Category Archives: leven

een ritme

“Het is een rare tijd” is het grootste cliché van het afgelopen half jaar geworden, maar ik begrijp wel waarom iedereen dat zinnetje blijft herhalen. Als je steeds “Ik vind er geen zak meer aan” zegt, gaan mensen met een grote boog om jouw negatieve aura heen lopen. Dus gebruik je maar een neutraler woord. ‘Raar’. ‘Gek’. Oké, écht neutraal is het natuurlijk niet. Maar het is beter dan ‘tyfusteringklote’ (om maar wat te noemen).

Zelf heb ik weleens beter in mijn vel gezeten, kan ik zeggen. De afgelopen tijd leek mijn wereld dan wel redelijk ‘normaal’ (hoewel ik voornamelijk thuiswerkte, nooit meer uitging, mijn vrienden niet aanraakte en niet meer samen kwam in grote groepen – ik werkte wél, ik zág wel vrienden en familie, en ik kon gewoon naar de sportschool en uit eten) maar toch voelde het anders. Iedere keer als ik toch iets te dichtbij mijn opa had gestaan (die corona en afstand houden onzin vindt, maar dat terzijde), zat ik toch weer 2 weken in de zenuwen of hij niet ziek werd. En ik zit sowieso al de hele tijd in de zenuwen of de mensen die ik ken niet ziek gaan worden. Al die nieuwsberichten over klappen voor de economie maken me nerveus. En de wetenschap dat sommige mensen uit risicogroepen al een half jaar aan huis gebonden zijn, is ook niet echt opwekkend.

We weten allemaal dat de hoeveelheid coronabesmettingen dramatisch oploopt. Andere virussen zijn ook weer aan het floreren, trouwens. De afgelopen weken zijn al zoveel van mijn afspraken met vrienden niet doorgegaan omdat ik of iemand anders hoofdpijn had, of één keertje had geniest, of wachtte op de uitslag van een coronatest. En ik ben stiekem best bang voor nieuwe maatregelen die het ‘gewone’ leven straks meer minder gewoon maken (al heb ik er natuurlijk wel begrip voor).

Ik voel me een beetje stom om hierover te klagen, want dan denk ik: is dit nou je probleem? Dat je sociale leven onzeker is, en dat je straks misschien niet meer mag sporten? Sneu hoor. Je kent tot nu toe niet eens iemand die daadwerkelijk op de IC heeft gelegen. Sommige mensen hebben écht leed doorstaan. Oorlog, hongersnood, onderdrukking – of een daadwerkelijke coronabesmetting die henzelf of een geliefde doodziek maakte.

En ik vermoed dat wel meer bevoorrechte Nederlanders er zo over denken, dus noemen we deze tijd ‘raar’ in plaats van ‘klote’.

Ik merk dat ik het toch lastig vind dat ik niet weet wat er gaat komen, dat ik geen beeld heb bij de toekomst. Het veroorzaakt een soort ruis in mijn hoofd, dat alle ‘normale’ dingen die ik doe net een beetje zwaarder maakt. Natuurlijk: ik kan 836 situaties bedenken waarin mensen een nog onduidelijker beeld hebben van de toekomst. Maar ja. Met ontkennen dat je iets lastig vind, maak je het denk ik alleen maar erger.

Dus ik probeer er maar het beste van te maken. Door een beetje leuke, ontspannende dingen te plannen enzo. En ik ben weer voorzichtig begonnen aan een nieuw manuscript. Het zit nu nog in de allereerste, vrij wazige en totaal onconcrete beginfase maar het is een begin, en hopelijk kan ik het over niet al te lang concretiseren en een schrijfplan maken. Ik merk dat ik daar goed op ga: deadlines, concrete doelen per week, een beetje druk. (En dat gewoon binnenin mijn eigen huis. Daar kunnen ze me niet pakken!)

