Monthly Archives: February 2013

iets duits

Ik ben best wel een zure blogger, zo eentje die met een vies gezicht zegt dat ze niet aan tags doet, omdat ze daar veel te Ernstig en Serieus voor is. De echte reden is gewoon dat ik nooit getagd word (oké, laatst door James, maar ik denk dat ze dat alleen heeft gedaan omdat het sociaal wenselijk is). Nu heeft Lein me genomineerd voor een Liebster Award (waarvoor ten eerste: jeeeeeeeeeeeej nogmaals bedankt! En ten tweede: waarom heet het eigenlijk genomineerd? Niemand krijgt die prijs).

Wat dit inhoudt: ik moet 11 dingen over mezelf vertellen, 11 vragen van de tagger beantwoorden en nieuwe vragen bedenken voor wie ík nomineer. Ik doe nu alleen even de vragen, anders wordt het zo’n lang verhaal.

(James zal nu wel boos worden omdat ik de vragen van haar weigerde in te vullen. Maar ja, tijden veranderen, principes vervagen en ik heb nu gewoon zin om over mezelf te praten. Oké? Dus hierbij antwoorden op de vragen van Lein. En dan ga ik die van James gewoon alsnog doen. Baas over eigen blog, enz enz.)

1. In welk Disney cartoonhuidje zou jij willen kruipen?
Ariël, voordat ze zo dom was zichzelf voor een knappe man in een mens te laten veranderen. Ik vind onder water zwemmen echt het ALLERLEUKSTE wat er is. Ik krijg al tranen in mijn ogen als ik eraan denk.

2. Als jij één kledingstuk zou mogen verbannen uit alle kledingkasten van deze wereld, welk kledingstuk zou dat dan zijn?
Niets. Iedereen mag zelf weten wat-ie aan wil trekken. Heb ik ook weer wat om te lachen.

3. Mijn nieuwste ontdekking is…?
Dat je je webcaminstellingen zo kunt aanpassen dat je allemaal gekke stemmetjes kunt doen. Fan-tas-tisch.

4. Wie krijgt jou gillend en tierend op de kast?
Mensen die beweren dat zwarte piet niet racistisch is. Daar ga ik van schuimbekken.

5. Welk liedje krijgt jou dansend op een bar?
Do you really wanna huuuuuuuuuuuuuuuurt me, do you really want to make me cry?????

(Ik dans ongeveer net zo geavanceerd als Boy George in dit filmpje, dus ik denk dat iedereen zich dood verveelt als ik op de bar ga staan)

6. Je liefde ten huwelijk vragen of gevraagd worden?
Gevraagd worden. Nu zullen jullie wel denken, Lisa-o-Lisa wat is er met je feministische principes gebeurd, maar ik ben gewoon een beetje ver-le-gen. Stel dat hij nee zegt!

7. Met welk poppetje kan jij je het meest identificeren?

Die ene die zijn eigen elektriciteit gefixt heeft. In Parijs had ik een koelkast die steeds kortsluiting veroorzaakte, en ik moest de hele tijd prutsen met het stopcontact. Ik was continu doodsbang dat ik ineens in de fik zou vliegen (maar echt gevaarlijk was het niet hoor; ik ben al bang dat ik geëlektrocuteerd word als ik een gloeilamp vervang).

8. Is er een onderwerp waar je niet over durft te bloggen?
Heb je even? Werk en studie, toekomstplannen, hopes and fears, mijn enerverende liefdesleven, reflecties op mijn uiterlijk, mijn vrienden (ik ben bang dat als ik over de een ga schrijven de ander ook weer een blog verwacht etc), mijn grootouders, mijn liefde voor One Direction en zo kan ik nog wel even doorgaan.

9. Deel 3 van Bridget Jones’s Diary is in 2013 een feit. Dus wie kies jij, Mark Darcy of Daniel Cleaver?
Mark Darcy. Niet dat ik die zo leuk vind, maar aan Cleaver heb je al helemaal niets.

10. Wat vind je mooi aan jezelf?
Daar durf ik dus niet over te schrijven, weet je nog? Maar ik heb wel goeie wimpers. En benen. Als ik toch bezig ben.

11. Piercing of Tattoo?
Piercing, want die kun je er snel weer uithalen. Bij mezelf dan. Bij andere mensen vind ik het allebei wel leuk.

22 Comments

Filed under metablog

over complimentjes en mijn flapuit-skills

Ik ken een meisje dat heel goed is in complimenten geven. Als ik met haar samen ben, heeft ze er binnen de kortste keren uitgeflapt hoe goed je haar zit, én dat je een leuke tas hebt, én dat die nieuwe rok je bijzonder goed staat. Alles wat ze zegt, is oprecht. Het is heel leuk om met zo iemand om te gaan, maar tegelijkertijd ook wat moeilijk, want het geeft constant het gevoel dat je iets aardigs terug moet zeggen. (First world problems, ik weet het)

En daar ben ik niet zo goed in. Dat ligt niet aan dit meisje; ze is hartstikke knap en haar outfits zijn meestal wel drie afzonderlijke pluimen waard, maar het lukt mij gewoon niet om die aardige woorden over mijn lippen te krijgen zonder ze al te gekunsteld te laten klinken. Omdat ik er bij voorbaat vanuit ga dat het er zo raar uitkomt dat niemand het gelooft (in de trant van: “Wat zie jij er apart uit”). En op die manier komt het er ook raar uit.

