over punniken en de tuttigheidsbalans

Mijn moeder houdt van voetbal. Zodoende kan ik haar niet tuttig vinden, wat ze ook doet: al heeft ze een enorme schoenencollectie, gaat ze nooit naar buiten zonder make-up en is Memories haar favoriete tv-programma. Zelfs het feit dat ze vroeger babysokjes breide kan ik haar niet aanrekenen.

Als klein meisje vond ik dat van die babysokjes mateloos interessant. Ik wilde ook leren breien, zag het al helemaal voor me: ik zou leuke kleine sokjes maken voor alle pasgeborenen van Nederland, en truitjes voor mijn pop. Ik zou een sjaal toveren en een kussensloop. En alvast een beginnetje maken voor de sokkencollectie voor mijn eigen nageslacht, natuurlijk.

Maar goed, een kind van zes kan niet breien, zeker niet als ze zo onhandig is als ik. Dus ik kreeg een punniksetje, om de edele ambacht van het touw in de handen te krijgen. Vrouwelijke lezers (stiekem hoop ik ook mannelijke ik ben feminist duh) herinneren zich dat misschien nog wel, een houten ding met haakjes eraan, en dan moest je dunne draadjes om die haakjes wikkelen en dan kreeg je een dikke draad. Dat wordt ten minste beweerd – ik ben nooit verder gekomen dan een rare knoop tussen de haakjes. Al snel vergat ik mijn dromen over een leven als vlijtig breistertje van babysokjes en ging ik weer met lego spelen.

Dat hele gebrei heb ik overigens nooit meer geleerd. En dat is helemaal niet erg. Vooral niet als je bedenkt dat ik mijn moeders liefde voor voetbal ook niet geërfd heb en ik dus heel wat minder potjes kan breken op tuttengebied.

Ter illustratie een foto van Dionnes monsterpunnik, waar ik al trillende handen van krijg als ik ernaar kijk. Dionne is overigens ook geen tutje. Dit zeg ik niet alleen om te slijmen (een beetje wel natuurlijk) maar omdat ze heeft gebungeejumpt.

En nu ik toch lekker aan het disclaimen bent: jij, lieve lezende breier/naaier/punniker/etc van het heden, ik vind jou ook geen tutje, hoor – tenzij je verkleinwoorden net zo fanatiek gebruikt als ik in deze blog. Yay voor iedere vorm van creativiteit en ontspanning die niets met schermpjes te maken heeft. Maar als ik het je ooit in het openbaar zie doen vind ik je wel een beetje een hipster, en dat is minstens net zo erg.

23 Comments

Filed under vroegah

23 Responses to over punniken en de tuttigheidsbalans

  1. Ik kon vroeger breien. Weg mannelijkheid 😛

  2. Het punnik-verhaal komt me verdacht bekend voor. Ik heb vorig jaar nog een poging tot breien gedaan, maar heb het halverwege (eigenlijk na een kwart al) opgegeven.

  3. Ik heb punniken en breien moeten doen op de lagere school. Ik raak nooit meer van die dingen aan!

  4. Ik vind het gewoon fascinerend hoe er door breien en punniken een volledige trui of sjaal kan ontstaan. Snap er geen bal van en ik laat het dan ook graag aan de experts over 😉

  5. Fenna

    Ik ben aan het breien! Heb net een sjaal af en ben nu bezig aan een kussensloopje. Ik heb breien, haken, punniken, etc. op de basisschool geleerd, in groep 5. En ook schaken. En ik heb al twee keer op het punt gestaan om mijn breiwerk mee te nemen in de trein, maar deed het toch maar niet omdat zo’n bol dik garen en grote breinaalden nogal onpraktisch zijn om in m’n handtas te proppen en ik wil geen extra tas meeslepen…

  6. Ben ik nou een hipster, een tutje of toch vet stoer?

  7. Oké, dan schaar ik me onder de hipsters 😉 Ik vind het echt hilarisch om expres in de trein te gaan haken…

  8. Haha, ik wist dat ik het woord punniken kende, maar het duurde een tijdje vooraleer ik terug wist wat het was! Ik heb dat effectief gedaan vroeger, ‘k heb zelfs nog ergens een lange rode sliert liggen die nog vast hangt aan mijn paddenstoelenventje, net als een halve brei die al meerdere jaren op mijn naalden hangt… Tsjah 🙂

  9. Ik weet écht niet meer hoe je moet punniken :’) Heb het vroeger wel gedaan op school (want dat moest) en kon ‘t toen wel goed geloof ik. En ook mijn moeder kon enorm goed breien en ook ik wilde dat kunnen; ik heb nog steeds een kleurrijk onafgemaakt lapje in de kast liggen, waar de breinaalden van 12 jaar geleden nog steeds inzitten :’)

  10. Ik probeer nog wel eens een loshangende knoop weer terug op kleding te krijgen. Je blijft toch altijd zien dat het DIE knoop is, waar ik een oorlogje mee heb gevoerd…

  11. Mijn oma leerde de kinderen dit soort dingen op mijn basisschool… Jammer genoeg ben ik het verleerd!

  12. Ik heb vroeger leren breien van mijn oma. Heb het nu alleen al in geen jaren gedaan. Dat geldt overigens ook voor haken, borduren en punniken 😉

  13. Ik kon haken. Maar dan alleen zo’n eindeloos draadje, ik heb één keer geprobeerd een vierkant lapje te maken maar hij werd min of meer rond. Toen heb ik het maar opgegeven :p

  14. Ik kan ook niet breien en ik zie werkelijk het nut van punniken niet in. Ik vind het trouwens wel stom dat ik niet kan breien en naaien, een beetje ambacht kan geen kwaad in deze weggooimaatschappij. Maar ik kan ook geen stoelen en tafels maken of een muur metselen, en dat vind ik net zo jammer. Zoiets zou ik natuurlijk kunnen gaan leren, maar toen kreeg ik opeens een gitaar. Drama.

  15. Ik vond het vroeger leuk om te breiden, lekker therapeutisch, gewoon in het openbaar. Vooral in het openbaar. Maar toen werd het opeens cool, dus vond ik het niet meer leuk.

    En ik verloor mijn geduld ermee. Dat ook.

  16. Heb ik vroeger ook gehad! Eentje met een poppetje erop geschilderd haha. Ik vind het alleen stom dat je alleen een lang touw krijgt. Op de verpakking heb je allemaal leuke vormpjes en dingen, maar hoe je dat voor elkaar krijgt staat dan weer nergens!

Leave a Reply

Your email address will not be published.