(Ik heb natuurlijk ook mijn werk, dus het is niet alsof ik nu de hele dag maar doelloos ronddwaal – maar daarbij heb ik vooral veel kleinere doelen en deadlines: met een boek ben je een jaar aan een groot project bezig, waarbij je helemaal zelf je tijd indeelt, dat is toch anders)

Hopelijk helpt dat ritme om alle andere dingen ook makkelijker te maken.

En zo niet, tsja. Dan kom ik de komende tijd ook wel door. Maar leuk is anders.

9 Comments

Filed under leven

anders bloggen

Over twee maanden bestaat Vijf Koffie Graag alweer 10 jaar. 10 jaar! Ik was toen 19 en net begonnen aan mijn studie Nederlands in Amsterdam. Tot mijn grote ongenoegen woonde ik nog thuis, omdat ik geen kamer kon vinden. Ik was verslingerd aan Oh oh Cherso en probeerde al mijn vrienden en bloglezers te overtuigen om fan te worden van Patrick Wolf (zonder succes).

De afgelopen 10 jaar is er geen moment geweest waarop ik geen ‘blogger’ was – er ging heus weleens een maand voorbij waarin ik even niets postte, maar ik kwam altijd terug. Het is fijn om iets te creëren. Om jaren later terug te lezen wat ik toen schreef. Om een plek op het internet te hebben die helemaal van mij is.

Naarmate de jaren verstreken, veranderde hoe ik schreef. In het begin postte ik nog weleens een kort stukje zonder kop of staart, maar later werden mijn blogs langer en ingewikkelder. Ze werden beter, vind ik, maar ook tijdrovender. Gemiddeld was ik zo’n 4 uur met een blog bezig – waarvan slechts 1 uur naar het daadwerkelijke schrijven ging, en 3 uur naar het perfectioneren van wat ik geschreven had.

Dat is ook de reden waarom ik zo weinig blog: het kost gewoon te veel tijd.

Wel jammer, want ik heb een heleboel ideeën om over te schrijven. Maar doordat het zo lang duurt kan het nooit ff tussendoor en zodra ik op ‘publish’ klik heb ik altijd koppijn en vierkante ogen.

Natuurlijk, ik zou het sneller kunnen doen, minder mijn best doen om ‘leuk’ te schrijven, minder vaak checken op typefouten (die ik er toch nooit allemáál uithaal) maar dan kan ik de helft van wat ik wil vertellen niet kwijt. (Ik heb gewoon veel gedachten) Bovendien heb ik toch een bepaalde standaard gezet, en het idee dat jullie mijn blog saai zouden vinden, maakt me toch wel verdrietig. Ik bedoel, ik ben in het echt al saai genoeg, laat mij dan op internet wél leuk zijn.

Onlangs dacht ik er voor het eerst over om misschien maar helemaal te stoppen. Die dingen die ik wil delen, die kan ik toch ook kwijt op Instagram? Dat doen wel meer mensen die vroeger actief blogden. Is bloggen trouwens niet gewoon dood?

Maar ja, met Instagram kan ik al helemáál weinig, want daar ben ik net zo perfectionistisch mee als met mijn blog: alleen ben ik een stuk beter in schrijven dan in fotograferen. Daarom levert Instagram me nóg meer koppijn op. Sad life, ik weet het.

Dus. Misschien moet ik toch maar weer teruggaan naar het bloggen. Maar dan anders:

  • Ik wil alleen nog maar blogs van rond de 500 woorden schrijven
  • Ik wil ze het liefst binnen een uur schrijven (misschien timer zetten?)
  • Ik wil minder perfectionistisch zijn
  • Ik wil blogs waarin ik te veel wil vertellen opdelen in meerdere kortere blogs
  • Ik wil vaker bloggen over waar ik me mee bezighoud en niet over wat een ‘leuk’ onderwerp is
  • Ik wil niet meer zoveel nadenken over hoe een blog ‘over gaat komen’ (lees: ik moet meer voor mezelf bloggen, en minder voor Het Publiek)
  • Ik wil bloggen weer onderdeel van mijn leven maken, zoals vroeger

Als ik dit zo typ, denk ik ergens: god, daar gáán we weer, een blogger die nooit blogt en met grote woorden ga verklaren dat ze Weer Helemaal Back On Track Is Jongens En Meisjes En Iedereen Daartussenin. (Dat is meestal de laatste blog voordat de blogger de handdoek definitief in de ring gooit.) Maar goed, ik had me net voorgenomen om te schrijven over wat me bezighoudt en niet over wat leuke blogonderwerpen zijn. En dat is dit dus.

