ochtends raakt ze zo in schrijftrance en op geen ander tijdstip dan één uur ‘s nachts is haar hoofd leeg genoeg om te kunnen rusten.

Terwijl ik het artikel las, herinnerde ik me ineens dat ik een paar jaar eerder ook een interview met deze mevrouw had gelezen. Hiervan was ik destijds zo onder de indruk dat ik een citaat uit dat interview op mijn toenmalige blog (r.i.p.) had gezet. Het was iets van “Als ik een dag niet schrijf, voel ik me verscheurd” of iets dergelijks dramatisch.

Hoewel haar schrijflust en discipline (en haar slaapgebrek!) me nog steeds fascineren, weet ik niet meer zo goed waarom ik dit destijds met koeienletters op mijn blog had gezet, want ik herken mezelf er niet zo in. Als ik een dag niet schrijf, voel ik me prima. Misschien was het omdat ik me zelf erin wílde terugzien. Omdat ik stiekem ook maniakaal en obsessief en productief wil(de) zijn. Het enige wat ik de hele dag doe, is huiswerk maken en feministische blogs lezen. Ja, daarmee verdien je geen cultstatus.

Dat ik opnieuw een interview met de schrijflust zelve tegenkwam terwijl ikzelf een paar jaar later nog steeds geen spat verbeterd ben, is pijnlijk confronterend. Ik denk dat ik maar eens wat meer mijn best moet doen – om te beginnen met drie uur slaap per nacht. Dan weet ik in ieder geval zeker dat ik gek word.

29 Comments

Filed under boeken, mensen

statusupdate over mijn leven zonder smartphone

Dus. Anderhalve maand geleden werd mijn leuke lieve mooie HTC Desire gestolen. Het viel minder zwaar dan verwacht. Beetje jammer dat het moest gebeuren nu ik net helemaal blut was en het kwijt zijn van alle telefoonnummers die ik de afgelopen jaren heb verzameld is ook niet heel handig, maar over het algemeen zag ik het als een avontuur. Ja, als een avontuur!

Als internetverslaafde pur sang droomde ik namelijk van een stabiel leven zonder een continue stroom aan whatsappberichten en Facebookupdates. Ik dacht dat ik wel op tijd zou gaan slapen en op tijd mijn bed uit zou komen als Twitter niet het laatste en het eerste was dat ik moest checken en dat ik tijdens het wachten op de bus een studieboek zou pakken in plaats van naar mijn telefoon te grijpen. De werkelijkheid is minder rooskleurig: als ik niet op mijn HTC kan pielen, doe ik gewoon niets. Gemiddeld genomen ben ik dus nog steeds even onproductief, maar dan op een minder gezellige manier. En ik mis dat kippenhok in mijn broekzak en het frustreert me dat ik niet alles wat in mijn opkomt op Twitter kan slingeren! Daarbij is het voor iedereen in mijn directe omgeving ronduit dramatisch dat ik niet meer met 9292ov en Google Maps op zak loop.

Nee jongens, als er iets niet zaligmakend is, is het afstand doen van je smartphone. Technologie is de duivel niet – de duivel ben je zelf. Weet niet of ik dit geruststellend of verontrustend vind, maar ik weet wel wat ik voor mijn volgende verjaardag vraag.

11 Comments

Filed under internet, tijdmanagement