Zo zat ik met hetzelfde meisje crêpes te eten. “Ik hoop dat mijn lippenstift er nog een beetje op zit,” zei ik, niet vissend naar complimentjes, maar oprecht bezorgd over rozerode vlekken die willekeurig tussen mijn bovenlip en kin verspreid zouden kunnen zijn.
“Hij zit er nog goed op hoor,” antwoordde ze, “het is trouwens echt een mooie kleur! Waar heb je die vandaan?”
Ik  deed uitgebreid verslag over hoe deze lippenstift in mijn bezit was gekomen.
“Ik draag eigenlijk nooit make-up,” zei ze.
In mijn hoofd zei ik: echt niet? En er dan nog zo goed uitzien! Ik wou dat ik dan kon! (Ja, ik ben jaloers op mensen die geen make-up hoeven te dragen omdat ze, nou ja, het nooit dragen, en dus niet niet meer op henzelf lijken zodra ze eens geen smeersel op hun gezicht hebben, en dat hun moeders dan geschokt vragen wat er in godsnaam mis met ze is).
Maar ik zei niets. Of nouja, ik zei wel iets, maar het was geen compliment.
Het goede nieuws is dat ze nu niet denkt dat ik vind dat ze make-up moet gaan dragen omdat ik haar make-uploos kopje apart vind.
Ik moet echt werken aan mijn flapuit-skills.

14 Comments

Filed under de ongemakken des levens, mensen

#degoedeleven

De laatste tijd ben ik een beetje leeg. Niet in het algemeen, zeker niet, maar ik heb moeite met het verzinnen van nieuwe blogonderwerpen. Dat is extra stom als je bedenkt dat ik vroeger altijd zei dat mensen die geen inspiratie hadden, gewoon niet genoeg met hun blog bezig waren. Ach.

Dus ik vroeg op Twitter of iemand nog iets wist. Evány zei: “De leven”. Voor de opmerkelijke lidwoordkeuze had hij geen verklaring. Die moest ik zelf maar verzinnen. Oké, prima. Ik zat te bedenken of ik mensen kende die dit ooit hebben gezegd, maar hoewel ik in mijn leven heel wat verkeerde lidwoorden heb gehoord, heb ik nog nooit iemand op deze fout kunnen betrappen.

Ik weet overigens wel een manier waarop mensen ‘het leven’ op een rare manier gebruiken. Een manier die voornamelijk in de zomer voorkomt en die ik, zelfs nu ik de lentebriesjes nog maar héél vaag kan ruiken, over niet al te lange tijd weer met regelmaat verwacht te horen. Deze vorm komt voor in Facebookstatussen als Ik zit in het zonnetje #hetgoedeleven en boekje, roseetje, tuintje… lekker #leventje (ja sorry dat soort mensen praat altijd in verkleinwoorden en gebruikt ook altijd hastags op Facebook).

Het is curieus dat mensen zodra het éven mooi weer is en ze éven niets hoeven te doen, ineens over hun leven gaan spreken. Dat is nogal wat. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van zon, ik wil altijd in de tuin zitten, maar ik snap gewoon niet waarom dit zoveel meer met ‘leven’ wordt geassocieerd dan wat voor werk iemand doet. Daar besteed je toch echt meer tijd aan. Het roept bij mij allemaal nare existentialistische twijfels op. (“Waar komen we vandaan en waar gaan we heen?” “Naar de tuin!”)

Het antwoord zal wel iets te maken hebben met iets mindfuls, neem ik aan – en als iemand dat zo voelt, is het niet ‘verkeerd’. Maar het is opmerkelijk. Nog opmerkelijker dan ‘de leven’ (hallo, ik heb net vijf maanden Frankrijk achter de rug, als er íemand niet oordeelt over foute lidwoorden ben ik het wel).

20 Comments

Filed under leven

digitale ruimte is ook ruimte

Ik ben best goed in opruimen. Echt. Geef me een vuilniszak en ik stop er al mijn oude kleren, boeken en cd’s in. Het doet pijn, maar ik doe het wel. (Mijn ouders zullen nu denken: maar Lisa, je hebt zoveel spullen! Dat komt omdat ik nu eenmaal heel veel nodig heb, oké.)