Volgende keer zal ik iets schrijven over het boek Digitaal Minimalisme van Cal Newport en hoe dit boek me ook wel anders na heeft laten denken over bloggen. En misschien schrijf ik daarna nóg een blog over wat ik anders doe sinds ik dit boek gelezen heb. Kijk mij eens mijn eigen voornemens in de praktijk brengen!

17 Comments

Filed under leven

leuke dingen van de afgelopen tijd

  • Hoe kan ik deze blogpost anders beginnen dan met hoe blij ik ben met alle enthousiaste, lieve en hartverwarmende reacties die ik op Bijna Echt heb gekregen? Mijn WhatsApp, Instagram en andere communicatiekanalen stromen over. Wauw. Dank jullie wel! Mijn hersenen kunnen nog niet zo goed bevatten dat zo veel mensen mijn boek hebben gelezen en het nog eens goed vinden ook. Bi-zar. En echt heel erg vet.
  • We mogen weer naar de sportschool! Ik volgde al een paar weken buitenlessen, maar niet alle trainingen konden vertaald worden naar buiten, dus ik ben blij dat we weer naar binnen mogen. (Ik volg uitsluitend groepslessen, want zonder wat druk van een trainer (“Lisa! Dit is geen squat!”) ga ik alleen maar lopen slacken). Trainen gaat de laatste tijd trouwens erg lekker, ik volg nu 3x per week een lesje. Precies wat ik altijd wilde, maar wat ik vóór corona nooit in mijn schema wist te proppen (want reistijd naar werk en boek schrijven en rijles en vrijdagavonden doorbrengen in duistere cafés dus op zaterdag moeten uitslapen).
  • Ik heb planten verpot – voor het eerst in mijn leven. We hebben een hele mooie plant die er ineens klaar mee was en takje voor takje begon af te sterven. Dat kan natuurlijk gebeuren, maar het was wel heel verdacht dat al mijn planten dit vroeg of laat doen. Misschien lag het probleem wel bij mij? Dus haalde ik ‘m eindelijk uit z’n plastic potje, gaf ‘m verse aarde en ik beloof plechtig dat ik hem ook plantvoer zal geven. Toen ik eenmaal 6 kilo aarde in huis had, heb ik ook meteen maar al mijn andere planten direct in hun stenen pot gezet, ook met verse aarde en alles. Ben z. tevreden over mezelf. Het lijkt net alsof er volwassenen in dit huis wonen.
  • Ik heb een laptopstandaard gekocht! De afgelopen maanden stond mijn laptop op een stapel boeken op de eettafel (want: ergonomisch) maar ik was het INEENS compleet zat dat er altijd maar een stapel boeken in de kamer stond (want: te veel gedoe om steeds op te ruimen). Een laptopstandaard kost geld, maar je ruimt hem wel makkelijker op. Ons huis is nu zo gezellig, joh. Zeker ook met die planten erbij.
  • Ik heb een tennisracket gekocht, zodat ik met mijn collega Kim een potje kan spelen. Die zit namelijk op tennisles, en dan is het wel leuk als je ook eens buiten de les je skills kan laten zien. Ik offer me dan wel op. Zo ben ik. (Nee even serieus, ik zat toen ik een jaar of 10 was op tennisles en heb het daarna echt nog meer 3x gedaan. Maar iedere keer als ik het deed vond ik het ZO LEUK – dus ik wil dolgraag). Ik heb er meteen ook eentje voor Tim gekocht, zodat wij ook samen kunnen tennissen. Ik waan me nu al de nieuwe Serena Williams.

