Daily Archives: September 25, 2014

kom later maar terug, herfst

Ja, hartstikke leuk en aardig dat het weer herfst wordt. De herfst is mijn favoriete seizoen – najaar laat de lucht lekker ruiken en alles er belachelijk mooi uitzien. Dat het koud is, neem ik te koop toe. In de zomer is het ook zo vaak koud. Dat het steeds vroeger donker wordt, vind ik ook prima. Ik hou wel van die afwisseling. Als de dagen langer worden ben ik blij, als de dagen korter worden ook.

Maar dit keer is er iets mis.

Vorige week zat ik met mijn lelijke fuck it het is koud-trui in college. Deze trui mag ik normaal gesproken alleen aan als het buiten zo ijs- en ijskoud is dat ik al mijn principes rondom kleding mag verloochenen. Nu had ik vorige week sowieso een fuck it-week, maar wat nog erger was dan dat ik er als een malloot bijzat terwijl het technisch gezien nog steeds zomer was, was dat ik het nog steeds koud had. Met mijn lelijke dikke trui. In de zomer dus.

Bovendien: die leuke vallende blaadjes zijn leuk, voor nu. En jezelf inpakken met warme sjaals en zachte mutsen is ook alleraardigst, net zoals kaarsjes branden en warme chocomelk. Omdat het weer kan. Omdat het weer even ‘nieuw’ is. Maar zo in november is de lol er echt wel af, hoor. En dan moeten we nog een tijdje. Dan is de herfst op de helft, maar dan krijg je de winter nog. Winter is eigenlijk gewoon herfst, maar dan nog kouder, nog kaler, nog donkerder. En zonder het “oooh kijk de wisseling van seizoenen”-gevoel. Winter is eentonige nietsheid. Bovendien, als ik mezelf nu al verlies in chocoladekruidnoten en beenwarmers, hebben al die dingen tegen die tijd geen effect meer. Dan moet ik me in januari van top tot teen gaan hullen in thermo-ondergoed.

Dat wil ik eigenlijk nu al wel.

 

 

 

Deze post ging 25 september 2013 online, maar verdween toen mijn blog crashte. Op 10 oktober 2014 heb ik hem ergens in de krochten van het web gevonden en opnieuw online gezet.

Leave a Comment

Filed under de ongemakken des levens

vier blije dagen, een bachelordiploma en jan cremer

Afgelopen zondag ben ik maar eens begonnen aan de 100 happy days-challenge. Voor de niet-internetverslaafden onder ons: dat is een uitdaging waarbij je honderd dagen achter elkaar een foto online moet gooien van iets waar je blij van wordt. Eigenlijk voel ik me altijd te goed om mee te doen aan dit soort positivo-ongein, maar tegelijkertijd vind ik het een mooi excuus om mezelf te dwingen om meer foto’s te maken. Ik leg maar weinig coole dingen vast om omdat ik me altijd een beetje belachelijk voel als ik fotografeer in het openbaar, maar met deze challenge in mijn achterhoofd moet ik wel. Bovendien las ik op de officiële website van de challenge dat deelnemers aangaven daadwerkelijk gelukkiger te worden door het maken van blije instagramfoto’s. Een beetje gelukkiger worden is nooit verkeerd, dus besloot ik me aan te melden.

De eerste dag postte ik een foto van een aap, de tweede dag van mijn nieuwe schoenen, de derde dag van mijn niet-zo-nieuwe hardloopschoenen en de vierde dag… had ik een diploma-uitreiking. Hierbij mocht ik, samen met twee vriendinnen en een aantal andere studenten, het bachelordiploma Nederlandse taal & cultuur in ontvangst nemen. Hartstikke leuk en aardig, met allemaal trotse ouders, scriptiebegeleiders die een leuk praatje hielden en een borrel na afloop.
Daar zei Eva, die altijd veel beter is geweest in het vastleggen van haar leven dan ik, dat we dadelijk met z’n drieën op de foto moesten. Mij leek het ook wel een goed idee om dit heugelijke momentje op foto op te slaan. Niet alleen omdat het sowieso leuk is, maar vooral omdat ik dan iets had om op Instagram te zetten! Een foto van een groep vriendinnen is toch leuker dan een foto van een vrij matige cijferlijst.

Nou, die foto werd gemaakt, met zeker vier verschillende camera’s. Nadat mijn vriend en ik nog even waren blijven hangen, zijn we uit eten gegaan bij Kantjil & de Tijger. Daar zat ik, als vers afgestudeerde neerlandicus, naast Jan Cremer, wat wel echt ziekelijk toevallig was, hoewel ik dit pas doorhad toen mijn vriend me erop wees. Toen was Jan inmiddels weer gevlogen. Geen grap. Ik had gewoon niet gekeken naar wie er naast me zat. Ik ben beleefd!
“Ik zei toch: kijk eens wie er naast je zit”, zei mijn
vriend. Persoonlijk kon ik me niets van die opmerking herinneren, maar goed.

Eenmaal thuis vroeg ik mijn vriend de minst mislukte foto naar me te whatsappen, zodat ik die op Instagram kon zetten. Niet dat ik daar nog zin in had, het was inmiddels al laat, maar op de site van 100 happy days staat immers: “71% van de mensen die deze uitdaging aangingen, maar hem niet haalden, gaven ‘gebrek aan tijd’ op als voornaamste reden. Deze mensen hadden stomweg niet de tijd om gelukkig te zijn. Jij wel?” En verdomme, zo iemand wilde ik dus niet zijn! Dus ging ik maar ongezellig met mijn telefoon zitten pielen. Het duurde even, want de eerste keer dat ik hem op Instagram wilde plaatsen, liep de app vast. De tweede keer ook. De derde keer weer en de vierde keer… ook!

Toen besloot ik het maar voor gezien te houden. Dit kan niet de bedoeling zijn van de challenge, toch? Gelukkig kon ik de foto vandaag wel uploaden. Maar ondanks alles heb ik toch een beetje het gevoel alsof ik nu al gefaald heb.


De minst erge foto in kwestie

21 Comments

Filed under internet, studie/werk