Ik was niet altijd zo. Net als ieder ander kind was ik vreselijk bewaarziek. Hier kwam verandering in toen ik ouder werd, maar toen ik ooit het boek Opgeruimd! van Brooks Palmer kocht, ging het al helemaal mis. Ja, lach maar – ik heb die 223 pagina’s over opruimen verslónden. Hoewel ietwat dramatisch, ietwat Amerikaans, ietwat dubbelop, legde Brooks haarfijn uit waarom spullen (zeker die in dozen) niet belangrijk zijn en je alles net zo goed weg kunt flikkeren, samen met je ego, valse sentimenten en de herinneringen die eraan vastzitten. Want je leeft in het hier en het nu.

Nu mislukt dat ‘leven in het hier en nu’ bij mij op alle fronten, maar sinds ik die boek heb gelezen, heb ik toch het gevoel dat die Brooks continu bij me is. Bij iedere potentiële aanschaf denk ik: maar dat neemt ruimte in… dat ligt in de weg
(Soms nam het wel overdreven vormen aan, zodat dat ik heel lang geen citroenpers wilde kopen en ik dus dagelijks een citroenen met mijn handen uitkneep – maar uiteindelijk won de kramp in mijn handen en ben ik overstag gegaan)

Maar die Brooks hè, die trekt het wel heel ver door. Hij maakt geen foto’s, want dat leidt dus af van het hier en nu. En hij vindt dat je de inbox van je mail leeg moet maken. Je inbox leegmaken. Want digitale ruimte is ook ruimte, meent hij. Al die nutteloze e-mails vervuilen je account, belasten je, hun bestaan leidt af.
Vóór het lezen van dit boek had ik hier geen last van. Nu lijkt me niets lekkerder dan een lege inbox. Stel je voor, alles weg! Hoewel dit nergens op slaat, want de meeste e-mails hebben net zo min een persoonlijke inhoud als de newsfeed van een willekeurige website, maar ineens voel ik ‘m toch. En dat is irritant, zeker omdat mijn inbox zelf altijd zegt dat er nog wel tien keer zoveel bij kan. Je wordt bedankt, Brooks, met je hersenspoelingen. Ik ben nu zo gefrustreerd dat ik bijna alle boeken die ik regelmatig herlees in een vuilnisbak wil dumpen. Hè, dat is een goed idee. Veel beter dan het leeggooien van een non-ruimte.

12 Comments

Filed under boeken, de ongemakken des levens

wat ik het meest mis aan parijs

Het ene moment nam ik nog dramatisch afscheid van alles en iedereen, het volgende moment was ik alweer gewend aan mijn Amsterdamse flat, mijn Amsterdamse bus en mijn Amsterdamse hardlooproute. Ik vind het hier zo leuk (en heb het zo druk met het regelen van allerlei après-uitwisselingszaken) dat ik Parijs niet heel erg mis.

Maar wel een beetje, natuurlijk. Ik mis mijn straten, ik mis mijn vrienden, ik mis mijn Monoprix. Maar wat ik misschien wel het meest van alles mis, realiseerde ik me pas vandaag, toen ik reageerde op een Facebookberichtje van een van die vrienden. Hoe het met me ging. Ça va bien, zei ik, en nog wat dingen, gewoon door een beetje Franse woorden tikken, zal wel voor de helft fout zijn maar weet ik veel, en voila, je hebt een conversatie.

En dat mis ik. Ik mis het Frans lullen met andere buitenlanders. Niemand sprak het perfect, maar we déden het gewoon, zelfs al was het voor velen van ons veel minder natuurlijk dan Engels. En dat was ook meteen het mooie eraan: voor iedereen (behalve voor één Duitse vriendin die soms in het Nederlands op mijn blog comment, hoe awesome is dat trouwens) was het praten van Engels veel makkelijker. En dan toch gewoon een onbeschaamd Frans praten. Verhalen vertellen met de raarste zinsconstructies, de mooie fantasiewoorden en allerlei grammaticale drama’s (je n’ai pas vu rien!). Ze begrepen het toch wel. Meestal.

(Met die grammaticale drama’s heb ik het overigens vooral over mezelf, de meeste van mijn vrienden praatten iets minder messed up. En ik heb veel geleerd, moet ik zeggen)

Jammer dat het onbeschaamde niet altijd gold – in het klaslokaal durfde ik nauwelijks mijn mond open te doen, uit angst dat mijn leraren en klasgenoten zouden denken dat ik achterlijk was, of nog erger, dat ze me niet zouden verstaan. Dus daar zat ik maar in dat klaslokaal, te luisteren naar dat grammaticaal correcte Franse geratel, en het was, nou ja, best wel grappig. Om daar gewoon te zitten. En te luisteren. Naar dat Frans. En daarna aan je vrienden te vertellen hoe moeilijk het was. In het Frans.

Nederlands is zo veel minder vermoeiend, en als ik het spreek voel ik me een stuk minder dom, en ja ik bén blij dat ik mijn colleges eindelijk volledig kan volgen, maar toch. Het had wel wat, die troep.

14 Comments

Filed under studie in buitenland