(Voor de mensen die nu denken, zo zo Lisa, lekker shoppen, rich bitch die je er bent: ik koop normaal NOOIT spullen. Echt niet. Ik hou maandelijks in categorieën bij wat ik uitgeef en waaraan, en in het lijstje ‘spullen’ staan altijd alleen 2 ebooks of zo. Kleren koop ik ook nauwelijks. Alles gaat uit naar ‘boodschappen’. En naar ‘leuke dingen’ ofwel ‘nog meer eten en drinken terwijl ik al zo veel geld uitgeef aan boodschappen’. Maar goed, ironisch genoeg maken deze nieuwe spullen me allemaal erg blij, dus misschien heeft iedereen het toch mis en moet ik minder geld uitgeven aan ~ervaringen~ en meer aan materiële zaken)

  • Ik ben nu Girl, Woman, Other van Bernardine Evaristo aan het lezen en het is echt het meest fantastische boek dat ik in tijden in mijn handen heb gehad. Het beschrijft de levens van 12 mensen (voornamelijk vrouw, zwart en Brits). Je zou denken dat je met 12 verschillende personages niet erg de diepte ingaat, maar ik heb het gevoel dat ik alle personages beter ken dan de hoofdpersonen uit andere boeken. In het begin was ik bang dat het niet echt een boek voor mij was, omdat er geen punten in stonden, en geen hoofdletters aan het begin van de zin, en omdat ik de eerste alinea al niet snapte, maar echt één pagina later was ik al helemaal verliefd op dit boek. Het is zo rijk en compassievol geschreven. Ik lees het extra langzaam zodat ik het lang duurt voordat ik het uit heb. Gigantische aanrader.
  • Vakantie. Heb ik nog niet, maar ik tel alvast af. Veel zin in. We gaan een klein weekje weg in Nederland en daarna ben ik nog een week gewoon thuis en vrij, iets wat ik niet meer heb ervaren sinds ik op de middelbare school zat (oké, en sinds ik studeerde, maar dan moest ik altijd nog wel een paar dagen werken, en nu hoef ik NIKS). Zoveel zin in!

5 Comments

Filed under leven

10 jaar geleden

Op Instagram zie ik de laatste weken steeds mensen foto’s van 10 jaar terug plaatsen. In de eerste instantie vond ik dat heel verwarrend, want: we hebben de 10 year challenge vorig jaar toch al gehad? Maar toen herinnerde ik me ineens dat we bijna een nieuw decennium ingaan. Best een mooi moment om eens terug te kijken naar de vorige keer dat dit gebeurde. Dus bij dezen, zo zag mijn leven er 10 jaar geleden uit:

Zoals jullie in deze blog nog wel zullen zien, droeg ik in die tijd veel panterprint

Laten we beginnen bij de zomer van 2009, toen ik mijn vwo-diploma haalde. Wat ik nou precies zou gaan studeren, bleef tot het allerlaatste moment net zo spannend als de nieuwste Dan Brown: ik ging telkens heen en weer tussen Scandinavische taal & cultuur, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, literatuurwetenschap en pedagogiek (ofwel: ‘iets met boeken’ of ‘iets met mensen’). Hoewel ik eigenlijk trouwens het liefst een tussenjaar wilde om au pair in Malmö te worden of om een boek te schrijven. Maar dat mocht niet van mijn ouders, omdat a) ik nog nooit in m’n leven op een kind had gepast en b) tijdens mijn middelbareschooltijd mijn literaire uitspattingen voornamelijk beperkt bleven tot ellenlange msn-conversaties en Sims-stripverhalen.

Uiteindelijk schreef ik me in voor de studie psychologie in Amsterdam, omdat je daar makkelijker ingeloot werd dan in Utrecht en ik het stom vond om in mijn thuisstad te studeren (daarover later meer). Het was best een leuke tijd. Omdat het me niet lukte om een kamer te vinden (deed ook niet extreem veel moeite) reisde ik iedere dag met een vriend van me met de stoptrein van Rotterdam Alexander naar Amsterdam Amstel en we hadden altijd hysterisch veel lol. Ook op de uni was het heel gezellig met mijn werkggroep. De studie zelf ging wat minder. Ik haalde in een half jaar slechts één voldoende.

(Nu moet je niet denken dat ik faalde omdat ik zoveel aan het feesten was: ik zat gewoon te veel op internet, net zoals op de middelbare school, maar dit keer lukte het me niet om alles in één avondje stampen in m’n hoofd te krijgen)

Eind 2009 kwam ik een oud-klasgenoot tegen die Nederlands studeerde en me vertelde dat “poëzie net puzzeltjes zijn”. En toen dacht ik: verrek! Dit is wat ik moet doen met m’n leven! Ik moet Nederlands studeren en redacteur worden bij een uitgeverij! Ik was al best wel gedemotiveerd door al die onvoldoendes, dus echt een moeilijke keuze was het niet.

Naast panterprint hield ik ook van slangenprint (is niet heel duidelijk te zien, maar die print staat op m’n jurk)

Achteraf gezien denk ik dat ik óók met mijn studie gestopt was als ik eerst Nederlands was gaan studeren: ik wist gewoon echt niet hoe ik moest leren. Op de middelbare school deed ik alles op het allerlaatste moment. En steeds maar weer de avond voor een wiskundetoets boos op mezelf zijn dat ik mijn huiswerk had overgeschreven uit het antwoordenboekje zodat ik er nu niks van snapte – elke.keer.opnieuw.

En ik vond psychologie eigenlijk wel heel leuk. Het was een interessante studie, en ik kon meteen iedereen die ik niet aardig vond gewoon lekker diagnosticeren met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. (Wellicht dat het daarom niet zo goed ging.) Ondanks de onvoldoendes koester ik warme herinneringen aan het laatste halfjaar van 2009: lekker rondhangen op het Roeterseiland, extreem sterke zwarte koffie met extreem veel suiker drinken uit de automaat (superranzig, maar ik was 18 ik moest mijn identiteit ontdekken oké), in een poging om mijn leven de beteren een hele dag ‘studeren’ in de bibliotheek van Rotterdam (lees: een uurtje leren, drie uur verhalen schrijven, en dan naar huis), en de hele tijd luisteren naar het album The Bachelor van Patrick Wolf.

Ja, want over Patrick Wolf wil ik het ook wel ff hebben, als we praten over Wie Ik 10 Jaar Geleden Was. Want rond mijn 18e had ik tenminste nog een beetje smaak. Ik had Patrick Wolf die zomer op Lowlands gezien en dat was tot dusver HET moment van mijn leven. Het was zo vet en overweldigend en ik had niet eens door dat mijn vrienden halverwege het concert waren weggelopen omdat ze z’n gouden catsuit niet trokken. Na het optreden liep ik helemaal verdwaasd rond en wilde ik echt geen enkele andere artiest meer zien (beetje onhandig op dag 1 van een muziekfestival). Hier is trouwens een foto uit de Lowlandskrant van mij, Patrick en nog 47 andere blondines:

Beetje raar dat ik totaal de andere kant op kijk maar goed

Zijn – destijds nieuwste – album The Bachelor heb ik toen zo vaak geluisterd, dat ik nog steeds helemaal word teruggebracht naar die tijd als ik ‘m nu opzet. Dan hoor ik de titelsong, en dan denk ik weer aan dat ik om 8 uur ‘s avonds stond te wachten op de universiteit om mee te doen aan een psychologisch testje, en dat ik dat eigenlijk heel leuk vond omdat ik daarvoor kon eten op de mensa. Of dan luister ik Thickets, en dan denk ik aan dat ik op een ochtend door de stad liep en dat de lucht al helemaal rook naar herfst. Of dan luister ik Blackdown, en dan denk ik aan dat ik in de Eurostar zat om voor het eerst in mijn leven naar Londen te gaan.

Muziek was op de leeftijd zo echt, of zo. Alsof alle geheimen van de wereld erin verklapt werden. Zo jammer dat ik dat nu niet meer zo heb.

Nogmaals, ik hield veel van panterprint. En van mijn nepleren legging (had hem ook in glanzend paars). En van mijn glitterallstars! God, ik was gek op die schoenen. (Deze kleren droeg ik volgens mij meer in 2008 dan 2009, maar goed)
Zo jammer dat ze uiteindelijk uit elkaar vielen, want het waren echt geweldige schoenen.
Dit was denk ik meer wat ik in 2009/2010 droeg (jaja, dit is een panterprintpanty)

Maar goed, ik stopte dus met psychologie en ging begin 2010 fulltime werken op een klantenservice. In de eerste instantie zouden ze me maar een maand of 2 nodig hebben, maar uiteindelijk ben ik er tot ik weer ging studeren fulltime blijven werken, en daarna nog een paar jaar parttime. Dat kwam goed uit, want ik had het daar ontzettend naar mijn zin. Mijn collega’s waren top en ik vond het werk ook leuk (volgens mij was dit de enige periode in mijn leven waarin ik 40 uur per week op kantoor kon zitten zonder dat ik ervan droomde om midden op de dag weg te lopen en naar Alaska te liften om daar zelfvoorzienend in de wildernis te gaan leven).

Ondertussen ging ik ook een schrijfcursus volgen. Want hoewel ik nu het plan had om redacteur te worden, wilde ik eigenlijk ook nog steeds schrijver worden. Dus ging ik een tijdje iedere maandagavond naar een locatie in … volgens mij was het Delfshaven. In die tijd zag ik eindelijk eens wat van Rotterdam – op de middelbare school voerde ik nooit wat uit, dus ik had geen idee dat Rotterdam meer was dan de Koopgoot en de Alexanderpolder. (Ik had niet zoveel vrienden.)

En een half jaar later ging ik dus Nederlands studeren. Weer in Amsterdam. Ik had daar niet eens meer over nagedacht, dat was gewoon automatisch. Ik wilde gewoon heel graag naar een andere stad: op mezelf wonen, weg uit de omgeving waar ik was opgegroeid, gewoon een change of scenery. Beetje zuur dat Rotterdam pas echt leuk werd toen ik bijna wegging en vlakbij Centraal Station werkte en schrijfles volgde op mooie locaties en mensen leerde kennen die op leuke plekken vlakbij het centrum woonden. Oh well.

En toen ik eenmaal aan mijn studie begon, kwam ik er al in het eerste blok achter dat ik een veel te slechte smaak heb om redacteur te worden. Maar omdat ik dit keer niet weer met m’n studie wilde stoppen, ging ik nu wel keihard leren (tenminste, voor de vakken die ik leuk vond) en haalde ik goede cijfers (tenminste, voor de vakken die ik leuk vond). Ik ging eindelijk op mezelf wonen, maakte vrienden die ik nu nog steeds heb, verhuisde tussendoor nog even naar Parijs om daar een minor te doen, werd verliefd op Tim, kreeg bijbaantjes waarbij ik kon schrijven, werd toch bijna leraar (ik word nog altijd net zo verscheurd tussen ‘iets met boeken’ en ‘iets met mensen’ als 10 jaar geleden), werd toch maar copywriter, ging samenwonen in Amsterdam en ga nu eindelijk een boek schrijven.

Voor dit laatste mag ik van mijn ouders overigens nog steeds geen jaar vrij nemen.

In Malmö ben ik nog altijd nooit geweest.

6 Comments

Filed under leven

omgekeerde nostalgie

Toen ik een jaar of 8 was, kwam er een speciale serie met Barbies uit: de Generation Girls. Dat was een coole vriendinnengroep waarvan ieder lid een bijzonder talent had. Onze main girl Barbie was bijvoorbeeld actrice, Nichelle was model en Chelsie was muzikant.

De Generation Girls waren een geweldige aanvulling op mijn collectie van, wat zou het zijn, 20 andere Barbies*, en zodoende had ik er al snel een stuk of 4 plus een boek over de avonturen die deze vriendinnen beleefden. Dat was geen informatiefolder, maar een echt leesboek met een plot en verhaallijn en alles. Te weten: de jonge actice Barbie gaat op haar 15e bij haar oom en tante in New York wonen, zodat ze naar een speciale school voor getalenteerde jongeren kan, en daar maakt ze kennis met de andere Generation Girls. Wat er verder gebeurt ben ik totaal vergeten (afgezien van dat haar tante verslaafd is aan lolly’s omdat ze is gestopt met roken, dat kan ik me nog haarscherp voor de geest halen).

Wat ik nog wel herinner: het gevoel dat dat boekje me gaf. In New York wonen, zonder je ouders, en je eigen leven leiden en zelf de baas zijn – het leek me zo spannend en zo leuk. Dat is het echte leven, dacht ik toen. Dat je in een stad woont en gewoon onafhankelijk bent. (Op je 15e, ja.)

Toen we dit jaar in New York waren, zaten Tim en ik op een gegeven moment in een park in Williamsburg, en toen ik zo om me heen keek, kreeg ik het gevoel dat we in het Generation Girl-boek zaten. Ik voelde me helemaal Barbie – cool, en vrij, en oud. (Heel oud. Ik bedoel, als Barbie op d’r 28ste nog steeds niet was doorgebroken als actrice, dan was die school voor speciale talenten wel een beetje geldverspilling geweest)

Het was een goed gevoel. Een gevoel dat ik wilde vasthouden.

En dat is heel maf, want wat is dat nou eigenlijk voor gevoel? Het is geen nostalgie, want ik wil hierdoor niet terug naar vroeger, ik wil terug naar het nu zoals ik vroeger dacht dat het zou zijn.

Vaak heb ik het gevoel dat ik nog steeds gewoon 9 ben. Begrijp me niet verkeerd – ik functioneer prima als volwassene. Ik heb een baan, betaal altijd mijn huur, eet minimaal 200 gram groente per dag en ga 2x per jaar naar de tandarts. Maar toch lijkt het altijd alsof het échte volwassen leven nog moet komen. Alsof ik op dit moment nog altijd toestemming nodig heb voordat ik iets doe. Maar ik kan dan weer niet uitleggen waarvoor ik toestemming wil, of van wie.

Soms voelt het alsof mijn hele volwassen leven bestaat uit een zoektocht naar de dingen die ik dacht dat er zouden gebeuren toen ik kind was. En dat terwijl ik ze al heb gevonden: ik heb een huis in een leuke buurt in Amsterdam, ik woon samen met mijn vriend, ik wandel casual door parken vlakbij mijn huis (parken die New Yorkse toeristen bezoeken als ze op vakantie gaan), ik schrijf een boek en ik fiets regelmatig over de Blauwbrug naar het Rembrandtplein om me te laten beledigen door drag queens**.

En dat zijn allemaal dingen die ik heel erg leuk vind en ook heel erg waardeer. Maar waarom moet ik dan de hele tijd tegen mezelf zeggen: hallo Lisa!?? Dit is echt je leven??!?

Misschien hoort dit ook wel hoor. Want als je de hele tijd helemaal hyped en exited voor je eigen leven bent, dan heb je vast niet genoeg tijd en focus om te doen wat je moet doen om überhaupt een leven te kunnen leiden (werken, op tijd naar bed, regelmatig je wachtwoorden vervangen etc).

Waarschijnlijk is het zo maar beter. Dat je gewoon je leven leeft, en af en toe eens in een park zit en denkt: hee, dit doet me echt denken aan hoe ik op mijn 8ste dacht dat mijn leven eruit zou zien.

*Voor wie nu denkt: 20 Barbies, wat veel: mijn zusje speelde altijd met MyScene-poppen (een soort kruising tussen Barbies en Bratz), en die had er pas écht veel. Het leek wel een soort leger. Doodeng.

**Iedere keer als het me lukt om een blogpost te schrijven waar niet de woorden ‘drag’ en ‘queen’ in voorkomen, mag ik van mezelf een koekje. Jullie begrijpen dat het tegenwoordig triest gesteld is met mijn suikerinname.

15 Comments

Filed under leven